michielenmarieke.reismee.nl

NIEUW ZEELAND - Coromandel, Rotorua, Whirinaki track, Tongariro crossing

Op verzoek van Peter M. een verhaaltje vóór het weekend (maar dan wil ik ook helemaal niets meer horen over Prince, tenzij de gitaar die hij in het publiek gooide voor me gescoord is, of dat MOJO hem voor volgende maand in Sydney geboekt heeft!). De prijsvraag van vorige week is na enige aanpassing gewonnen door Loek, kroegtaal is wel aan hem besteed, hahaha. I owe you one.

Deze week vertoeven we in het midden van het noordereiland dat vooral heel vulkanisch is en overal borrelt, stoomt, puft en naar rotte eieren ruikt. Maar eerst rijden we via een prachtige kustweg naar het Coromandel schiereiland. Onderweg proeven we de plaatselijke heerlijkheden en kopen we onder andere een dozijn oesters voor een schijntje, de twee citroenen krijgen we kado. Michiel z'n darmen trekken het niet en hij is dan ook voorlopig klaar met de oesters.

We blijven twee dagen in Whitianga aan de oostkust, ik hou een tutteldagje terwijl Michiel terecht vlucht voor mijn 'fijne ongestelde bui' en op een mountainbike de bergachtige kust verkent. Hij haalt het naar Cathedral Cove en komt helemaal kapot terug, wel weer een paar mooie foto's gescoord. De volgende dag moeten we vroeg op om met eb bij hot water beach kuilen te gaan graven. Hier verwarmt een oude vulkaan wat waterbronnen vlak onder het zand. Je kunt hier dus heerlijk badderen in je eigen kuil en je moet zelfs oppassen dat je je niet verbrandt aan het kokend hete water. Om me heen zie ik allemaal rode billen. Het is een gevecht tegen het opkomende tij, en Michiel heeft het helemaal druk met dijken bouwen.

Onderweg naar Rotorua rijden we langs kiwiplantages en een grote goudmijn, ondertussen beginnen we het zwavel te ruiken. 's Avonds op de camping ruik ik het niet meer, zeker gewenning. Alle campings hier in de buurt hebben een eigen spa en in de douche word ik aangenaam verrast door de aanwezige vloerverwarming. We bezoeken twee vulkanische parken (Wai O Tapu en Waimangu) en zijn daar een hele dag zoet mee. Om 10.15 uur staan we stipt bij de Lady Knox geiser, die wordt daar al zo'n honderd jaar dagelijks op dat tijdstip middels wat zeepsop (om de oppervlaktespanning van het water te breken) aan het spuiten gebracht. Het voorafgaande gerommel en geborrel belooft heel wat, maar het uiteindelijke pisstraaltje van 5 meter hoog (dat trouwens wel een uur doorgaat) is enigszins teleurstellend en snel worstelen we ons door de tientallen aziaten die allemaal met het spuitding op de foto willen. Van de andere vulkanische attracties zijn we ook niet echt onder de indruk. Met Yellowstone op ons netvlies zijn we geneigd te gaan vergelijken. Wel hebben we de hele dag lekker gewandeld in een mooie omgeving en ook nog een relaxed boottochtje gemaakt op Ă©Ă©n van de kratermeren.

Dan gaat onze eerste echte hike van start, dat wil zeggen een wandeling van twee dagen met overnachting in een hut in the middle of nowhere. In de voorbereiding blijkt al heel snel dat m'n nieuwe rugzak toch wel erg klein is. Als ik m'n slaapzak er in heb gepropt, zit hij al half vol. M'n regenkleding, nachtpon en een paar schone sokken vullen de rest. Na nog wat harder duwen kan ook m'n waterzak van 2 liter en wat bestek mee. Michiel mag al het eten dragen, en dat vind ik natuurlijk best een goede regeling. We kiezen voor de Whirinaki track, een pad langs een rivierkloof door oerbos met grote varenbomen en junglevegetatie. Het is heel mooi en heel stil, op het geruis van de rivier na. We zien in die twee dagen slechts 4 mensen in het voorbij gaan. De hut hebben we helemaal voor ons alleen, moeilijk kiezen tussen de 28 beschikbare bedden! We slepen een van de matrassen de veranda op, kruipen in onze slaapzak en zien de zon het bos in zakken. Het romantische moment wordt bruut verstoord door prikbeestjes, dus kiezen we toch maar een bed uit. Ik lees Ă©Ă©n zin en val prompt in coma om klokkie rond te slapen. De volgende dag voltooien we de track zonder noemenswaardige problemen en kunnen we 35 km bijschrijven. Wat ben ik blij als we ons campertje weer zien!!

