michielenmarieke.reismee.nl

Druipkastelen en Inca ruïnes.

De afgelopen drie weken stonden in het teken van meerdere excursies, bezoekjes en wandelingen aan en langs de meest bizarre gekleurde en gevormde steenformaties in Noord West Argentinië en plekken waar oude Inca steden zijn gevonden. Het aantal cactussen langs de weg nam in grote getallen toe tot een enorme cactusexplosie afgelopen dagen in de buurt van Salta waar we nu een aantal dagen op een camping verblijven om weer e.e.a. te regelen, maar daarover later meer.



Het vorige verhaal eindigde op goede vrijdag in Calingasta waarna er op zaterdag groot feest was in het dorp met allerlei bandjes, dansers en eettentjes. Het is er heel gezellig, iedereen is uitgelaten, danst en flirt. Opvallend is dat Argentijnen weinig alcohol drinken bij dit soort gelegenheden, iedereen is aan de mate (thee). Wij genieten van Choripan (broodje (pan) worst (chorizo)) met bier. Dan wordt er iets omgeroepen wat voor ons niet te verstaan is en plots stopt alle muziek, stopt iedereen met dansen en wordt er niets meer gezegd. Ik fluister tegen Michiel “jeetje komt de dominee voorbij of zo”, en prompt komt er om de hoek een begrafenisstoet aan lopen die zich traag langs het feestplein voortbeweegt. De tegenstelling kon niet groter zijn. Daarna komt de sfeer er niet goed meer in en we houden het voor gezien.



De dagen daarna staan in het teken van de kapotte radiateur. We redden het tot de grote stad en gaan verschillende zaken langs voor we vinden wat we zoeken. Een betrouwbare reparateur die gespecialiseerd is in het reviseren van radiatoren van de grote trucks die hier in de mijnen rijden. Hij geeft aan dat het wel een aantal dagen zal duren, dit type wagen hebben ze in Argentinië niet. We mogen voor de deur “kamperen” en ‘s ochtends krijgen we zelfs ontbijt van de zaak, broodjes met stukjes varkenszwoerd er in, lekker zout. We gaan op ons gemak de stad verkennen en laten ons informeren bij de “i” wat er allemaal te doen is in en om San Juan. Dat blijkt niet veel, eigenlijk niets. Dus besluiten we dan maar lekker uitgebreid te gaan lunchen, de was weg te brengen en te lanterfanten door het centrum. Als we eind van de middag terugkomen, blijkt de radiateur al helemaal klaar! Binnen een uurtje zit ie er weer in en zijn we onverwachts 2 dagen vroeger al klaar voor vertrek. We geven de mannen van de werkplaats allemaal een envelopje met flinke tip en Hollandse klompjes. Iedereen blij! De zaak zet zelfs een hele fotoreportage op instagram van de klus. Ook worden we weer benaderd voor een interview deze keer voor de digitale krant van San Juan. Gelukkig kan het via Whatsapp want we willen zo snel mogelijk verder nu het weer kan! Weg van de herrie, uitlaatgassen, prikkels, vele vragen en overmatige aandacht. Volgende reis nemen we een minder opvallend voertuig, hahaha.



We zitten op km 3461 van de Ruta 40 en hebben dus nog een eindje te gaan naar het noorden waar de weg na 5000 km eindigt. Richting noorden liggen de nationaal parken Ischigualasto en Talampaya. Park is niet het juiste woord voor deze uitgestrekte gebieden zo groot als provincies bij ons. Er woont niemand, het is er ruig en wild, kaal en leeg en toch heel afwisselend. We zien er de vreemdste steenformaties in allerlei kleuren van wit tot rood, met paars, roze, geel en groen daar tussen in. Om het landschap te beschermen zijn het nationale parken geworden waar je niet zelfstandig door heen mag rijden. Dus doen we dit onder leiding van gidsen, die we slecht verstaan helaas. We zien veel dieren in de omgeving zoals guanaco’s, cavia’s, vosjes, condors, en mara’s (een soort kruising tussen een konijn en een kangeroe). Ook ontmoeten we weer veel leuke mensen, steeds meer buitenlandse reizigers durven het weer aan om op pad te gaan. Zo staat er bij Talampaya een enorme zwarte vrachtwagen. Die blijkt van een Braziliaans stel, ze hebben er zelfs nog een auto in zitten! Dat is nog eens wat anders dan een motor voorop. Diana en Sebastiaan komen uit Zwitserland en rijden in hun 4x4 busje ongeveer dezelfde route als ons, dus komen we elkaar ook meerdere keren tegen, goed om info mee uit te wisselen en gezellig mee ge-BBQ-ed. Taua is een enthousiaste Braziliaanse fotograaf die rond rijdt op z’n Harley en een middagje bij ons op de bank weg kletst over z’n leven, z’n ambities en de politiek in zijn land, interessant. Andrea en Lu een vlot, reislustig en leuk stel uit Buenos Aires met wie we praten over de economie van Argentië en hun persoonlijke beleving van de coronacrisis. Ze vertellen ons dat 75% van de Argentijnen cryptocurrencies hebben omdat de peso zo enorm devalueert, 65 % soms in één jaar! En dan schrikken wij van de huidige inflatie in Nederland van 11%! Nederland is echt zo gek nog niet.



