michielenmarieke.reismee.nl

Gaucho’s, mate en asados een rondje Uruguay.

De afgelopen twee weken hebben we Uruguay verkend. Zonder gids of reisboek (die melden alleen maar dat Uruguay geen hoogtepunten en geen bezienswaardigheden heeft) maar met behulp van alle tips en adviezen die we overal krijgen van enthousiaste en trotse bewoners van dit prachtige land. En dat we een hoop mooie dingen hebben gezien en veel leuke ervaringen hebben gehad, merk ik als ik de foto’s voor deze editie probeer te sorteren. Het zijn er gewoon te veel! Daarnaast laten we ons (vage) plan om naar zuid Brazilië te gaan, varen om nog wat langer van Uruguay te genieten. Het is hier ook heerlijk weer, iedere dag zon en gemiddeld zo’n 25 graden.


Vanaf de boerderij van Jan en Marieke vertrekken via de kust richting het noorden. Het is zo’n 300 km naar de grens van Brazilië, maar we nemen de tijd en doen er acht dagen over met een paar mooie tussenstops. Eerst gaan we naar Punta del Este. Ik had er nog nooit van gehoord maar het is een decadente badplaats a la Monaco/St Tropez die van december t/m februari afgeladen vol is met allerlei beroemdheden en de crème de la crème van de wereld. Nu is het er uitgestorven stil en zo bevalt het ons prima. We bezoeken Casa Pueblo, een bijzonder gebouw zonder hoeken, gemaakt door kunstenaar Carlos Páez Vilaró die ook prachtige schilderijen en keramieke figuren heeft gemaakt. Me gusta mucho! Ook maken we een wandeling over het schiereiland waar de stad op ligt. De stranden liggen bezaaid met gouden eieren ter grote van pingpong ballen, het is een surrealistisch gezicht. Later in het Museo del Mar leren we dat dit de eieren zijn van schelpen, zoiets als onze wulk, die hier veel voor de kust voorkomen. In de haven zwemmen zeeleeuwen in afwachting van het slachtafval van de visafslag en op de parkeerplaats vlakbij waar we ook de nacht doorbrengen worden we veel bezocht door nieuwsgierige passanten met allerlei vragen, wat een dagelijks ritueel wordt gedurende onze reis door Uruguay. De parkeerplaats blijkt ook een datingsite voor zo’n 50 plaatselijke papegaaitjes die druk kwetterend om elkaar heen draaien en duidelijk op zoek zijn naar een partner. Tja lente hé.


Voor de volgende nacht parkeren we weer aan de zee voor een paar miljoenenvilla’s, nu in La Barra, we genieten er gratis van hetzelfde uitzicht in onze eigen milliondollartruck waartoe ons huisje op wielen verheven wordt door alle enthousiaste reacties en ook door ons zelf. Want wat bevalt dit goed en iedere dag zeggen we tegen elkaar dat het precies aan onze wensen voldoet en dat je meer eigenlijk helemaal niet nodig hebt. Voor mijn gevoel zou ik zo de rest van m’n leven wel door kunnen en willen brengen. Ik hoef nooit te stofzuigen, bezempje erdoor en klaar. Ik hoef geen was te doen, dat gaat naar de wasserette. Ik hoef minder te koken, uit eten is vaak goedkoper. De wereld is onze achtertuin, het uitzicht kiezen we zelf uit, we zijn dicht bij de natuur en zien veel dieren van dichtbij vanuit onze “mirador”. Maar goed uit ervaring weet ik dat ik over niet al te lange tijd heimwee krijg naar iedereen die me lief is in Nederland en dan zal ik wel weer anders piepen. We zien het wel. Voor nu alleen maar heel blij dat we doorgezet hebben en hier nu zijn met deze truck die zonder enige moeite over wasbordwegen, kuilen en gaten en door rivieren rijdt en echt voelt als een veilig en knus huis.


In de volgende twee dorpjes aan zee staan vuurtorens en uiteraard overnachten wij daarnaast want dat verhoogd ons thuisgevoel en ook daar is het uitzicht op zee natuurlijk weer prachtig. Naast de vele Urugayanen die ons ook daar weer bezoeken, komt er ook een Australische kreeftenvisser (type lang blond haar, jong, surfer, dude) langs. Hij eet een bord macaroni mee, we delen zijn fles wijn, wisselen reisverhalen uit en kijken samen de zonsondergang. Hij biedt me een blow aan (nee dank je), wiet is vrij verkrijgbaar in Uruguay, alleen niet voor toeristen. Hij vertelt dat hij het van een dankbare lifter heeft gekregen die hij een stuk mee heeft genomen in z’n huurauto waar hij ook in overnacht bij dezelfde vuurtoren als ons.


Cabo Polonia is ook een dorpje aan zee, alleen ligt dit 8 km van de weg. Om er te komen moet je dus lopen door het bos en de hoge duinen of meerijden met de “taxitrucks” die er om de twee uur rijden. We besluiten heen te lopen en terug met de truck te gaan. Het valt niet mee door het mulle zand en stiekem ben ik blij dat we geen toestemming hebben om met onze eigen truck te gaan. In het dorpje wonen veel creatievelingen, er staan allemaal gekleurde huisjes met muurschilderingen langs de zandpaadjes en er is een zeeleeuwenkolonie. We hebben er een leuke dag, eten chevice in een prachtige strandtent met muren bemozaiekt met schelpen. De rit met de taxitruck is ook gaaf, we zitten boven op het dak en rijden kilometers over het strand met de wind in onze haren.


In Punto del diablo blijven we drie nachten, het is liefde op het eerste gezicht. Prachtige kust (doet ons aan Australië denken) met rotsen en uitgestrekte stranden, een rollende blauwe zee, ook hier allerlei verschillende hutjes/huisjes, zandweggetjes maar net iets meer leven en infrastructuur als het vorige dorp. We maken lange wandelingen, zwemmen in de zee en kijken naar de surfers vanaf de bank. Als daarna het weer een paar dagen wat minder is, trekken we het binnenland in. Daar maken we een wandeling door de stromende regen in een ravijn (Quebrada de los Cuervos) en gaan op weg naar een vallei in het noorden van het land (Valle de Lunarejo) wat ons van meerdere kanten is aangeraden. Het rijden gaat niet snel, op z’n hardst 75 km per uur en de wegen zijn her en der erg slecht. We besluiten daarom het voor die dag voor gezien te houden en een plek langs de weg te zoeken om te overnachten. We vinden een zijweggetje dat openbaar lijkt en rijden langs een kleine chacra en twee km verder parkeren we in the middle of nowhere en zien donkere onweerswolken op ons afkomen. Even later komt er ook een jonge man met hond en een flink geweer (!) met grote passen door het weiland op ons af. Hij richt z’n geweer en voor we kunnen overleggen hoe we dit moeten interpreteren, schiet hij……...gelukkig in de lucht. Tja hier moeten we wel in actie komen, ik spreek het beste spaans en werk als vrouw hopelijk letterlijk ontwapenend dus verlaat m’n veilig huis en stap op de man af met een grote gefakete glimlach. Ik leg uit dat we toeristen zijn en of het ok is dat we daar de nacht doorbrengen. Het is natuurlijk helemaal geen probleem zegt Sebastiaan die zich ondertussen aan me heeft voorgesteld en ook een big smile heeft, maar dan een echte en hij legt uit dat hij op vogels en ratten jaagt voor het avondeten (voor zover ik z’n verhaal begrijp). Ik stel Michiel nog even aan hem voor, die nu ook uit de truck durft te komen, maar dan is m’n Spaans op en staan we nog een beetje naar elkaar te glimlachen. Met een “no pasa nada aqui” (er gebeurt hier niets, of te wel hier ben je veilig) neemt hij afscheid en wenst ons een goede reis voor morgen. Pffffeeew……