Er is trouwens opvallend weinig 'wildlife' te zien in de bossen. Het meeste zien we eigenlijk op de campings, waar het iedere ochtend weer een verrassing is wie of wat er nu weer voor de deur staat te wachten op een boterhamhapje. Zo hadden we al zwarte zwanen, weka's, katten, eenden, mussen, merels en vreemde pluimvogeltjes op visite. De beroemde kiwi's hebben we nog niet gezien.

Na ons hikingavontuur rijden we richting Lake Taupo dat in de buurt van een andere belangrijke track ligt, namelijk de Tongarirocrossing (19km), een pad over en tussen een aantal vulkanen van meer dan 2000 meter hoog. Een must voor fitte, sportieve mensen. Een goed moment om weer 's een dagje apart door te brengen dus. Michiel bekijkt het weerbericht en ziet dat de enige goede dag om dit te doen vandaag is, direct na onze tweedaagse hike. Enthousiast regelt hij vervoer bij het infocentrum en vanmorgen is hij om 5.30 uur opgestaan om de bergen te gaan bedwingen. Ik bezie dit alles met verbazing, waar haalt hij de energie en zin vandaan? Hoe verschillend kunnen mensen zijn. Ik geniet van m'n rustdag op de camping, doe een wasje, schrijf dit verhaal, lees een goed boek en bungel met m'n blaren in het meer. Heerlijk!

NIEUW ZEELAND - Rangitoto, Bay of Islands, Northland

Na Fiji lijkt in Nieuw Zeeland alles een paar versnellingen hoger te zitten. Iedereen is actief en jogt, kayakt, zwemt, fietst, zeilt, roeit, wandelt, of skate voorbij langs onze camper die we de 1e middag langs het strand boven Auckland hebben geparkeerd. Het is even omschakelen, maar al snel worden we er door aangestoken en krijgen zelf ook zin weer 's 'in de benen' te gaan. Eerst moet er een grote zak was van twee weken gedaan worden en we kunnen daar mooi onze eerste NZdollar voor gebruiken (tnx honnies!).

De campings zijn goed voorzien van allerlei gemakken, er is altijd een grote keuken, wasmachines, droger, internet, stroom enz.....Het valt ons op dat sowieso alles goed geregeld is hier, soms zelfs té, er wordt weinig aan de verbeelding overgelaten. Zo worden we op het vliegveld al overladen met welkomstboekjes, maps en informatiefolders. De stapel groeit deze week enorm omdat we ze overal aangereikt krijgen, bij de camperverhuur, op de ferry, bij de benzinepomp, in musea, infocentra, supermarkt, campings enz...Ik word er gek van, want dwangmatig als ik ben, moet ik ze allemaal lezen, stel je voor dat ik wat mis. Hier gaat veel tijd in zitten waardoor ik soms vergeet gewoon om me heen te kijken en het op me af te laten komen. In de camper zit zelfs een GPS, niet voor de route, maar om te bepalen waar we zijn, zodat Jane (we noemen haar Sjaan) ons via de radio kan vertellen wat er op die plek te zien en te doen is. Ook hier gaat veel tijd in zitten. We stoppen om de haverklap en nemen allerlei zijweggetjes die we van Sjaan echt moeten nemen om 'the incredible views' en 'most fantastic place in New Zeeland' niet te missen. In het begin vinden we haar geweldig, na een week kunnen we de betweterige Sjaan niet meer uitstaan en laten we onze eigen ipod bepalen wat er op de radio komt en maken we zelf wel uit waar we wel of niet stoppen.

De camper is echt heel gaaf en niet te groot/klein, precies goed. We kunnen er in staan, er zit een heerlijk bed en een klein keukentje in. Voorin is ruimte voor 3, dus MariAnne kan in december gewoon aanschuiven, gezellig!! Helaas werkt de kraan niet goed en blijken we een essentieel deel van de krik te missen. Als we na een week weer langs Auckland rijden en bij de camperverhuur langs gaan (gelukkig geen lekke band gehad), zijn deze zaken binnen 5 minuten geregeld, zo makkelijk kan het zijn.

