michielenmarieke.reismee.nl

Jaaaaaaa we zijn weer bij de zee!

Na twee maanden zien we eindelijk weer de zee! Daar ben ik blij om want daar op de rand tussen land en zout water voel ik me altijd op m’n best. Het leeft, het bruist, het is altijd verrassend, er is van alles te doen en te vinden en de zonsondergangen zijn er vaak spectaculair. En niet geheel onbelangrijk er is een overvloed aan zuurstofrijke lucht , die lekker ruikt naar zilt, zeewier en gewoon naar zee (dit in tegenstelling tot in de Andes waar we later heen gaan en de lucht ijl is).



We beginnen in Puerto Cisnes, wat zich vertaalt als zwanenhaven. Er zwemmen inderdaad een hoop witte zwanen met zwarte nekken. Hier hadden we twee jaar geleden “crisisberaad” met een groepje andere overlanders en werden we weg gejaagd door de plaatselijke politieagent die er op uit gestuurd was door de angstige dorpsbewoners aan het begin van de Coronashit. Nu is het er super relaxed, de zon schijnt en iedereen is echt heel vriendelijk. De restaurants zijn open en er is live muziek. Fijn om het zo ook mee te maken.



De volgende dag klimmen we met de truck een hoge pas over, een prachtig stuk van de Carretera Austral door het regenwoud met dikke, hoge bomen, steeds groter wordende Nalca bladeren, bloeiende fuchsia’s en af en toe een doorkijkje op de omliggende gletsjers. Op de motor bezoeken we National Park Quelat, de weg is te smal voor de truck. Daar maken we een mooie wandeltocht door de jungle. De bomen zitten vol epifyten, varens en mossen. Goudkleurige grote kevers verdedigen hun territorium tegen soortgenoten en ze vechten het uit met hun grote gewei op hun kop, af en toe valt er daardoor Ă©Ă©n uit de boom en kunnen wij ze mooi van dichtbij zien, het zijn net sieraden, wondertjes der natuur (al nieuwsgierig naar de foto’s?). Chucoa’s (een soort roodborstjes) komen nieuwsgierig uit de dichte ondergroei aan hippen, ze zijn totaal niet bang en volgen ons zelfs een stukje. Na een uurtje klimmen eindigt het pad bij een prachtig uitzicht punt op de “hangende gletsjer”, die inderdaad over een hoge bergrand lijkt te hangen en eindigt in een hoge waterval. Super mooi!



In Puyuhuapi staan we aan een fjord dicht bij de waterlijn, we zien zeeleeuwen voorbij zwemmen en een mooie ijsvogel vliegt iedere morgen naar z’n vaste uitkijkpaaltje. We zijn omsingelt door los lopende koeien, schapen en varkentjes die ook af en toe afkoelen in het water want het zijn een paar warme dagen. Het is een grappig gezicht. De 2e nacht komt de vloed hoger dan gedacht en staan we met de wielen in de zee, gelukkig drijft 12 ton niet zo snel weg! Michiel maakt een paar mooie fietstochten in de omgeving. Ik maak kennis met de nieuwe achterburen die hun tenten met houten stokken hebben opgebouwd. Het blijken zigeuners. Oma zit pontificaal tussen de kussen en de pluche op haar prachtige bed in de tent. Op de grond liggen Perzische kleden en aan de wanden hangen doeken als versiering. Het lijkt wel een sprookjestent! Vanaf haar bed deelt ze bevelen uit aan de rest van de familie en haar twee kleine hondjes. Zo komt haar kleinzoon gedwee met een grote glimmende koperen pan aan lopen. Of ik die wil kopen? Nou nee. Ook goed. Vriendelijk zwaaiend nemen we afscheid.

Drie giebelende studentes architectuur uit Santiago komen ook kamperen. Ze spreken goed Engels en zijn zeer geïnteresseerd in de truck, het is hun grote droom zo horen we van hun (en dagelijks van heel veel andere voorbijgangers) om ooit met een camper ook zo op reis te gaan. Maar ook vanuit hun studie tonen ze interesse, hoe bouw je zoiets, hoe zelfvoorzienend kun je zijn, welke materialen gebruik je? Ondertussen vertellen ze ook veel over zichzelf, hun leven, hun ideeën en hun land. Het is een leuk gesprek en voor ze hun tent gaan opzetten eindigen ze met de vraag of het hier wel veilig is. Veilig? Hoezo niet? Nou met die gitanos (zigeuners) zo vlakbij, aldus de meiden. Tja de vooroordelen zitten hier ook diep geworteld.