De volgende dag bezoeken we een oud gouddelversdorpje en lunchen daar in een hotel dat zo uit een western komt, ik krijg m’n koffie en melk in zilveren kannetjes. Daar is ook de oudste hydro-elektrische waterkrachtcentrale in Zuid Amerika (18 honderd zoveel), totaal verwaarloosd en spooky. In een stadje onderweg kopen we extra internet na wat rondvragen bij een mannetje die aan de weg zit met een klein tafeltje en een soort rekenmachine. Als we hem 5 euro geven, typt hij wat nummers in z’n rekenmachine en wonder boven wonder ontvangen we een sms-je dat we weer 3 Gb internet hebben. Eind van de middag bereiken we de vallei en rijden we een paar keer heen en weer door de rivier gewoon omdat het kan en omdat het leuk is dat het kan. Dit blijkt ook de beste plek om te overnachten (hoewel in een rivierbedding?). Michiel macgyvert nog even een lek luchtslangetje (wat is het toch een handige gozert!) en daarna doen we snel alles dicht want het stikt er van de muggen. Ik zoek op wikiloc (app met wandelingen) een leuke wandeling in de buurt, die blijkt 5 km verder en we rijden daar na het ontbijt naar toe en ik beleef daar één van mijn top tien perfecte dagen tot nu toe, alle juiste ingrediënten zijn aanwezig. Het begint met het vriendelijke ontvangst van Cesar die een kleine schapenfarm heeft (en camping blijkt later) bij de start van het wandelpad. Hij vertelt ons over de wandeling, geeft bruikbare tips, biedt aan om mee te gaan als gids maar vindt het ook helemaal goed als we aangeven liever zelf te wandelen. Hij blijkt zelf de routes op wikiloc te hebben gezet zodat je het ook zonder gids kan doen. Hij nodigt ons uit om

‘s avonds mee te eten met de asado, legt uit dat er nog meer gasten zijn (3 meiden in een tentje en 2 stellen in de cabana, allen uit Uruguay) en dat wij ook welkom zijn om te blijven overnachten. Dat klinkt goed en we zeggen toe dat we mee eten en blijven, en beginnen aan de wandeling, deze is zo’n 8 km en gaat door het bos de berg af de vallei in, daar komen we bij een rivierbedding met allemaal glinstersteentjes, alsof er geplaveid is met edelstenen. De wandeling eindigt bij een mooie waterval met meerdere etages en hier brengen we heerlijk de middag door met zwemmen en picknicken met de eigengemaakte pasta van de vorige dag. Vlinders en libellen vliegen om ons heen, er staat een zacht briesje, de zon schijnt en ik heb een spannend boek bij me en af en toe koelen we af in de poeltjes bij de waterval. Als we de berg in de namiddag weer terug op geklommen zijn wacht ons daar een koud biertje, een hangmat, een paar katten, ganzen en schapen, en een paar natuurgidsen waarin ik de vogels kan opzoeken die ik allemaal gezien heb. Cesar en Santiago stellen ons voor aan de andere gasten, voorzien ons van hapjes en drankjes en pakken er een paar gitaren bij en blijken echt goed te kunnen spelen en zingen. De zonsondergang is spectaculair en goed te zien vanaf de berg, het kampvuur gaat aan en de matebeker gaat rond. Tot grote hilariteit van het gezelschap heb ik nog nooit mate op en wordt uitgeroepen tot matemaagd Maria en natuurlijk moet ik worden “ontmaagd”. De mate smaakt naar groene thee en is best lekker, maar het is vooral het sociale aspect dat het leuk maakt, het rond gaan van de beker en niet iedereen bezopen aan het eind van de BBQ (heeft ook zo z’n charme). Ondertussen wordt er nog steeds prachtig gitaar gespeeld en gezongen, er wordt ook een cajon (drum) en een mondharmonica bij gehaald en vanuit het donker komt er ineens iemand al saxofoon spelend aanschuiven (waar komt die nou weer vandaan?), echt geweldig! De oranje gloed aan de horizon neemt af, de sterren fonkelen boven ons hoofd en aan de andere kant komt de bijna volle maan omhoog. Vuurvliegjes fonkelen in het weiland om ons heen, er wordt gezellig gekletst en gelachen, er gaan grote lappen vlees op het oude ijzeren bed dat boven de gloeiende kooltjes staat, er worden pizza’s gebakken op een ijzere plaat boven het vuur. Als ik twee liedjes op de gitaar doe, word ik van alle kanten gefilmd en gefotografeerd en krijg ik het grootste applaus ooit. Als we om 23.00 (!) eindelijk aan tafel zitten nuttigen we het heerlijke vlees en blijkt de saxofonist één Nederlands woord te kennen namelijk “koe”, dus eten we chorizo de koe en asado de koe, wat leuker is als je er bij bent besef ik me nu ik het zo opschrijf, hahaha. Daarna vallen we zeer voldaan in slaap om de volgende dag wakker te worden met het geblaat van de schapen en “no woman no cry” door de mannen op de gitaar. Het weiland stroomt ondertussen vol met dagjesmensen, die ook allemaal de camper natuurlijk willen zien en als Cesar en Santiago ook nog even binnen komen kijken, vinden ze m’n gitaar (zo heee een echte spaanse!) en geven spontaan een huiskamerconcertje in de camper, echt geweldig. We nemen afscheid met wederom omhelzingen en kussen en het ontroerd me diep dat we hier spontaan zo’n fijne tijd hebben gehad.


We reizen verder door het groene platteland met her en der struisvogels in de weiden, af en toe een dorpje van 3 straten en vele andere vogels in de rivieren en meertjes (o.a. ooievaars, lepelaars en grote roofvogels) en bereiken na twee dagen de thermale baden bij San Nicanor. Het is zondag dus erg druk met bbq-ende gezinnen, vossen lopen over de camping om te kijken of er wat te snaaien valt. We vermaken ons aan en in het zwembad en ik neem de tijd om de foto’s uit te zoeken en dit verhaal te schrijven. We proberen toch een beetje een plan te maken voor het vervolg, maar dat valt niet mee met zoveel te kiezen. Waarschijnlijk gaan we komende week richting Argentinië, maar of dat daadwerkelijk zo is, lezen jullie in het volgende verhaal!


(p.s. we genieten ook enorm van jullie reacties, dus ga daar vooral mee door! Wil je er dan wel de eerste letter van je achternaam bij vermelden, we blijken aardig wat mensen te kennen met dezelfde voornaam, thnx allen en tot de volgende maar weer, liefs en groetjes Michiel en Marieke)






2,5 weken "en el campo" (op het platteland)

Weer een nieuwe fase van onze reis is voorbij, namelijk het opstarten en wennen aan een nieuw continent en de truck reisklaar maken. Een betere plek dan op de chacra (boerderij) van Jan en Marieke hadden we ons niet kunnen wensen! Daar horen we alles wat we willen weten over Uruguay (en de omringende landen) en worden we ingeburgerd en klaargestoomd om onze verdere reis goed beslagen ten ijs te komen. Daarnaast doen we er de laatste klussen en is het er gewoon beregezellig en superrelaxed!