Afgelopen week hebben we een rondje door Northland gemaakt. Dit is (het woord zegt het al) het noordelijkste deel van NZ. Er zijn veel mooie baaien, stranden en bossen. Er groeien megagrote Kauribomen en er is een hoop te zien en te beleven. De eerste dag beklimmen we Rangitoto, dit is een slapende vulkaan op een eilandje vlakbij Auckland. We varen er met de ferry heen en wandelen er de hele dag langs en over grove, poreuze lavavelden (fijn voor de enkels) met mooie vergezichten. We ontdekken er de Tui, een saaie, kleurloze vogel maar met een uitgebreid repertoir inclusief vreemde metaalachtige klanken die ons de hele week tijdens onze wandelingen zal vergezellen.

Daarna rijden we langs de oostkust omhoog richting de Bay of Islands, onderweg stoppen we om (op advies van Sjaan) met een glassbottomboot rond Goat Island te varen. We zien geen koraal (het water is te koud), maar wel veel kelp, een grote rog, twee dolfijnen en een pinguin. Een eindje verder moeten we weer stoppen van Sjaan, dit keer om een grot te bezoeken. Als de gids in de grot het licht uit doet, licht het plafond van de grot op, glimwormen! Net of je naar de melkweg staat te kijken, a real glow-in-the-dark experience. Als we onderweg gebruik maken van Ă©Ă©n van de vele openbare toiletten, blijkt dit ontworpen door Hundertwasser, mijn favoriete architect na Gaudi, die ook veel met mozaiek heeft gewerkt. Het is de mooiste wc waar ik ooit op zat en ik doe weer veel ideetjes op.

Bij de Bay of Islands blijven we een paar dagen in Russell en maken een zeiltocht met een grote catamaran. Als we onderweg een groepje dolfijnen tegenkomen, roept de (overigens vrouwelijke) kapitein dat we het water in mogen! We krijgen een wetsuit en een snorkel en worden geacht midden op zee van het varende schip te springen. Echt iets voor Michiel, die normaal in tropische landen al 30 minuten doet over 'doorgaan'. De plotselinge kou beneemt zelfs mij even de adem, ook de grote, snelle dolfijnen die om ons heen scheren en ons uit lijken te lachen, doen mij snakken naar lucht. Ik heb gelukkig geen tijd om stil te staan bij het verhaal dat ik jaren geleden hoorde, over een vrouw die de diepte in werd gesleurd door een dolfijn en verdronk. Het gaat allemaal zo snel, de dolfijnen verdwijnen na 10 minuten spelen, de zeilen zijn ondertussen gestreken en we moeten weer aan boord voor er onderkoelingsverschijnselen optreden. Na een wandeling over Ă©Ă©n van de eilanden en een BBQ-lunch zijn we weer opgewarmd en zeilen we terug naar Russell. Echt een lekkerdagje.nl zeg maar! (zie video)

Al een paar weken ontvangen we mail met onbekende afzender met vragen/opdrachten betreffende geocachen (we vermoeden de afzender ergens in Zuid-Holland, zijn we warm?). In de laatste mail staan coördinaten en de opdracht op die plek naar een cache te zoeken. Het blijkt vlak bij Russell en na even zoeken, vinden we in de bosjes langs de weg een doosje met daarin een briefje. Er staat op 'hallo Marieke en Michiel, het nummer is 4'. Met grote verbazing kijken we elkaar aan, hoe kan dit nou?? Iemand met connecties in Nieuw Zeeland? We snappen er niets van. Het is wel heel erg grappig en goed bedacht. Ooit zullen we het verhaal over hoe en wat wel te horen krijgen (toch? hahahaha).

Als we de volgende dag een heuvelrug langs de kust beklimmen, zien we vanaf de top in de afgelegen baai onder ons dolfijnen zwemmen. Als we na een uurtje aan de rand van de lagune staan, blijken ze er nog te zijn. Ik probeer hun aandacht te trekken door wat stenen in het water te gooien, het werkt niet, ze zijn te ver weg. Plots krijg ik een idee, ik loop het water in (kououououououd!) met twee stenen en sla deze onder water ritmisch tegen elkaar. Dit werkt wel!! Als een speer zwemmen ze op me af (waar komt dat irritante geluid vandaan?) en even ben ik bang dat ze de aanval inzetten met z'n zessen. Maar ze zwemmen een paar rondjes om m'n benen in het ondiepe water en schieten er daarna weer vandoor. Een bizarre ervaring rijker wandel ik daarna met gemak de berg weer op.