Zo’n 100 km verder naar het noorden ligt Puerto Raul Marin Balmaceda, een mondvol voor een piepklein dorpje dat slechts bestaat uit een paar zandstraatjes aan de monding van twee grote rivieren. Om er te komen moeten we Ă©Ă©n van die rivieren over met een pontje waar 6 auto’s op passen, of 3 auto’s en wij. We moeten er achterstevoren op rijden, wat best spannend is maar Michiel is een excellent driver en met 2 centimeter tussen de ingeklapte spiegels en de stuurhut van de pont varen we in 10 minuten naar de overkant. Daar staan we ook weer 3 dagen aan de zee, het is een prachtplek. Dolfijnen zwemmen zo dichtbij langs dat we ze steeds horen ademhalen, ook hier weer zeeleeuwen en zelfs een paar pinguĂŻns. Vanaf de pier naast ons gooien locals met opkomend tij een hengeltje uit. Je ziet de robalos goed zwemmen in het heldere water. Gemotiveerd haalt ook Michiel z’n hengel ergens achter uit de garage en binnen no time blinkert hij 3 vissen uit het water! Tja en nu? You tube filmjes kijken hoe verder? We vragen aan een vissende moeder en zoon om hulp en krijgen les in “hoe maak ik een zelf gevangen vis schoon” en eten ‘s avonds gebakken fileetjes. De volgende dag vang ik er ook een paar die eindigen in Ceviche volgens Claudio’s recept. Heerlijk!



Ruta 7, zoals de carretera austral ook heet, eindigt in Chaiten. Nog zo’n slaperig dorpje aan een mooie baai vol zeeleven omringt door regenwoud, vulkanen en eeuwige sneeuw op de toppen. Ook hier staan we een paar dagen aan een prachtig strand. Michiel beklimt er een vulkaan in de buurt.

Je kunt hier alleen verder met een ferry of de grens over naar ArgentiniĂ«. Aangezien we nog een maand hebben qua visa en permits besluiten we de ferry te nemen naar het eiland ChiloĂ©, zo’n 5 uur varen verderop. Tevens hopen we ten noorden van dit eiland, in Puerto Montt, een laadregelaar te kunnen kopen. Wat we ondertussen ook hard nodig hebben is gas. Dit is na 8 maanden gebruik op en koken zit er voorlopig niet in want buitenlandse gasflessen bijvullen is hier in Chili not done. Gelukkig kunnen we op het strand BBQ-en en gaan we gewoon wat meer uit eten waar dit kan. Zo eten we o.a. een fantastische Chupa de Centolla (krabsoep met kaas), Lomo a lo Pobre (biefstuk met een gebakken ei en ui er op), Churrascos con Palta (broodjes met gegrild vlees en avocado), en Empanadas con Camarones (deegenvelopjes vol met kaas en garnalen). Wat we wel missen is ons dagelijks ontbijt met warme havermoutpap met noten en fruit.



ChiloĂ© overvalt ons met z’n drukte, overal files, enorm veel toeristen en nergens kunnen parkeren omdat het zo vol staat met auto’s. Het is echt shocking na weken ruimte, natuur, rust en stilte. De Chilenen kunnen na 2 jaar eindelijk weer op vakantie maar niet de grens over, vandaar dat iedereen hierheen gaat, het is hoogseizoen.

De eerste nacht horen we veel sirenes en zelfs het luchtalarm gaat een tijdje waardoor we een doorwaakt uurtje tsunamiangst hebben aangezien ook de baai voor ons ondertussen is leeg gelopen. Gelukkig blijkt er gewoon een groot getijdenverschil te zijn hier en waren de sirenes verder niet voor direct gevaar bedoeld. Het landschap is totaal anders dan in Aysen. Het doet denken aan Bretagne met z’n groene rollende heuvels, begroeiing, klifrotsen, lange stranden, kleine eilandjes, leeggelopen baaien met drooggevallen scheve vissersbootjes, oesters en smalle asfaltweggetjes. De huizen zijn kleurrijk en bekleed met allerlei vormen houten shingels, sommigen staan op palen in het water. Er staat in ieder dorp een compleet houten kerk met bijzonder uiterlijk van binnen en van buiten, er klinkt in sommigen kerken gezellige salsamuziek, overal staan planten, bloemen en frutsels, en ze zijn knalgeel of zelfs pimpelpaars geverfd . Zo anders als de vaak kale, kille, statige kerken die we kennen.