Op vrijdag 18 oktober kwamen we aan in Montevideo met de boot. Om 10 uur varen we de haven binnen. Voor we eindelijk de stad in rijden is het 17.00. Het lossen neemt veel tijd in beslag, daarna moeten we nog met alle campers door een hele grote scanner rijden, er wordt gezocht naar drugs. Hoe ze dat kunnen zien, is ons een raadsel, ze zien zelfs de motor niet in de garage staan en we attenderen de douane er maar even zelf op anders krijgen we geen stempel voor de motor en krijgen we problemen als we Uruguay straks weer uit willen. De stempel wordt zonder problemen gegeven en de sfeer is joviaal en vrolijk, geïnteresseerd vraagt de beambte of mijn oma Emmerentia heette en complimenteert me voor m’n verdere geboortenamen (Maria Rafaëlla), grappig. We nemen afscheid van de andere passagiers en maken nog een eerste en gelijk laatste groepsfoto, daarna gaat ieder z’n eigen kant op. Er was niet echt sprake van groepscohesie, ook niet na een maand op elkaars lip. Maar achteraf gezien hebben we toch met iedereen wel leuke gesprekken gevoerd (behalve met shark) en was het tof allemaal hetzelfde doel en dezelfde droom te hebben. Sowieso kijk ik na een paar weken op het vaste land een stuk positiever terug op de bootreis (en op de opvarenden), die toch echt wel héél gaaf was om mee te maken.


La Chacra Holandesa is een boerderijtje op het platteland van Atlantida, zo’n 5 kilometer van de kust en zo’n 50 kilometer van Montevideo. In een uurtje rijden we met het licht van de ondergaande zon langs de kust naar de plek van bestemming. We kijken onze ogen uit, veel mensen relaxen op de boulevard met een thermoskan onder hun arm en een theebeker met zilverkleurig rietje in hun hand. Her en der staan er mooie art-deco gebouwen. Het is zo fijn weer nieuwe input te hebben en met de truck te rijden. Er wordt regelmatig naar ons gezwaaid en getoeterd, wat we eerst interpreteren als waarschuwing dat we iets fout doen (Rijden we ergens wat niet mag? Staat ons licht wel aan? Missen we iets?) maar het blijkt gewoon enthousiasme over het buitenlandse nummerbord en de truck! Wat leuk, wat voelen we ons welkom! Ook bij de Chacra worden we zo enthousiast ontvangen, drie vrolijk blaffende en kwispelende honden en Jan en Marieke die ons letterlijk en figuurlijk met open armen en dikke zoenen het hek binnen laten en direct aan het bier en de hapjes zetten. We zijn nog maar een paar uur aan wal en vinden Uruguay al helemaal geweldig, wat de dagen er na alleen maar meer bevestigd wordt.


De volgende ochtend wordt ik wakker van de fluitende vogeltjes en de kraaiende haan, wat een genot. Ik gooi alle luiken open en verbaas me er weer over hoe gaaf gezicht dat is als alles open staat, super uitzicht en gelijk contact met de buitenwereld. De zon komt net op en schijnt door de grondmist over het groene platteland. Om ons heen niets anders dan weilanden met koeien en paarden. Over het zandpad, waar de boerderij aan ligt, komt in de verte een paard en ruiter aan, het is een gaucho (zuid Amerikaanse cowboy) compleet met schapenvacht op het zadel, hoge rijlaarzen en schuine baret op z’n hoofd. Vriendelijk zwaait hij gedag in het voorbij gaan en ik staar hem met open mond na. Het voelt alsof ik in een film beland ben. Na een lekker bord havermout (fijn ons eigen ontbijt weer maken) neemt Jan ons mee naar de markt voor de eerste inkopen en legt uit hoe e.e.a. werkt (nummertje trekken bij de groentekraam, ergens anders afrekenen, waar haal je kaas, waar je brood, wat is de beste wijn, welke slager is goed enz…). Ik koop van alles 200 gram, want dat is het enige dat ik in het Spaans kan zeggen en er wordt hier geen woord Engels gesproken! Toch lukt het goed om met die paar woorden uit de voeten te kunnen en de op de boot geleerde lessen werpen z’n vruchten af.


Voor de avond regelt Jan vlees voor de BBQ, we worden samen met het Nieuw-Zeelandse stel die er ook kamperen, uitgenodigd om mee te feesten met huisvriend Daniël die z’n vijftigste verjaardag viert op de boerderij. Ook hij (en tevens al zijn feestende vrienden en familie) ontvangen ons met een omhelzing en een zoen, gewoonte in Uruguay, aldus Jan. Er zijn empanadas (gevulde deegenvelopjes) en vooral heel veel vlees, 1 kilo de man! De fruitsalade die ik heb gemaakt wordt door de Uruguayanen niet gegeten, je gaat toch geen fruit eten als je vlees kunt eten! Gelukkig vinden de gringos en de kinderen ‘m wel lekker en gaat-ie toch nog op. De wijn vloeit rijkelijk, er is een vrolijke, uitgelaten sfeer en we worden overal bij betrokken. Goed voor ons Spaans. Al snel staat iedereen te dansen en gaat het feest tot in de kleine uurtjes door. Een aantal gasten blijft slapen in het airbnb huisje. En als ze de volgende ochtend vertrekken worden wij, de motor en de truck nog even op de film gezet, gewoon omdat ze het allemaal zo leuk vinden! Oh ja en ze hebben ook nog even met een paar man de motor uit de truck getild. En wij ons maar zorgen maken over hoe we dat zouden gaan fiksen.


De dagen worden gevuld met klusjes doen en de omgeving verkennen op de motor. We delen de camper (Marieke noemt het de keet met haar lekkere Twentse accent) handiger in. Michiel maakt een kledingkast, sluit de verwarming, de gasflessen en de achteruitkijkcamera aan, maakt stopcontacten en usb aansluitingen in de cabine, past de trap verder aan, hangt de brandblusser op, maakt verlichting in de garage en zorgt dat alle spiegels goed staan en vast zitten. Ik verf het laatste muurtje binnen nog een keer geel, probeer de oven en de magnetron uit (jaaaaa het werkt allemaal!), ga in m’n uppie op de motor een paar keer boodschappen doen in het dorp (wat ben ik blij dat ik dit kan en durf, helemaal gelukkig cross ik langs de knalgele bermen vol heerlijk geurende brem!) en knutsel een bordje voor in de tuin van drijfhout van het plaatselijke strand. Ook helpen we op de boerderij met wat klusjes, ik maai het gras (doe daar 2 dagen over en na een week is het alweer nodig!), en laat de honden uit en Michiel helpt bij het verplaatsen en opnieuw zetten van een afrastering om de paardenwei. Ook worden we een paar keer aangesteld als campinghouders als Jan en Marieke een middag of een avondje weg gaan. Heel druk is dat niet, want de helft van de dagen zijn we de enigen kampeerders. Naast de Nieuw-Zeelanders, die maar twee nachten blijven, zijn er ook nog een Duits stel, een Italiaans stel en een Belgisch stel voor een paar nachten. We eten gezamenlijk onder de grote overkapping en dat gaat heel gemoedelijk en gezellig. Iedereen brengt wat ter tafel qua eten en qua verhalen en op één van de avonden is er zelfs een heus darttoernooi met Michiel als winnaar. Ook hierbij vloeit de wijn rijkelijk, iedere avond wel eigenlijk en ik kies er regelmatig voor om na het eten lekker m’n boek te gaan lezen in “de keet” om te voorkomen dat er nog meer kilo’s bij vliegen door een te hoge alcoholconsumptie. Iets waar Michiel geen last van heeft, de boffert. Hij brengt dan ook vele avonden pimpelend met Jan door waarbij de sterke verhalen over en weer uitgewisseld worden en er veel gelachen wordt.