De dagen er na bezoeken we Waitangi (met een barslechte culturele voorstelling), een kaleidoscoopstudio (heel gaaf), en een gumdiggersmuseum (mwoah). We eten (volgens Sjaan) de beste fish and chips in Mangonui (geef mij maar een lekkerbekkie van de markt) en zien de grootste Kauriboom, mooie grote varens met prachtige krullen en knuffelende JanvanGenten als we laatste dagen via de westkust weer naar Auckland rijden.

De hele week heeft de zon geschenen en was het met zo'n 18 graden heerlijk weer om te wandelen en inderdaad alles in een hogere versnelling te zetten. Ik kook de hele week zelf, heerlijk weer m'n eigen gerechtjes, dat bevalt prima. Hoewel boodschappen niet goedkoop zijn, maar uit eten gaan ook niet. Nieuw-zeelanders hebben een grappig accent, weer heel anders engels als in de USA. Hier bijvoorbeeld een gehoorde zin. Wie weet wat er gezegd wordt? 'konne tik a bih in di bah on di haba' (het helpt als je de zin hardop zegt). Nou kom maar op met die antwoorden, een biertje voor de eerste die het goed heeft!
Laughing

FIJI

Bedankt weer voor alle leuke reacties en mails, ook van de mensen die we helemaal niet kennen, maar die wel meelezen, grappig! Het is prettig om op de hoogte te blijven van het thuisfront. Ik heb nog geen heimwee, maar dat komt waarschijnlijk juist omdat er zo makkelijk contact gelegd kan worden met jullie.

Het is raar om na een vakantie niet naar huis te gaan maar door te vliegen naar de volgende vakantie. We’re living our dream! Na een tussenstop in Los Angeles, waar we 24 uur zijn, vliegen we door naar Fiji. De vlucht van 11 uur valt gelukkig mee, de helft van de tijd hebben we geslapen. We komen ’s ochtends met zonsopkomst aan en gaan met een taxi gelijk door naar de haven.

Fiji bestaat uit twee grote eilanden en honderden kleintjes. Vooral de kleintjes zijn de picturepostcard wittestrandenpalmbomendroom. Dus varen we met de ferry in 3 uur (lang leve de zeeziekpillen!) naar de Yasawas en kiezen voor Nanuya Balavu, een onbewoond eiland zo groot als het Tiengemeten, maar dan met heuvels, jungle en een koraalrif er omheen. Er is slechts 1 restaurant met 15 hutjes (Mantaray Resort) en vooral veel jonge backpackers die net als ons een tussenstop maken tijdens een wereldreis. Eindelijk mogen we het eerste envelopje open maken van de stapel die we hebben meegekregen van de vriendenclub. Hierin vinden we 10 dollar en de opdracht om een cocktail te nemen. Op naar de pina colada’s en amaretto! Wat lief, bedankt allen en proost!

Het plan om maar twee nachten te blijven verzandt al snel en ineens is er een week voorbij en pakken we zuchtend onze zware rugzakken weer in om de laatste drie dagen toch nog het grote eiland te verkennen. Het was een heerlijke week met vooral veel snorkelen en hangmat hangen. We lezen ieder 5 boeken (lang leve de e-readers!), slapen zo’n 11 uur per etmaal en worden 3x per dag letterlijk opgetrommeld om naar het restaurant op de heuvel te komen om te eten en uit te kijken over de zee met alle knalblauwe schakeringen die er zijn. (Als ik later op het hoofdeiland een trommel hoor, loopt het speeksel in m’n mond, Pavlov aan der lijve ondervonden).