We bezoeken ook een aantal plekken waar ruïnes zijn gevonden en archeologische opgravingen zijn gedaan. Bij de ene opgraving (Hualco) zou het om een dorp gaan van meer dan 1000 jaar oud, bij de opgravingen van Shincal en Quilmes zou het echter om Incasteden gaan met duizenden inwoners en nog niet zo oud namelijk uit de 15e en 16e eeuw. Wij zien geen verschil, slechts een hoop stenen, wel altijd in de buurt van een rivier en overal uitgeholde gaten in de rotsen op de grond die de bewoners als mortieren en vijzels gebruikten om graan, mais en andere zaken te vermalen. Ook hier verstaan we de gidsen slecht en zouden we eigenlijk voorwerk moeten doen door ons in te lezen op internet of in reisboeken, maar daar interesseert het ons stiekem net te weinig voor. Wat we wel interessant vinden is dat de Inca’s zo zuidelijk hebben gezeten, dat wisten we nog niet, we kennen ze alleen uit Peru en noordelijker. Wat ook leuk is, is dat er lama's rondlopen en we leren eindelijk het verschil tussen lama’s en alpaca’s enerzijds (zij zijn vee en zeg maar de honden die afstammen van de wolf en de katten die afstammen van de leeuw) en guanaco’s en vicuña’s anderzijds (zij leven in het wild).

Ondertussen zien we in de bestaande dorpjes waar we door rijden de bouwstijl maar ook de gezichten van de inwoners veranderen. De lage lemen huisjes zijn soms gekleurd, hebben boogjes en/of pilaren en de inwoners dragen poncho’s, hun huid is bruiner en ze zijn kleiner. Her en der liggen er rode pepers te drogen op het land.



Het is erg warm, de zonda (warme wind) waait al dagen en de zon schijnt ongenadig op onze bolletjes, het is tussen de 30 en 35 graden. We zoeken her en der verkoeling in de ijskoude riviertjes die uit de bergen naar beneden stromen en mooie waterholes hebben gevormd. Tijd om het wat hoger op te gaan zoeken en we verlaten ruta 40 bij Villa Vil waar we nog een mooie wandeling maken met een gids naar los Castillos (de kastelen) zoals deze torenhoge druipkastelen in de rotsen toepasselijk zijn genoemd. Daarna rijden we over passen van 4000 meter hoog naar Laguna Blanca, een groot zoutmeer met in de verte roze flamingo’s en vlakbij vele vicuñas en verder helemaal niets dan verre bergen en zandduinen en de hoogvlakte om ons heen met ‘s nachts een prachtig uitzicht op de melkweg. De volgende dag rijden we naar Piedra Pomez. In de verte zien we het al liggen. Het lijkt op een witte gletsjer die door het zand schuift. We nemen de afslag en rijden een dik uur over een zeer hobbelige washboard weg die op sommige stukken helemaal verzand is en we alleen in z’n 4x4 verder komen. Niet voor niets zien we bijna geen andere wagens. Naarmate we dichterbij komen valt het beeld van een gletsjer letterlijk uiteen in grote witte rechthoekige brokken van puimsteen dat ik alleen maar in het zwart ken. Het is dan ook de enige plek ter wereld die er zo uitziet volgens de locals. We zien er weer een prachtige zonsondergang en hebben lol met het fotograferen van de bijzondere omgeving die doet denken aan de maan en zo ver weg is van de bewoonde wereld. De stilte is zo stil dat we allebei piepen en suizen in onze oren horen.

Als we de volgende dag het asfalt weer bereiken hebben we de keuze of 200 km terug naar Ruta 40, of nog verder de puna (hoogvlakte) op en dan hopelijk een eind noordelijker (vijf dagen rijden) de 40 weer op. Aangezien ik best last heb van de hoogte (slecht slapen, ademnood, duizelig) en het voor nu wel weer even avontuurlijk genoeg vond, pleit ik voor de eerste optie, terug naar beneden naar de warmte. Michiel had natuurlijk nog het liefst verder gereden, maar we hebben niet genoeg diesel en het is maar de vraag of dat te krijgen is als we voor de afgelegen route kiezen. Dus zijn we na een lange dag rijden weer op de 40 en nemen daar samen ‘s avonds een lekker warm bad bij de thermas van Hualfin. De truck heeft ook wat last van de hoogte en de nachtelijke kou, en als we de volgende dag met dikke pluimen rook de motor laten warm draaien en daarmee 3 Argentijnse stellen vergassen die daarnaast zitten te picknicken, trekken zij zich daar niets van aan. “Is goed tegen de muggen” roepen ze, als wij ons verontschuldigen. Zo fijn dat alles en iedereen hier zo relaxed is.