Ik geniet enorm van alle dieren om ons heen, wat heb ik die gemist aan boord. Er zijn drie honden die het gek genoeg heel leuk vinden om aan de lijn uitgelaten te worden terwijl ze een groot erf hebben waar ze los kunnen lopen en kunnen doen wat ze willen. Twee kroelkatten, vier paarden, een enorm varken met de mooie naam Snitzel, een grote schare kippen en kuikens (en dus verse eieren) en heel veel verschillende vogels. De lapwings, een soort kievieten, die hun eieren en jongen schreeuwend verdedigen boven de weiden. Statige ibissen die met hun kromme snavel ook bijzondere geluiden produceren. Zwermen groene papagaaitjes die een tropisch tintje aan het polderlandschap verschaffen. Ovenbirds met hun ronde nesten van klei en discussies voor de deur wie van de twee er voor het eten moet zorgen. En natuurlijk de kroelende uiltjes die ik iedere ochtend vanaf de bank kan observeren als ze op hun uitkijkbergje staan rond te kijken en hun nest in de grond prepareren nu de lente hier begint. Regelmatig komen er mensen te paard voorbij (meer dan auto’s) en Marieke nodigt me uit om ook een ritje te maken wat we op een mooie zonnige middag dan ook doen. Het is zeker 20 jaar geleden dat ik m’n laatste buitenrit heb gedaan en we houden het dan ook gewoon bij lekker stappen door het mooie landschap, wat super fijn om dit weer eens te kunnen doen!


We gaan ook nog een dagje terug naar Montevideo, we staan veel te laat op, nemen de bus die bij 85 haltes stopt (maar wel live gitaarmuziek onderweg!) en komen dus vrij laat aan in de stad. We hebben hierdoor maar een paar uur en gaan bij de plaatselijke VVV vragen wat er allemaal te zien is. “Nou niet zoveel” zegt het meisje achter de balie. Ook kan ze ons niet uitleggen hoe en waar we internet op onze simkaart kunnen regelen. Die heeft dus het verkeerde beroep gekozen! Dus nemen we de gratis kaart mee en dwalen door het voetgangersgebied met leuke winkeltjes en restaurantjes. Gelukkig heeft Marieke ons een goed restaurant getipt en daar genieten we van een heerlijke lunch. Bijzonder is dat als je met je creditcard betaalt je gelijk je tax weer terugkrijgt, dus ben je een stuk minder kwijt dan de prijs die op de menukaart staat. Nu is uit eten toch al niet zo duur, voor 10 euro pp heb je een goede maaltijd met een paar biertjes. De boodschappen daarentegen zijn schreeuwend duur, brood, fruit, kaas is zelfs 2 soms 3x zo duur als in Nederland! Wijn en vlees (de plaatselijke producten) zijn echter wel weer wat goedkoper dan bij ons.


Naarmate de dagen voorbij gaan, raken de klusjes aan de camper op. We gaan langzaam eens nadenken over waar we heen zullen gaan. Het is bijzonder om zonder plan op reis te zijn en zoveel tijd te hebben. We beseffen ons ineens dat we nog nooit zo lang op één plek op vakantie zijn geweest! Als de vogeltjes nestjes beginnen te bouwen in de dubbele uitlaatpijpen van de truck en ik zonder te kijken kan zeggen wie er langs rijdt in de auto of op de brommer, weten we dat het tijd is om te gaan. We horen echter van Jan dat er een paar dagen later een jaarlijks festival (een soort vestingdagen) in Atlantida is. Hierbij draait alles om de gauchocultuur en iedereen komt in z’n beste kleding op z’n paard naar het strand om daar een optocht te starten door het dorp en te eindigen op een pleintje/veld vlak bij onze chacra waar dan behendigheidswedstrijden zijn, een braderie is en live muziek gespeeld wordt. We besluiten dat we dat nog wel graag willen meemaken en het is een geweldige dag met meer dan honderd paarden en gauchos, zo mooi op het strand! Er is geen toerist te bekennen (behalve wij) en we schieten mooie plaatjes en completeren de mooie herinneringen die we zullen hebben aan Atlantida, een gemoedelijk dorp aan het strand met mooie riviermonding en prachtig achterliggend platteland en altijd zwaaiende mensen en grote verscheidenheid aan vogels en niet te vergeten La Chacra Holandesa met z’n gastvrije bewoners, zowel mens als dier. Het was fijn zo.









In een roestbak de oceaan over.

“In een roestbak de oceaan over” stond er boven een artikel dat maanden op m’n prikbord in de keuken hing. Het artikel ging over de boottocht op een vrachtschip van Grimaldi van Montevideo naar Antwerpen. Ik kon me maar niet voorstellen dat ik ooit op een dag aan zo’n zelfde tocht zou beginnen, wat een avontuur! Bij het inlezen en regelen van deze reis, kwam ik allerlei verontrustende foto’s en verhalen tegen van omgevallen en op de kust gelopen schepen van Grimaldi. Na het boeken van onze tickets, zonk er zelfs nog eentje voor de kust van Bretagne onderweg naar Montevideo en kwam het door ons in eerste instantie geboekte schip aan de ketting te liggen in Dakar i.v.m. cocaïnesmokkel. Ik heb mijn sterke voorgevoel om maar niet op de boot te stappen ferm onderdrukt en verleden maand letterlijk m’n angsten overboord gegooid en toch maar ingecheckt op de Grande Amburgo.


We zijn nu een maand verder, wow en wat een avontuur was het inderdaad, van zeer afwisselend tot dodelijk saai en alles er tussen in. Zou ik het nog een keer doen? Nee. Heb ik spijt? Absoluut niet!! Lees hieronder hoe het was en laat me weten of je ook zou gaan.


Donderdagavond 19 september worden om precies 0.00 uur de trossen los gegooid in Antwerpen. Ik ben de enige passagier op het bovendek die onze reis daadwerkelijk ziet beginnen. De rest ligt al te slapen. Michiel slaapt sowieso veel de eerste dagen, de andere passagiers, 3 Fransen, zien we bij de maaltijden en bij mooi weer aan dek. Gelukkig spreken ze goed Engels en bezitten ze een goede dosis humor, gezellig! De eerste dagen varen we door wouden van windmolens naar Hamburg. Daar mogen we een paar uurtjes van boord de stad in. Bij terugkomst heeft de rest van de passagiers zich ingecheckt, 7 Duitsers waar we de hele reis maar geen echt contact mee op kunnen bouwen, zelfs niet als we een rondje bier regelen bij de kok of andere gezamenlijke activiteiten proberen (puzzelen, karaoke, reisplannen bespreken, de steden bezoeken waar we aanmeren). Ze doen nergens aan mee en blijven stug Duits praten in ons bijzijn. Jammer. Pas de laatste dagen ontdooien ze een beetje.