We hebben geluk want na twee maanden afwezigheid (volgens de uitgebluste duikinstructeur Mike, “every day is the same here”) zijn er ineens weer mantaroggen in de buurt. We worden er met een bootje heen gebracht en na een kwartiertje turen in de peilloze blauwte, komt er plots iets zwarts en megagroot uit de diepte omhoog. Wauw, scary, 4 meter doorsnee, gracieus vliegend zweeft hij voorbij. Michiel is gelukkig zo alert om foto’s te maken, ik staar met open mond (zover dat kan al snorkelend)naar de open mond van de manta die recht op me af komt. Ik val gelukkig niet binnen zijn menu en vlak voor me verkiest hij toch het rondzwevende plankton en gaat links af. Erg mooi. We zien ook nog een gitaarhaai, Mike gelooft ons niet, gelukkig heeft Michiel het gefilmd en het is het enige moment dat we Mike enthousiast zien deze week.

Verder kayakken we over de zee, maak ik een armband van een kokosnoot, dans ik ’s avonds met een gespierde fijiaan in een rieten rokje (tja die kans laat ik me niet ontgaan!), zien we mooie sterrenhemels, kletsen we met de andere reizigers en genieten we vooral van het rif voor ons hutje. Het is net een mooie bloeiende tuin waar je overheen zwemt en er is zo ontzettend veel vis, iedere dag ontdekken we nieuwe dingen. Als we na een week terugvaren naar het hoofdeiland kijk ik achterom naar de steeds kleiner wordende eilandjes, in de verte zie ik een dolfijn recht omhoog uit het water springen, een mooi afscheid van de Yasawas.

In Nadi huren we een auto met de bedoeling het grote eiland helemaal rond te rijden (500 km). De zuidkust is mooi met veel riffen, prachtige schelpen en getijdenpoelen, we zien de zee-egelvangsters aan het werk. Na 100 km ontdekken we een mooi guesthouse aan het strand (the beachhouse) en ook hier blijven we weer hangen. Ik maak een sunset rit per paard met Eddie en wordt door hem uitgenodigd om ’s avonds in zijn dorp een kavaritueel bij te wonen. We verwachten een touristtrap maar gaan er toch heen.

Uit het donker komt Eddie op ons af en neemt ons mee naar het dorpshuis, er is niemand, maar na een half uur druppelt langzaam het hele dorp binnen. Vrouwen in de linkerhoek, kinderen in de rechter, alle mannen in het midden, zo’n 30 man naar ons kijkend, giechelend en fijiaans pratend. Het voelt behoorlijk ongemakkelijk. Af en toe wordt er een vraag in het engels aan ons gesteld en het feit dat er 17 miljoen mensen in Nederland wonen veroorzaakt grote verbazing bij de dorpsoudste en wordt vertaald voor de rest die met ooohhhs en aaaaaaaaaahs reageren.

Ondertussen maken een paar mannen de kavadrank in een speciale schaal klaar. Het is poeder gemaakt van vermalen kavawortels dat met water wordt vermengd, er ontstaat een grijsachtig drankje dat er uit ziet als afwaswater en ook zo blijkt te smaken. We krijgen steeds een halve kokosnoot vol aangeboden en worden geacht dit in Ă©Ă©n teug leeg te drinken. Na 7 volle bakken begin ik het op te boeren en ik vraag me voortdurend af of het erg onbeleefd zou zijn om nee te zeggen. Ondertussen klappen de mannen en prevelen gebeden. De vrouwen en kinderen houden zich op de achtergrond bezig met het klaarzetten van eten. We worden uitgenodigd om mee te eten, maar na de pizza in het guesthouse en de sloten kava kan er eigenlijk niets meer bij, en we voelen ons steeds ongemakkelijker. Maar er wordt erg aangedrongen en we zetten ons toch maar aan de gebakken rifvisjes en grote hompen octopus. Na twee uur ben ik er echt klaar mee en vraag de goedlachse pastoor van het dorp of het erg onbeleefd zou zijn als we vertrekken. Gelukkig is het ok en als we in het donker door de regen teruglopen, struikelend over de vele kikkers (lang leve de zaklantaarn!), beseffen we ons dat dit toch wel bijzonder was om mee te maken.

Morgen vliegen we naar Nieuw Zeeland, weer iets heel anders, waarschijnlijk een stuk koeler. Hier was het iedere dag 30 graden, om de dag een paar flinke onweersbuien en verder prachtig weer. Ik ben benieuwd hoe het gaat met de camper, weer zelf koken, omschakelen van de luiheidsmodus naar weer iedere dag wandelen. Ik heb er helemaal zin in!