We doen een paar dagritten samen op de motor omdat dat door de drukte overal gewoon veel handiger is. Het is al die tijd heerlijk weer. Op verschillende plekken huren we kajaks en peddelen voor de drukte met toeristen begint door de verstilde ochtenden met magische mistsluiers boven het water langs verzonken bomen, pinguïns en een zeeleeuw. Met z’n dikke kop boven water lijkt hij in eerste instant op een grote kluit zeewier. Pas als hij me begint te achtervolgen zie ik dat het dus een joekel van een man is van rond de 400 kg. Die wil je niet in de buurt hebben van je kanootje! Gelukkig verliest hij z’n interesse na een kwartiertje en kan ik weer wat rustiger peddelen en genieten van de stuntelige pinguïns die struikelen over hun eigen en elkaars voeten op de eilanden voor de kust. In het water bewegen ze zich een stuk sierlijker en hoe ze uit het water het land op schieten is ronduit kunstig en geestig om te zien. Er zitten mooie rode zeesterren op de rotsen en boven ons hoofd vliegen de aalscholvers, meeuwen en zwarte scholeksters onrustig roepend rondjes om ons heen. Op het strand azen gieren op het visafval van de locals.



We ontmoeten veel mensen onderweg, niet alleen enthousiaste Chilenen (die ons dagelijks feliciteren met ons geluk) maar ook overlanders die het reizen weer opgepakt hebben of buitenlandse toeristen die het weer aandurven om voor een paar weken door Chili te reizen, hoewel die nog steeds zeer ondervertegenwoordigd zijn. Zo hebben Erwin en Janneke een camper gehuurd en gaan ze aansluitend naar Antarctica, die schepen varen dus blijkbaar ook weer. Jochen en Samantha komen we her en der tegen, zij delen hun chocoladebier bij de BBQ op het strand bij zonsondergang en we doen samen een kanotochtje in Chepu. Beatriz, keeper bij het Chileense hockeyteam, vertelt dat ze in juni naar Nederland gaat voor het WK hockey en is nu een patagoniatripje aan het doen voordat ze straks maanden hard moet trainen. En de afgelopen dagen heeft Peter zich bij ons aangesloten met z’n rode brandweerwagen. We wisselen onderling nuttige informatie uit, maar het is vooral ook heel gezellig om in je eigen taal gewoon lekker te ouwehoeren zonder te hoeven nadenken over iedere zin en woord. Hoewel ik moet zeggen dat ons Spaans nu echt wel vooruit gaat. Het gaat er niet alleen om dat je woordjes leert en werkwoorden kan vervoegen maar vooral ook dat je de melodie en intonatie van een taal leert aanvoelen. Zodra je dat door hebt, hoef je nog niet eens te verstaan wat er letterlijk wordt gezegd, maar begrijp je vaak wel de strekking van het verhaal. Plus dat ons vaak dezelfde vragen worden gesteld natuurlijk, waar kom je vandaan en waar ga je heen, zo kunnen we ons standaard riedel al zeer vloeiend oplepelen en zelfs een paar vragen terug stellen.



Het reizen bevalt heel goed zo en mijn angst dat ik het thuis geĂŻdealiseerd zou hebben, was ongegrond. Het is echt heel fijn. We zijn uitgerust en ontspannen en genieten van de vrijheid en nieuwe indrukken. Ik mis het werk niet, hoewel ik me vanmorgen nog even nuttig kon maken door de hand van een visser te verbinden die zich flink gesneden had. We vinden het beiden wel een goed idee om af en toe eens te werken in Nederland om feeling te houden met ons beroep en de reispot weer wat aan te vullen. Zo zouden we het heel lang kunnen uitzingen, mogelijk zelfs tot ons pensioen ooit ver weg. Weer vragen we ons af waarom niet veel meer mensen dit doen, zo moeilijk en duur is het niet, en voor je het weet is je leven geleefd. Gelukkig lijkt de Coronatijd er wel voor gezorgd te hebben dat het besef gegroeid is dat werk niet alles is en dat het belangrijk is om vooral gezond te blijven en een leuk leven te leiden. Just do it!