Naast de 12 passagiers zijn er ook nog zo’n 20 Filipijnse werkmannen en 10 Italiaanse officieren aan boord. Ook met hen hebben we niet heel veel contact. Ze zijn vaak druk aan het werk en m.n. de officieren lijken het vooral lastig te vinden dat er ook nog 12 passagiers aanwezig zijn. We hebben onze eigen steward toegewezen gekregen, Vincenzo, die iedere ochtend onze kamer schoonmaakt en ons ‘s middags bedient bij zowel de 4 gangen lunch als het 4 gangen diner. Wat een luxe! De kok, Nicola, is een Italiaan uit Napels die al 40 jaar op schepen kookt en ons dus unbelievable verwent met z’n kookkunsten. Hij lijkt zo weg gelopen uit de muppetshow met z’n wilde bos haar, grote snor, zwart/wit geruite broek, vlekkerige hemd en peuk in z’n mond. Maar koken kan hij en ondanks dat we iedere dag sporten en/of minimaal 1 a 2 uur per dag “kustwandelingen” maken op het bovendek, vliegen de kilo’s er aan. (en dan drink ik nog niet eens de halve liter wijn die we iedere dag bij de maaltijd krijgen!).


Onze dagen vullen zich rondom de maaltijden (7.30 ontbijt, 11.00 lunch, 18.00 diner) met sporten, lezen, puzzelen, film/series kijken, gitaar spelen, Spaans leren, maar vooral heel veel aan dek naar de zee turen, al wandelend of vanuit hangmat en luie stoel, en ik kan zeggen dat dat nooit verveeld! Het is iedere dag weer anders. De kleur van de zee wisselt van de grauwe Noordzee naar de stralend blauwe en doorzichtige zee bij de Canarische eilanden, tot de bruine zee voor de kust van Brazilië waar veel rivieren uitmonden. Ook zijn er veel mooie luchten te zien, zonsondergangen, regenbogen, hoge cumuluswolken, strakblauwe hemels, prachtige sterren maar ook potdichte mist. En dan is er natuurlijk nog het leven in en om de zee, grote scholen dolfijnen die spelen op de boeggolven, vliegende vissen die echt wonderlijk ver komen door de lucht, Jan van Genten die azen op de vliegende vissen, vlinders, schildpadden (altijd met z’n tweeën), fregatvogels, een sunfish (heel bijzondere vis, nog nooit eerder gezien!), een witte walvis, bultruggen en zelfs 2 orka’s!


Bij de golf van Biskaje komen we terecht in een storm 8 bft, het schip deint behoorlijk heen en weer, iedereen voelt zich een beetje katterig en is er stil van. Maar niemand is echt ziek en bij mij werken de zeeziekpillen prima. De rest van de reis verloopt redelijk kalm en het waait nergens meer zo hard als in die eerste week. Vanaf Hamburg varen we dezelfde weg weer terug langs de noordwest kust van Nederland om 8 dagen later Dakar binnen te varen. De volgende dag mogen we een dagje van boord, wat een heerlijkheid! Het ruikt er zalig naar land, nooit geweten dat je dat kunt ruiken. Het stoffige zand in de straten, de kruiden van de markt, het fruit, kookluchtjes, heerlijk om weer even aan land te zijn. De Duitsers blijven aan boord (zoals in alle volgende havens), lekker veilig. Michiel en ik bezoeken Ile de Goree, een klein eilandje voor de kust van Senegal vol koloniale huizen, keienstraatjes, geen verkeer, soezende katten, prachtige vrouwen in kleurige gewaden, baobabbomen, veel kunstenaars en een superrelaxte sfeer. Het is warm en de zon schijnt, we steken erg wit af bij de plaatselijke bevolking als we eind van de middag een verfrissende duik nemen, nieuwsgierige kinderen raken me stiekem aan onder water. We zijn 3 uurtjes op het eiland, maar het voelt als een lang weekend, zo blij dat we gegaan zijn!


Daarna volgen weer 6 dagen op zee, wat dan ineens toch wel erg veel niets is. Het enige heugelijke dat er gebeurt is dat we de evenaar passeren en dat we dit moment mee mogen maken op de brug. Een paar jonge officieren krijgt een plens water over zich heen van Neptunus (gespeeld door het enige Braziliaanse bemanningslid, die overigens wel heel aardig en spraakzaam is) en ook de passagiers worden gedoopt. We krijgen zelfs een certificaat van de kapitein met daarin onze nieuwe zeenamen shrimp (ik) en tuna (Michiel). De enige naam die blijft hangen is shark voor de stugge Duitse vrouw van wie ik als enige haar eigen naam niet kan onthouden, dat heeft de kapitein goed uitgekozen.


Op maandagochtend 7 oktober staan we allemaal met onze verrekijker aan dek omdat we weten dat we Zuid Amerika naderen. We zijn nu totaal 19 dagen onderweg en hunkeren naar land, even internetten, even lopen, even wat anders, input! Maar voordat we land zien, zien we eerst nog zo’n 40 bultruggen die ons met hun grote vinnen al flappend op het water welkom heten in de “nieuwe wereld”. Prachtig!! En dan eindelijk land! We zien mooie bergen bedekt met jungle de zee in rollen , hagelwitte stranden en een hoge brug in de verte die de monding van de rivier bij Vitoria overbrugd en waar wij onderdoor getrokken worden door twee sleepboten. We kijken onze ogen uit, een bruisende stad met wolkenkrabbers maar ook kleine gekleurde huisjes in de favela’s, de sloppenwijken in de buurt van de haven. We kunnen de boot niet af. We zijn er te kort. Jaloers kijk ik naar de joggers in het park en het dagelijkse leven aan de overkant van de rivier waar we aangemeerd liggen. Vannacht varen we naar Rio de Janeiro, hopelijk kunnen we er daar wel af.


Rio is één van de meest tot de verbeelding sprekende steden ter wereld. De screensaver van de computer op m’n werk was een foto van de bergen en baai rondom Rio. Tjonge wat ben ik daar vaak bij weg gedroomd en dat ik de maanden, weken en uiteindelijk de dagen telde dat ik daadwerkelijk die kant op zou gaan! Als ik de volgende ochtend wakker word, spring ik dan ook gelijk m’n bed uit om mijn screensaverworld in werkelijkheid te zien. Het regent echter pijpenstelen, de bewolking hangt laag en de boot ligt aangemeerd in een lelijk havengebied naast grauwe en volle viaducten. Hmmmmm niet helemaal wat ik er van verwacht had. We mogen even van boord en komen uiteindelijk (door tijdgebrek) niet verder dan het busstation, waar we gelukkig nog wel een paar simkaarten scoren en zodoende eindelijk weer contact kunnen hebben met de rest van de wereld. Het blijft de hele dag kletteren van de regen, maar vlak voor het donker wordt, trekt de bewolking wat omhoog en door de optrekkende flarden zie ik vanaf de boot toch nog even de Cristo Redentor, het monumentale christus beeld dat met z’n armen gespreid de grootte van Rio lijkt aan te wijzen. Erg indrukwekkend! Leuk ook dat m’n boek (de zeven zussen) precies hier speelt en over het beeld gaat, nooit geweten dat het helemaal gemozaïekt is.


De volgende dag meren we aan in Santos na een prachtige tocht langs de zuidkust van Brazilië. Het is heerlijk weer, we zien vissersbootjes, nog meer walvissen en her en der eilandjes voor de kust. We mogen in de stad weer een paar uurtjes van boord, gelukkig liggen we vlak bij het oude centrum waar we met een oud trammetje langs de vergane glorie van de hoogtijdagen in de koffiehandel rijden. ‘s Nachts varen we weer verder, nu richting Paranagua. Echter als we de volgende middag vlakbij zijn, mindert de boot ineens vaart en gaat voor anker op zee waar we vervolgens 3 dagen in de mist liggen! Het is weekend/feestdag dus het werk in de haven ligt stil, geen pilots, geen sleepboten enz…. Nou ik kan jullie verzekeren dat waren drie hele lange dagen met als enige hoogtepunt een paar grote groene libellen aan boord. We zijn ondertussen ook wel zo’n beetje uitgepraat met de andere passagiers na bijna vier weken op elkaars lip. Gelukkig hebben we af en toe een vleugje internet vanaf de kust die verborgen ligt in een dikke grijze deken. Mijn Spaans gaat met sprongen vooruit, dat dan weer wel.