USA - New York City

Wauw, wat een hoop leuke reacties! Fijn om van jullie te horen. Dat motiveert wel om verder te schrijven, thanks! Keep ‘m coming. Ik ga steeds meer in het engels denken/praten na drie weken Amerika, do you know what I mean? Het knauwerige Amerikaans heeft wel wat, grappig en herkenbaar.

We logeren in Harlem (waar we de enige twee blanken zijn). Het is er dorps en gezellig. Mensen zitten op de trappetjes voor hun huis te kletsen, lopen te zingen op straat en geven her en der high fives. Iedereen lijkt elkaar te kennen, Ă©Ă©n grote familie. How yo doing brother? Michiel is de vader van de broodjesman op de hoek, what yo want on yo sandwich papi? En ik wordt ineens de zus van een dakloze, thank yo so much sister, god bless you.

New York is grooooooooooot, 4x zo groot als Parijs. Er is zoveel te zien en te beleven, 5 dagen is eigenlijk niet genoeg. Dus beperken we ons tot de highlights. Te beginnen met een rondrit op de hopon/hopoff bus om te zien waar we moeten zijn. Nadat we ons georiënteerd hebben,duiken we zelf de stad in.

Wat lopen hier een hoop hippe mensen, iedereen is ĂŒbercool en wauw gekleed. Dames, de nieuwste trend voor komende winter, kaplaarzen met een slangenprint. In downtown Manhattan zitten de mannen strak in het pak en staan in de rij om hun schoenen te laten poetsen. En al die wolkenkrabbers! Ik wordt duizelig van het omhoogkijken en val regelmatig van een stoeprandje. Volgens de gids zijn er 20.000 restaurants die we moeten proberen, we doen ons best, maar de keus is te groot.

Er vliegen opvallend veel vliegtuigen vlak over de stad, dat kan ook niet anders met twee vliegvelden in de buurt. Ik schrik er toch iedere keer van en merk dat “9-11” meer onder m’n huid zit dan ik eigenlijk dacht. We bezoeken ground zero en zien de nieuwe freedomtower in aanbouw. Als we met de metro onder de bouwput door rijden, staat het kippevel op m’n armen. Wat mensen elkaar toch aandoen, ongelooflijk.

We huren twee dagen een fiets (net zo duur als het huren van een auto) en laveren door de stroom gele taxi’s, beklimmen de Brooklynbridge, toeren door Central Park en langs pieren en haventjes. Het is een hele leuke manier om de stad te verkennen en we ontdekken verborgen parkjes, verdwaalde kunst en straatartiesten die de sterren van de hemel zingen.

In het MOMA (museum of modern art) wordt ik verrast door de vele mooie en bekende plaatjes (“don’t you call them pictures, they’re paintings”). Van Gogh, Klimt, Dali, Monet, Picasso, Warhol, Modigliani, Matisse en zelfs Frida Kahlo trekken aan mijn oog voorbij. Er is nog veel meer te zien, maar veel begrijp ik ook niet, Mondriaan en Kandinsky kunnen me niet bekoren, en wat doet die helikopter in het museum?

Op Time Square loopt de naked cowboy in z’n onderbroek te zingen. Op Amsterdamavenue schreeuwt een boom van een neger in een jurk dat de duivel ons komt halen. Onder een brug in central park staat een gistariste met een violist te spelen terwijl twee anderen megazeepbellen maken. It moves me to tears. Politiemannen te paard sjokken op hun gemak door de overvolle straten. Op de stoep bij een pizzeria staat een bekende acteur (Gary Busey)pizza’s te verkopen. Tijdens een roeitochtje zien we schildpadden. We bezoeken uiteraard de M&M winkel. Her en der pakken we een bankje, relaxen in de zon en laten New York aan ons voorbij trekken.

De skyline van New York is toch wel het mooist. We bezien ‘m van vele kanten. ’s Avonds vanuit de tourbus in Brooklyn en vanuit het restaurant in New Jersey aan de overkant van Manhattan (dank voor de tip buuv!). Overdag flitsen we in een lift met glazen dak omhoog in de rockefellertoren en kijken over Central Park en de rest van Manhattan. We nemen de ferry naar Staten Island, langs het Vrijheidsbeeld. En van alle kanten is het schitterend. We zullen jullie de duizend wolkenkrabberfoto’s besparen. Nou ok, een paar dan.