Daaaaaaaag Villa Mañihuales!

Afgelopen twee weken hebben we af en aan nog bij de familie Cabezas in Villa Mañihuales doorgebracht om uiteindelijk toch echt vaarwel te zeggen. Zoals Monique en Sjors (fellowoverlanders) altijd zeggen, zodra mensen je de weg gaan vragen in een dorp, wordt het tijd om te vertrekken, en aangezien dit al een paar keer gebeurd was als ik met Picho de hond liep te wandelen, hebben we een datum geprikt “to continue the roadtrip to the north”.



Maar first things first, onze administratie moet op orde. We willen duidelijkheid over de einddatum van onze tijdelijke invoervergunningen voor de motor en de truck want dan weten we hoe lang we nog in Chili kunnen blijven. Dus terug naar het zuiden, naar Coyhaique waar het kantoor van de douane zit. EĂ©nmaal daar krijgen we binnen 5 minuten de papieren waar we al weken op zitten te wachten, met daarop de stempel “28-02-2022”, zo simpel kan het soms zijn. Opgelucht gaan we lekker lunchen en eten we churrascos (broodjes gegrild vlees) con palta (met avocado) bij een picada, een algemeen woord voor “het beste eettentje in een dorp”, met drie “ B’s”, bonito, bueno y barrato! (mooi, goed en goedkoop), handig die inside information van Claudio. Daarna laten we de al jaren bestaande barst in de voorruit eindelijk plakken bij een garage om nog verder scheuren te voorkomen en gaan we langs bij Kaufman, de Mercedes handelaar, waar we ondertussen kind aan huis zijn en altijd vertrekken met ijsjes, pennen, petjes, sleutelhangers en af en toe weer een volgend onderdeel, ze zijn er weg van de truck.



Om het regelwerk met het aangename te verenigen gaan we ook nog een paar dagen naar Lago Paloma, zo’n 50 km ten zuiden van Coyhaique. Daar staan we prachtig tussen de hoge bergen op een strand aan de rand van het meer. We kijken in de verte tegen de eeuwige sneeuw op Cerro Castillo en het is uitzonderlijk heerlijk weer, zonnig, warm en een klein briesje. Perfect om eindelijk ons zeilbootje uit te proberen dat al 2,5 jaar ongebruikt in de truck ligt. Tijdens het uitpakken en opblazen (met een elektrische pomp via de nieuwe startaccu’s een makkie) blijkt dattie er nog perfect uitziet en we hebben er twee dagen veel plezier mee. Pas de derde dag begrijp ik weer waarom hier verder helemaal geen zeilboten zijn en waarom alle bomen hier Ă©Ă©n kant op groeien. De wind staat weer aan zoals gebruikelijk in PatagoniĂ«, daarbij regent het ook en liggen de bergen verscholen tussen de dikke sluiers wolken. Tijd om nog een laatste weekend in Villa Mañihuales door te brengen en de paardenraces te gaan bekijken.



Ondertussen hebben we veel app contact met overlanders die allemaal weer terug komen naar Zuid Amerika om hun reis te vervolgen, geweldig! Samantha en Jochen, een stel uit Antwerpen waarmee we onze reis in Uruguay begonnen met een paar gezellige avonden bij de BBQ, treffen we in Puerto Aysen waar ze in een hostel verblijven. Ze hebben net hun wagen uit de stalling bij de douane opgepikt en gaan na een grondige beurt bij de garage ook weer op pad. We kletsen zo een regenachtige dag weg en zij weten als geen ander hoe het voelde twee jaar geleden om ineens je droomreis te moeten opgeven. Ook Ad en Annemarie hebben vast gezeten in Chili, 4 maanden zelfs voordat ze terug gingen naar Nederland in 2020. We ontmoetten elkaar ooit in ArgentiniĂ« en hebben al die tijd contact gehouden. Zij rijden nu van noord naar zuid en kienen het zo uit dat ze gezellig mee kunnen naar de paardenraces in “ons” dorp. We hebben zoveel te bepraten dat ze de volgende dag nog een keer langs komen. We krijgen veel tips en roadmaps van de plekken waar wij naar onderweg gaan, heel fijn en ook heel gezellig! Peter (van de rode brandweerwagen) lukt het ook om terug te komen en arriveerde gisteren in Santiago (helaas zonder Francien deze keer), en Ute en Ralph zijn ook gisteren herenigd met hun Duitse Unimog in Buenos Aires. We hopen ze Ă©Ă©n dezer weken, maanden, jaren ergens weer live tegen te komen!