Maandag 14 oktober liggen we dan eindelijk weer in een haven en mogen we zelfs de stad in tot 17.00 uur, wat een feest!! Wel duurt het bijna twee uur voor we door de havenpoort en de douane heen zijn, maar dat hebben we er echt wel voor over. Paranagua heeft een liefelijk, rustig oud centrum met pastelkleurige huizen en gietijzeren balkonnetjes, het ligt aan een mooie rivier met mangrove waar kano’s en vissersbootjes af en aan varen. De zon schijnt weer, de wind waait zachtjes door de palmbomen, er zwemmen rivierdolfijnen voorbij. We bestellen een paar grote pullen bier op het terras bij de mercado en genieten van schalen vol vers zeevoedsel. Zo voel ik me weer helemaal in m’n element, mooi plaatsje ontdekken, lekker eten, precies de goede temperatuur, kleuren en geuren en m’n maatje die weer helemaal opleeft. Helaas komt aan deze mooie dag ook weer een eind en de volgende dag voelt totaal tegenovergesteld. Regen, harde wind, onduidelijk waarom we nog niet vertrokken zijn of wanneer we gaan vertrekken, kranen in de haven stuk, pilots die niet uit durven varen vanwege de wind, computersysteem dat niet werkt en daardoor 43 containers kwijt enz enz….. Uiteindelijk vertrekken we pas de dag er na. Ik reken uit dat we nog zeker een week te gaan hebben. We zijn wel in de buurt van onze eindbestemming, maar de route bepaalt nou eenmaal dat we eerst naar Zarate in Argentinië varen en dan pas naar Montevideo. Ook horen we dat er gestaakt wordt in Zarate. Pfffff het kan dus nog wel eens veel langer gaan duren voor we eindelijk weer in onze truck kunnen gaan rijden. Iets waar we steeds meer naar uitkijken.


Als we uitvaren miezert het nog steeds en staat er nog een flinke deining van de afgelopen storm. Geen weer om op dek te zijn, dus zitten we weer verplicht in onze hut zonder raam waar we, suf van het geschommel, veel slapen. Michiel komt in de gang de zwijgzame kapitein tegen die we normaal nauwelijks zien. Hij houdt Michiel aan en zegt goed nieuws te hebben, namelijk dat we eerst in Montevideo stoppen i.p.v. doorvaren naar Zarate! Dat betekent dat we overmorgen al aankomen i.p.v. volgende week!! Daarna klaart de stemming bij iedereen, zowel passagiers als de bemanning, aanzienlijk op. Ik begin met het uitzoeken van de foto’s voor op de site, pak m’n spullen in, haal de fotoslingers van de muur en schrijf dit verhaal. Als ik het zo terug lees is de tijd toch eigenlijk best wel gevlogen en hebben we veel meegemaakt en gezien voor een maand “heel veel niets”. Ik heb 8 boeken gelezen, 4 puzzels gemaakt, veel Spaans, Frans, Engels en een beetje Portugees gesproken en geleerd, (bijna) iedere dag gesport, 60 warme maaltijden op, 2x per dag vers fruit op, gezien hoe het werkt op een vrachtschip, heel veel Porsches en Jaguars uitgeladen zien worden, 3 BHV oefeningen gedaan, in een reddingsboot gezeten, veel buiten geleefd, lekker bruin geworden, uitgerust, 7 havensteden bezocht, veel zeeleven gezien en buiten de stugge Duitsers en de serieuze officieren veel lol gehad met de anderen, veel gezongen, muziek gemaakt en geluisterd en me welkom gevoeld (zwaaiende walvissen en supervriendelijke, behulpzame en goedlachse Brazilianen) in die nieuwe wereld die we de komende maanden verder gaan ontdekken. Kannie wachten!!

Klaar voor vertrek!

Pfffff nu begrijp ik wat er met de uitdrukking “de laatste loodjes wegen het zwaarst” bedoeld wordt. Tjonge wat waren de laatste weken vol met van alles! Werk afronden, 12 jaar Pameijer overdragen aan collega’s, cliënten die extra in de stress schieten omdat ze hun persoonlijk begeleidster kwijt raken, nog even verhuizen met ons kantoor in mijn laatste week. Afscheid nemen van cliënten en verwanten, daarna van collega’s, daarna van familie, vrienden, buren, kennissen, zelfs de postbode en natuurlijk de pakjesbezorger, keer op keer op keer, best heftig. BBQ’s, supriseparty, feestjes, borrels. Nieuwe mensen spreken en ontmoeten die we leren kennen op onze zoektochten op het web naar info over overlanden in Zuid Amerika. Ons huis leeg en schoon maken (niet mijn beste eigenschap!), veel, heel veel spullen weg doen, minimaliseren, op zich wel prettig. Inpakken en natuurlijk nog heel heel heel veel klussen aan de truck!


Al drie jaar heb ik me verheugd op het jaarlijkse overlandersweekend in Ranst, België. We zijn daar twee keer eerder geweest, maar nog nooit met deze truck. In het weekend van 6,7, en 8 september zouden we er heen gaan, dit stond al heel lang vast. Ons eerste weekendje weg met de truck naar een evenement waar veel gelijkgestemden zijn, veel gave trucks staan en heel veel kennis en kunde te zien en te halen is. Wat een mooie gelegenheid om proef te draaien! Helaas gooit Grimaldi, de bootmaatschappij, roet in het eten. Vertrek vanuit Antwerpen is precies naar dat weekend verschoven, dus gaan we eerder weg dan verwacht, wat helemaal niet goed uitkomt, we kunnen de tijd ook goed gebruiken om zoveel mogelijk af te krijgen. De datum wordt echter nog wel een paar keer verschoven (naar voren én naar achteren) en uiteindelijk wordt het gelukkig toch later. Echter geeft Michiel een paar dagen voor het weekendje weg aan dat hij er niet overheen ziet om met de truck naar Ranst te rijden, er moet nog zoveel aan gebeuren. Ik zie ondertussen ook de wallen onder z’n ogen steeds donkerder worden, ik zie dat hij het moeilijk heeft met z’n baan los laten, ik zie dat hij zich rot klust om het af te krijgen, ik zie voor het eerst wat stresssymptomen, iets wat Michiel nooit heeft, en ik laat het weekendje Ranst schieten, trek mijn kluskleren weer aan en ga verder met schilderen.