Vannacht zijn we naar LA gevlogen, hier blijven we Ă©Ă©n dag in afwachting van onze vlucht naar FĂŻji. Het is zo'n 11 uren vliegen en we gaan over de tijdsgrens, d.w.z. dat we zaterdagavond vertrekken en maandagochtend aankomen. Raar hoe dat werkt, waar blijft die ene dag? Nou ja, we gaan in ieder geval richting warmere streken en dat is de goede kant op.


USA - van Bangor naar New York

Allereerst bedankt voor al jullie leuke reacties, mails en skypegesprekjes. Wat heerlijk toch dat dat allemaal kan!

We hebben weer een hoop gezien en gedaan deze week. Ondertussen kunnen we de herfstkleuren dromen. New England is leuk voor twee weken maar daarna is het echt tijd voor wat anders. Op naar New York dus!

De week begon in Bangor, de hoofdstad van Maine. Hier woont Stephen King en dat moest ik als oude fan toch even zien. Gelukkig bleek er een geocache achter z’n huis te liggen en had ik dus een mooie smoes om er langs te gaan. (Wie nog niet weet wat geocachen is, hier een kort filmpje ter uitleg, www.geocaching.com). Huis en cache gevonden, missie geslaagd.

In de White Mountains gaan we op zoek naar elanden, na uren rondrijden vinden we een stel grazende mooses langs de kant van de weg, ze zijn niet echt bang van het langsrazende verkeer en we kunnen er op ons gemak naar kijken.

De volgende dag rijden we met de auto Mount Washington op. Blijkbaar is dit een hele prestatie want bij ons toegangsbewijs ontvangen we een megabumpersticker met “this car climbed Mount Washington”. Tja, als ik er nou ’s lopend op gekomen was, dat zou pas een prestatie zijn! Boven op de top is het ijzig koud, er rijdt een stoomtreintje en de machinist heeft veel werk om het spoor ijsvrij te houden. Hier is de hoogste windsnelheid ooit gemeten (320 km per uur).

De dagen vullen zich verder met verschillende hikes in de bergen door de mooie bossen. We wandelen zo’n 10 km per dag. Stiekem hoop ik gelijk wat kilo’s kwijt te raken, maar het amerikaanse eten helpt niet echt mee. We moeten echt moeite doen om bruin brood te vinden en eten zo veel mogelijk bij de chinees, die vaak prima buffetten hebben voor zo’n 8 euro pp incl. drinken! Dat maakt de dure overnachtingen in motels weer wat goed. Voor kamperen is het echt veel te koud hier in de bergen.

Zaterdag zijn we naar het pompoenenfestival in Keene gegaan. Hier proberen ze al 20 jaar ieder jaar zoveel mogelijk bewerkte pompoenen bij elkaar te krijgen en hun eigen record te verbeteren. Dit jaar waren er zo’n 30.000 (echt waar!), een prachtig gezicht als ’s avonds de kaarsjes aan gaan. Wij leveren ook een bijdrage en maken onze eigen halloweenpompoen, smerig werkje. Her en der spelen bandjes en overal zijn standjes met plaatselijke lekkernijen zoals clamchowder (vissoep), beef jerky (reepjes gedroogd vlees), maple syrup, apple cider, pumpkin pie enz

 Veel mensen zijn verkleed of zien er van zichzelf bijzonder uit. Het tuinbroekengehalte is hoog. Opvallend is dat je nergens een biertje kunt kopen. Dat is in Nederland dan toch wel anders.

Vandaag heb ik m’n eerste echte berg beklommen! Ok, hij was niet echt hoog (net geen 1000 meter), en we begonnen halverwege. Maar het was erg steil en niet echt een pad, maar een hoop geklauter over rotsen. Na twee en een half uur hijgen en puffen kon ik eindelijk van het uitzicht op de top genieten. Voor Michiel was het natuurlijk appeltje/eitje. Meerdere keren vroeg hij “leuk he, zie je nou hoe leuk het is?” Ik had niet eens adem genoeg om te antwoorden, misschien maar goed ook.

Eenmaal terug in de auto op weg richting New York met de ondergaande zon op m’n gezicht en onder invloed van een overdosis losgekomen endorfines kon ik eindelijk beamen dat het misschien toch wel de moeite waard was geweest. De spierpijn komt morgen pas.