We navelen langzaam af bij de familie. Claudio wil ons nog zoveel laten zien en proeven, maar heeft het ook druk met al z’n projecten, werk, brandweer en zorg voor zieke familieleden. Hij neemt ons nog een middag mee naar Puente Piedra, een mooie uitgesleten kloof bij een riviertje diep in het bos, dat we zelf nooit gevonden zouden hebben. We moeten over privĂ© land, door een soort oerwoudbos en drie keer een koude rivier door die vrij hard stroomt en ook al komt het water maar tot m’n knieĂ«n moet ik iedere stap voorzichtig en bedachtzaam zetten om niet onderuit te gaan. Op de terugweg met de auto door het woud komen we Ă©Ă©n tegenligger tegen en Claudio, die iedereen lijkt te kennen, stopt midden op de weg en koopt van de bestuurder een kilo locos (abalones, normaliter zeer prijzige schelpdieren) die ik op m’n schoot geworpen krijg op de achterbank. Ook schuift er even later nog een liftster bij want vrouwen laat je niet langs de kant van de weg staan, ook niet in Coronatijd volgens Claudio.




De paardenraces is een happening vooral voor het mannelijk deel van het dorp. Daar worden de laatste roddels uitgewisseld, veel gepraat over paarden, alcohol gedronken uit leren wijnzakken en vooral veel gegokt met flinke smakken geld. Het vindt plaats net even buiten het dorp op een afgelegen weiland op twee banen naast elkaar waar twee paarden per keer tegen elkaar om het hardst naar het eind rennen. Dit duurt ongeveer 7 seconden en gebeurt 1x per uur. De rest van de tijd worden de paarden gepresenteerd door een rondje langs het publiek te stappen, de uitreiking van de beker, het uitwisselen van geld van de verliezers naar de winnaars en nog wat andere gokspelletjes onderling. Overal staan mannen met gevouwen pesos biljetten te zwaaien. Er hangt een echte cowboysfeer. De mannen lopen veelal in poncho’s, met een leren hoed op en karakteristieke O-benen. De paarden zijn prachtig, groot, vol energie, alert, oren naar voren en enorm gespierd, ze worden met twee man in bedwang gehouden.

We komen er achter zo ondertussen best wat mensen te kennen, en omhelzen en zoenen her en der familie en bekenden. Annemarie en Ad die we daarvoor nog netjes met een Hollands corona elleboogje begroetten, worden daar ook gewoon mee-omhelst en mee-gezoend omdat ze met ons mee zijn, hahaha, zo grappig. Helaas is het een koude, winderige en natte dag en na twee keer een uur wachten op die paar seconden spanning, hebben we het wel gezien en wandelen we terug naar het dorp, met een leuk Chileens vlaggetje als aandenken.




Thuis koken over en weer nog wat lekkere maaltijden voor elkaar. Ik maak wraps en leer papa Cabezas hoe je die oprolt, hij is niet heel enthousiast, maar moet toch lachen om het eindresultaat, “aaahaaa opvouwen net als een gauchoheuptasje” roept hij uit. De pasta met perzik en gebrande amandelen valt meer in de smaak, hoewel het gebruik van gekookt fruit in je warme maaltijd hier zeer ongewoon is. Claudio maakt rauwe appelmoes met heel veel kaneel, kilo’s zalm op verschillende manieren klaargemaakt, gebraden varkensribbetjes, super lekkere pebre (Chileense salsa) en salades met onder andere veel knoflook, citroensap en koriander. Natuurlijk altijd geserveerd met overheerlijke Chileense wijnen. De maaltijden zijn precies zoals we het lekker vinden, zeer goed van smaak, gezellig en ongedwongen. Claudio legt alles met veel geduld en in goed Engels uit, we leren veel Spaans, hebben het over onze verschillende culturen, gebruiken en politiek, en meestal gaan we pas na twaalven naar bed.