Vanaf 1 september zijn we werkeloos, wat een raar gevoel. Als ik na de laatste werkdag thuis kom, weet ik niet hoe ik me moet voelen, moet ik huilen, moet ik lachen? Uiteindelijk klinkt er een grote gil door het lege, kale huis, YESSSSSSSS I did it, ik ben vrij om te gaan en staan waar ik wil voor de komende 3 jaar met m’n beste maatje, wat bijzonder en hoe fijn! Michiel moet nog even wennen aan het idee (hier is hij afgelopen negen jaar al mee bezig), wat als er geen werk is bij terugkomst (hij heeft een terugkomgarantie), wat als de truck allerlei kuren vertoont en er niets werkt van wat hij bedacht heeft (komt goed joh), wat als het tussen ons niet goed gaat als we straks 24/7 op elkaars lip zitten (was ik niet van plan, lekker je eigen dingen blijven doen), wat als we niet voldoende geld hebben (nou dan gaan we wat eerder naar huis), wat als het huis en de tuin in verval raken (joh daar wordt goed op gepast), wat als onze ouders of andere geliefde personen wat overkomt (vliegticket en je bent binnen 24 uur weer thuis). Enz…. Enz….. Zo praten we heel wat af en naar mate de datum van vertrek dichter bij komt, gaat hij er toch ook steeds meer in geloven (Gelukkig!).


En dan de laatste zondagmiddagborrel met onze lieve vrienden en buren, een prachtige nazomermiddag op het terras van de Barbier, op de achtergrond speelt een meisje mooi gitaar, een biertje in de hand, zo is het leven goed, wat gaan we dit missen, maar wat een fijne herinnering. En wat nog meer, de camper is af!!!!! Onverwachts toch nog gehaald! Trots showen we aan alle geïnteresseerden onze kikkebak (eigenlijk wel een goeie naam, dat schijnt namelijk te horen een naam voor je truck, raarrrrrr) en besluiten prompt om er alvast in te gaan slapen (toch een beetje proefdraaien op eigen oprit). Zo slapen we de laatste nachten in het toch wel wat krappe bedje met de kat tussen ons in, die haar kans nog even aangrijpt om nog meer zwaankleefaan te zijn (ze voelt duidelijk dat er iets gaat gebeuren wat niet in haar voordeel is). We worden ongelooflijk verwend met lieve berichtjes, fotoslingers, prachtige, lekkere en praktische kadootjes en heel veel knuffels. En dan is het tijd om echt te vertrekken, we gaan dit doen!


Woensdagochtend 18-9-2019 is onze reis officieel gestart, we zoenen en zwaaien nog een paar lieverds gedag en rijden naar Vlissingen voor een tussenstop bij mijn ouders. Daar worden we nog even in de watten gelegd voor we vandaag, donderdag 19-9 dan eindelijk naar Antwerpen rijden. Als we bij de immigratie parkeren, na twee keer fout rijden, horen we vanuit de toren een schril fluitje. Het blijkt een meneerke van de gendarmerie die het niet eens is met de plek die we daar voor uitgekozen hebben. Hij dirigeert ons vanuit z’n toren naar de parkeerplek onder hem waar Michiel gelijk een deel van de kroon van boom af rijdt. Pfffff en we zijn al zo nerveus (komen we de boot wel op, vinden ze het wel goed dat we zoveel spullen bij ons hebben, straks moet de motorfiets ingeleverd worden of moeten we bijbetalen, of vaart de boot niet enz…..). Maar het wordt ons verder niet kwalijk genomen en binnen twee minuten hebben zwart op wit toestemming dat we België mogen verlaten met de Grande Amburgo als zeelieden. De boot op gaat ook soepel en nu is het wachten op het echte vertrek, het echte begin van de reis. Een zeereis van 4 á 5 weken met een aantal tussenstops o.a. in Hamburg, Dakar en Rio de Janeiro. Hoe dat verloopt horen jullie in het volgende verslag! Trossen los!!

Nog 43 dagen voor vertrek.

Hier een update van de laatste weken. Er is weer een hoop gebeurd. Michiel klust zich helemaal wezeloos, ik help waar kan (lees "waar mag") en houd me daarnaast bezig met alle praktische voorbereidingen en het opruimen, aanschaffen en inpakken van spullen.

We volgen de Grande Nigeria nauwlettend en stiekem hoop ik op wat vertraging zodat we nog wat meer tijd hebben om de camper zover mogelijk af te krijgen. Well, you get what you need, is mijn ervaring in het leven en ik zie op de shipfinderapp dat het schip al dagen in Dakar ligt. Als ik google op de naam van het schip, blijkt dat ze aan de ketting ligt en dat de bemanning én de passagiers zijn gearresteerd i.v.m. smokkel van cocaïne (het zal je maar gebeuren als passagier!!!), er is zo'n 700 kg gevonden in de auto's aan boord. Nou die vaart dus voorlopig niet meer. In lichte paniek begin ik me te oriënteren op vliegtickets aangezien de 6 hutten aan boord een jaar van tevoren geboekt moeten worden en er dus niet snel weer een plek voor ons aan boord zal zijn op de andere 3 lijndiensten (er vaart er één per week naar Zuid Amerika) omdat die natuurlijk al lang volgeboekt zijn. Maar wonder boven wonder tovert Grimaldi nog een megavrachtschip uit z'n hoge hoed en krijgen we een paar weken later bericht dat we alsnog in september kunnen vertrekken maar dan met de Grande Argentina en twee weken later dan gepland. Helemaal goed!!

Ondertussen doen we een paar testritjes naar de Brouwersdam en dat maakt dat ik er steeds meer in begin te geloven dat we dit echt gaan doen. Ik durf me langzaam te gaan verheugen en m'n werk meer los te laten. Ik schrijf m'n ontslagbrief en nu is het voor het eggie. Michiel wacht tot het laatste moment, maar eind juli neemt ook hij eindelijk de stap. Straks ontvangen we ons voorlopig laatste salaris en weten we met welk budget we op reis kunnen nu de grote uitgaven aan de truck en voor de bootreis gedaan zijn. De uitgaven aan de truck blijken minder dan gedacht, mede doordat er her en der spullen geritseld kunnen worden, er hulp is van vrienden, Aliexpress en Marktplaats onze favoriete sites zijn momenteel en we een goede lasser in de buurt hebben gevonden. Dat betekent dat we mogelijk nog langer op reis kunnen dan gepland. Ook ontstaat er het idee om de zomers in Nederland door te brengen (in de huizen van vrienden die dan op vakantie gaan, alleen weten zij dit nog niet, hahaha), de truck in Uruguay te stallen en dan vakantiewerk te doen. Bij mijn werkgever zou dat bijvoorbeeld prima kunnen. Ook daarmee zouden we de reistijd kunnen verlengen. Nou ja eerst maar eens kijken of deze "way of life" ons bevalt, maar niet teveel vooruit plannen.

De verbouwing blijft trager verlopen dan verwacht en gehoopt. De keuken is nu echt wel af, zo ook de bovenkastjes. Afgelopen maand heeft Michiel de watertank ingebouwd en alle benodigde waterleidingen en afvoeren gelegd naar boiler, keuken, douches (één binnen en één buiten) en wc. De garage en de cabine zijn ook af. De badkamer krijgt langzaam vorm. Verlichting, verwarming en stopcontacten heeft hij ook gemaakt. De buitenkant is nu ook helemaal klaar, de dieseltank en reservedieseltank zijn schoon en hangen weer onder de truck, zo ook een kastje voor de gasflessen, de vuilwatertank, twee nieuwe opbergbakken en de door mijn vader gereviseerde generator. Ik verf alles zwart.

Wat er nog gemaakt moet worden is: laatste beetje badkamer, kastje vriezer, hoekbank, tafel, binnendeur, elektra, zonnepanelen op dak, dakraam, horren en dan binnen alles nog verven. -Zucht- Als ik dit zo opschrijf voel ik weer die lichte paniek, ken je dat, van dat gefladder in je borst? Gelukkig is daar Michiel die onverstoorbaar door buffelt en er een "kikke bak" van maakt, zoals voorbijgangers regelmatig zeggen. Zijn ondertussen gevleugelde uitspraken "ach ik rommel maar wat aan" en "het komt wel goed joh" zijn me dierbaar geworden en maken dat ik er in blijf geloven. Nog 6 weken!