USA - van New York naar Acadia national park.

Onze reis begint met volkomen Nederlands weer. Een week lang regen en storm bij slechts 14 graden. We zijn in New England, dat bestaat uit 6 staten en deze gaan we komende 18 dagen bereizen als ware “leaf peepers” op zoek naar de mooiste herfstkleuren.

We zijn begonnen in Conneticut na een misselijk makende hobbelvlucht, het was opvallend stil in het vliegtuig, op het vullen van de vomitbags na dan. Bij het vliegveld wordt Michiel helemaal blij als we de auto upgraden en er een vette Dodge Charger voor komt rijden. Ik vind ‘m ook wel leuk, hij is zwart. We draaien in de stromende regen de interstate op en zien in de verte de mooie skyline van New York . De Big Apple moet nog even wachten, eerst richting fall foliage.

We rijden in twee dagen naar Cape Cod, onderweg eten we in het plaatsje Mystic een pizza waar de jaren 80 herleven doordat de feelgood movie “Mystic Pizza” hier is opgenomen. Ook maken we een mooie klifwandeling langs de kasten van huizen in Rhode Island bij Newport waar de rijken der rijken hun zomeroptrekje hebben.

Ondanks het weer gaan we op Cape Cod toch twee nachten kamperen. Wat een armoede zeg, brrrrrrrr. We worden van het strand geblazen en fietsen door de zeikregen 55 km op een cruiser over het schiereiland. Het zal hier vast leuk zijn in de zomer. Nu is het eigenlijk gewoon afzien. Dus trakteren we ons zelf op een luxe hotel met uitzicht op zee, dat door het couponnenboekje (thx voor de tip Peet) ineens een stuk goedkoper blijkt te zijn.

Ook in Boston is het nog steeds vreselijk herfstweer, we verdrinken ons verdriet bij cafe “Cheers” en zien in een Imaxtheater hoe het er 3D in fiji uit ziet, mmmmmm, fijn! Via skype zie ik de zon schijnen in m’n eigen achtertuin.

Alles is groot en veel in Amerika. In de supermarkten wordt ik gek van alle keus die er is. Bij de benzinepomp kan ik kiezen uit 12 soorten verse koffie in 7 verschillende maten bekers. We gaan naar LL Bean, een mega outdoor zaak, waar je makkelijk een dag kunt verblijven. De parkeerplaats is er net zo groot als bij de Efteling en helemaal vol. Ik wordt er prima geholpen en koop een mooie trekkingrugzak. De service in winkels en restaurants is erg goed. Wel wordt ik wat moe van de vraag hoe het met me gaat, iedereen wil dit blijkbaar weten.

Na een week begint ineens de zon te schijnen. We zijn ondertussen via Massachusetts en New Hampshire in het bosrijke Maine terecht gekomen. De verhalen van Stephen King komen tot leven als we door stadjes als Salem, Bangor en New Castle rijden. We wandelen door een spooky moerasbos en ik moet erg denken aan de “Blair Witch Project”. Veel in de USA lijk ik al te kennen door films en boeken. Dat is fijn bij het feelgoodgenre, minder leuk als je zoals ik vroeger ook veel horror gelezen/gekeken hebt. We zijn dan ook zo klaar met onze wandeling door het bos.

Nu zijn we in Acadia National Park, dit ligt op een groot schiereiland in het noorden, vlak bij Canada. De kleuren hier zijn nauwelijks te beschrijven. Ik had al foto’s gezien van de herfstkleuren. Maar in het echt is het veel en veel mooier, van knalrood, roze, oranje, geel, groen enz

 We toeren rond met de auto, maken her en der wandel- en klimtochten langs de grillige rotskust en door de prachtige bossen. We kamperen bij een supermooie camping (hij komt in de top 10) aan een fjord bezaaid met eilandjes en zien vanuit de tent een zeehond voorbij zwemmen. Morgen gaan we mountainbiken.

De volgende dagen gaan we meer het binnenland in. Hopelijk blijft de zon schijnen. Het is nog steeds wel erg koud met harde wind en 12 graden. Het is heerlijk om alle tijd van de wereld te hebben. Wat een luxe!

Dit verhaal is gemarkeerd als spam en is daarom niet zichtbaar voor bezoekers.