Bij toeval zie ik op de kaart het Pachamama (moedertje aarde) museum in Amaicha del Valle, het heeft goede recensies en ik ben wel toe aan iets cultureels na al die overweldigende natuur. We worden aangenaam verrast door dit prachtige museum en niet zozeer door de inhoud (wat opgravingen uit de omgeving en tentoongestelde mineralen en edelstenen) maar door de gebouwen en de tuin zelf. Het hele complex is bemozaïekt met kwarts en zwart en grijs vulkanisch gesteente. De indiaanse symbolen voor lucht, aarde, vuur en water komen overal terug en ook de dieren uit de omgeving zoals struisvogels en guanaco's. Er staan her en der grote cardoncactussen, het is werkelijk prachtig. En wat een werk! Het moet jaren en jaren gekost hebben, als ik het vergelijk met mijn eigen mozaiekbank waar ik twee jaar over gedaan heb. In het museum hangen wat krantenartikelen over het ontstaan van het museum en de bedenker en maker blijkt een kunstenaar, Hector Cruz, die er nog steeds woont en werkt. Ik kijk nog eens goed naar het vergeelde fotootje in het krantenartikel en herken de bescheiden, vriendelijk man achter de kassa die ons net de toegangskaartjes heeft verkocht! Als we terug zijn bij de ingang en ik hem uitgebreid wil complimenteren is het siësta tijd en blijkt er een mevrouw achter de kassa te zitten.



Door naar Cafayate, een klein stadje met leuke winkeltjes, restaurants en terrasjes. ‘s Avonds eten we gezellig in een vol restaurant heerlijke pizza’s met lekkere wijn uit de Etchard bodega om de hoek. Af en toe komen er verkopers het restaurant in met b.v. sokken of leren riemen. Ik koop een zakje cocabladeren (waar ook cocaïne van gemaakt wordt), die goed schijnen te helpen tegen hoogteziekte als je er op kauwt.

De volgende twee dagen brengen we door in de canyon del rio de las conchas, maken een mooie wandeling en zien weer de meest onwaarschijnlijke rotsformaties, kastelen, amfitheaters, druipgrotten, kathedralen, van alles kun je er in zien. Ook ontmoeten we daar een paar jonge Nederlandse backpackers en even later Sippie en Klaas met hun camper die we al een paar jaar kennen via internet en facebook, maar nu dus eindelijk in het echt zien! Ontzettend leuk en natuurlijk veel bij te kletsen.



Het volgende stadje heet Cachi en de weg daar naartoe lijdt ons door het pijlpunten landschap. Kijk maar naar de foto, ik kan het niet uitleggen. We zien steeds meer cardoncactussen (de klassieke cactus die ook in ons logo op de truck staat). Het geraamte van deze cactussen werd hier veel gebruikt als hout bij gebrek aan bomen. We zien het terug in de kerk van Cachi, waar zelfs de preekstoel en het biechthokje van cactushout zijn. Nu is de cactus beschermd. Hij groeit maar 2 centimeter per jaar en we zien soms joekels van zeker 10 meter hoog, reken maar uit! We rijden door het Parque National los Cordones en ik merk aan m’n ademhaling dat we richting de 3000 meter gaan. Plots herinner ik me de cocablaadjes, ik prop er een paar in m’n wang en kauw er af en toe op. Het lijkt alsof ik op een gebruikt theezakje zit te kauwen, zo smaakt het. Ik moet zeggen dat ik daarna minder last heb van klachten maar vervolgens wel bijna de hele nacht wakker lig en enigszins achterdochtig ben naar de voorbij rijdende auto’s. De volgende dag gooi ik de rest van de blaadjes maar in de prullenbak.



We naderen onze bestemming Salta. We hebben sinds San Juan iedere dag gereden en hebben allebei behoefte aan even niks. Dus blijven we hier een weekje staan op een camping waar ook veel andere overlanders komen. De laatste maand gaat in en we hakken de knoop door over hoe we die gaan doorbrengen en waar we de truck 4 maanden gaan stallen tot we weer terug zijn uit Nederland. Maar dat horen jullie de volgende keer!

Reacties

Reacties

Johan

Lekker weer even wegdromen naar Zuid-Amerika vanachter mijn bureau...
Bedankt voor de afleiding ?
(Waarom nam je eigenlijk gelijk een paar cocablaadjes tegelijk?)

Corrie

Wat heb ik weer genoten van je verslag !! Nu de foto’s.....

Corrie

.. heb het inmiddels gevonden ..

Anja

Lezen was weer genieten. Fijne reis weer verder.

Mike

Heerlijk om over jullie avonturen te lezen. Super. Tot gauw weer in Hellevoetsluis ?

Joke

Het houdt maar niet op, heerlijk om te lezen!

Willy

Jeetje wat een avontuur zeg en goed van je om weer op de motor te rijden. Stoer hoor. Ik reis weer helemaal met jullie mee in je mooie en prachtig verhaal. Nou Marieke en Michiel nog veel plezier en succes met jullie reizen. Word vervolg. Gr

Anne Marie en Ad

Mooi verhaal weer en heel herkenbaar. Tot ziens weer!

Jannie S

Hobbels en bergen allekleuren rotsen hitte en frisse beken,,onvergetelijk mooi weer.
Nu trachten op de plaats rust oftewel lanterfanten,, of met overlanders samen gezelligen
Grtjs ,,,, tijd vliegt naar einde van deze reis. Succes verder .

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!