Nog 75 dagen voor vertrek.

Jeetje wat vliegt de tijd! Over nog geen 11 weken zitten we op de Grande Nigeria richting Montevideo en zou de camper klaar moeten zijn. Dat we met de boot meegaan is zeker, dat de camper dan af is zeker niet! Maar waar ik eerst dacht dat je dan niet weg zou kunnen (je kan toch niet met een halve camper op pad!), heb ik me nu door verschillende mensen laten verzekeren dat dit eigenlijk helemaal geen probleem is.

We hebben allebei zoveel bijgeleerd de laatste maanden, op het gebied van klussen maar ook op andere gebieden. Ik heb me sufgelezen (en nog) in allerlei reisblogs van anderen zodat ik een beetje weet wat ons te wachten staat in al die verre landen, hoe gaat het bij de grensovergangen, welke papieren heb je nodig, wat kost diesel eigenlijk daar, kun je makkelijk aan bepaalde levensmiddelen komen (pot sambal gaat mee!), hoe vervelend doet de politie, hoe makkelijk kom je aan onderdelen voor de truck enz...... Een ware schat aan informatie en ook leuke contacten gelegd o.a. met Jan en Marieke die 5 jaar geleden naar Uruguay zijn geëmigreerd en daar nu een camping runnen voor overlanders (reizigers die, met wat voor vervoermiddel dan ook, over land reizen). Zij hebben ons gevraagd wat spullen mee te nemen uit Nederland en wij kunnen onze reis door Zuid Amerika bij hun op de camping starten waar ook de mogelijkheid is om nog verder te klussen, dus dat is helemaal mooi.

Ondertussen scharrelen we alle onderdelen als puzzelstukjes bij elkaar en doet Aliexpress goede zaken. De postbode komt zo vaak pakketjes brengen (van horren, tot schroeven, scharnieren, camera's, beddengoed, motorhelmen, deurknopjes, lampjes, enz. enz....) dat hij regelmatig even een shaggie bij ons rookt terwijl hij informeert naar onze vorderingen. Er is sowieso veel aanloop van geïnteresseerden en nieuwsgierigen. Ons plan en ons vervoermiddel spreken blijkbaar tot de verbeelding en dagelijks beantwoorden we vragen hierover en gaan we ons steeds meer beseffen hoe bevoorrecht we toch zijn dat we dit kunnen doen. We zijn veel vrij in de aanloop naar ons ontslag per 1 september, omdat we onze vrije dagen moeten opmaken. Dit komt goed uit want zoals Sjors en Monique zo mooi formuleerden afgelopen week "niets droogt zo snel op als een zee van tijd". Zij zijn doorgewinterde overlanders, al jaren aan het reizen in hun truck en weten als geen ander hoeveel tijd er gaat zitten in het bouwen van een camper.

We regelen ook allerlei praktische zaken. Ik moet medicijnen mee voor minstens een jaar en dat gaat allemaal niet zomaar. Eerst moet ik de ambassades bellen van alle landen die we gaan bezoeken om te vragen of dit niet onder de verdovende middelen valt, aldus mijn huisarts. Volgens de supervriendelijke ambassade van Uruguay is het helemaal geen probleem, en ik besluit mijn huisarts te zeggen dat ik alleen naar dat land ga. Daarna is er nog wat overredingskracht nodig bij zowel huisarts als apotheek, maar lijkt het toch wel te gaan lukken. Onze zorgverzekeringen en de belastingdienst moeten we informeren over dat we straks geen werk meer hebben, we hebben dan geen recht meer op teruggaaf inkomstenbelasting, maar weer wel op zorgtoeslag. We zorgen voor oppas van ons huis inclusief kat. We regelen een reisverzekering die het goed vindt dat we een jaar aaneengesloten reizen en die voor een Engelstalige verklaring zorgt dat ze ons repatriëren indien nodig (brief is nodig om mee te mogen varen met het vrachtschip), ook een cargoverzekering voor aan boord (tenslotte zinkt er nog wel eens een Grimaldiboot) en een verzekering voor de truck in Zuid Amerika. Dit moet ook weer via via, aangezien je niet als buitenlander kunt verzekeren (je moet het allemaal maar weten!). De motor zetten we op mijn naam, omdat je geen twee voertuigen in mag voeren in bepaalde landen. Onze ontslagbrieven hebben we nog niet geschreven, het blijft een hele stap en allebei hikken we er een beetje tegenaan. Michiel heeft gelukkig wel een terugkomgarantie gekregen. Als hij binnen twee jaar terug is, kan hij zo weer bij de AVR aan de slag. Ik verwacht ook geen problemen in het vinden van een baan in de zorg bij terugkomst, maar toch. Op je 50ste een leuke en goed betaalde baan opzeggen is best spannend. Verder moeten we de auto nog verkopen, want om die twee jaar stil te laten staan is niet handig. Met het geld dat we dan eind augustus na 10 jaar bij elkaar hebben gespaard zouden we het zo'n 2,5 á 3 jaar kunnen uithouden inclusief af en toe een break naar Nederland van een paar weken.

Wat een heerlijk vooruitzicht om zo'n tijd helemaal niets te moeten! Hoewel ik ook wel uit ervaring weet dat dat heel snel went. Toen we 9 jaar geleden een half jaar op reis waren, misten we uiteindelijk toch wel het gevoel van je nuttig maken. Hier hebben we dan ook best wel veel over nagedacht en gepraat. We hebben afgesproken dat we samen veel leuke dingen gaan zien, doen en meemaken, maar dat we vooral ook onze eigen dingen blijven doen, andere mensen gaan ontmoeten en ook wel nieuwe dingen willen leren (b.v. Spaans en Portugees spreken/verstaan, zelf brood bakken, ukelele spelen, kiten, workaways, wijnproeverijen enz....). Zuid Amerika is niet echt een continent voor vrijwilligerswerk, maar wie weet zijn er toch wel mogelijkheden om anderen te helpen of om ons nuttig te maken. We gaan het allemaal beleven.

Nu dus nog 75 dagen om te kijken of we toch alle basics in de camper op orde krijgen. Er moet nog een bank in, een badkamer, en alle elektriciteit. Graag ook nog een dakraam, een schone reservedieseltank, nieuwe onderbouwbakken en alles geschilderd, maar dat heeft geen prio. In die tijd moeten we ook nog afscheid gaan nemen van iedereen, het moeilijkste stuk. Onze ouders die al op leeftijd zijn, onze vrienden en vriendinnen waar ik eigenlijk niet zonder kan, onze kat die mijn tweede schaduw is. De kanoclub, de eetclub, de pokerclub, het zwembad, m'n koor en ons heerlijke plekkie in Hellevoetsluis. Geen grote afscheidsparty maar het liefst ongezien weg glippen, ach nee dat kan toch ook niet. Gelukkig bestaat er whatsapp en facetime en zijn de mogelijkheden om contact te houden groot. Behalve de eerste maand op de boot, geen wifi, geen land en alle tijd om te onthaasten. Ben benieuwd!

nog 222 dagen

Vandaag ons reisblog nieuw leven in geblazen voor wie het leuk vindt om ons te volgen komende jaren.

reis verhaal voor liefhebbers die niet in de mailinglist stonden

zie andere verhalen en foto 's van dit blog.