De laatste dagen helpen we mee met nog wat klusjes om het huis, we plukken 15 kg kersen, maaien het gras en doen ook nog wat klusjes aan de truck. We worden bedolven onder de cadeautjes, grote potten heerlijke kersenjam, lappen zalm, mooie blinkers en dik sim om zelf zalm mee te gaan vangen, een echte matebeker van kalebas en een gaucho mes voor Michiel inclusief les hoe hij ‘m moet slijpen op een wetsteen wat best een uitdaging is na een paar flessen wijn! Wij trakteren een taart en brengen er ook nog Ă©Ă©n langs bij Don Juan en Ana als afscheid. Ik knuffel nog een laatste keer met Picho en Maya, de honden en Russio en Russia, de katten. La gente pequeña (de kleine mensen), zoals als papa Cabezas ze zo mooi noemt. We omhelzen mama, papa en Claudio en bedanken nogmaals voor alle hulp, gastvrijheid en mooie tijd die we hier gehad hebben. We zullen het nooit vergeten en hopen ze zeker terug te zien. Zwaaiend rijden we Villa Mañihuales uit, het lieve dorpje in Ă©Ă©n van de mooiste groene valleien van PatagoniĂ« tussen de besneeuwde bergtoppen, met z’n paardengetrappel, gaucho’s, herkenbare vogelgeluiden, twee rivieren vol forel en zalm, los lopend schaap in de straat, gekleurde huisjes, vele supermarktjes, ons wandelpad achter het dorp, fijn zwemmen in de rivier, onvindbare geldautomaat, mensen die altijd gedag zeggen, alle honden die jaloers blaffen vanachter hun tuinhek als ik gezellig met Picho voorbij wandel, volle kersenbomen, kayakmeer, paardenraces, bloeiend verenigingsleven, toegewijde 7e compagnie brandweerkorps die vrijwillig hun werk doen, onze veilige plek ver weg van huis, en de Carretera Austral die als hoofdader door het dorp loopt en waarover wij onze weg vervolgen naar het noorden. Op naar Alaska!!

Proefrondje

Ondanks dat de tijd vertraagt hier in Patagonië, vliegt hij toch voorbij op één of andere manier. Kerstmis ligt ver achter ons en eigenlijk is het ook al veel te laat om jullie allemaal nog een gelukkig nieuwjaar te wensen. Toch wensen we jullie een goede gezondheid, fijne ontmoetingen, lekker eten en drinken en heel veel verwondermomenten, want dat is wat geluk is!



Om dat eerste punt (gezondheid) maar gelijk aan te pakken, halen we vlak voor het nieuwe jaar begint, een boostershot. Chili loopt wat dat betreft voor op Nederland. Een afspraak hoeven we niet te maken. We lopen een grote sporthal in, wachten onze beurt af en de prik wordt gezet en staat de volgende dag digitaal op ons lijstje vaccinaties.



De fijne ontmoetingen, lekker eten en drinken en verwondermomenten volgen direct daarna want dan wordt er oud en nieuw gevierd bij oom Juan en tante Ana op het platteland. Eerst op oudejaarsavond waarbij we heerlijk geBBQd kalfsvlees eten en de wijn en ponche weer rijkelijk vloeit. Het onderlinge begrip groeit, we kennen elkaar nu wat beter maar vooral ook omdat Claudio over en weer vertaalt. De conversatie is levendig, er wordt een hoop gelachen, zowel de schoonmoeder van Don Juan (die al drie mannen versleten heeft, begrijpen we uit alle grappen) als wij gringo’s zijn het onderwerp van vrolijke spot en daar lenen we ons graag voor. Later op de avond komen de accordeon en gitaar weer te voorschijn en we zingen en klappen en ik waag nog een dansje met Juan met wapperende zakdoeken en al (m’n volksdansende moeder kan trots op me zijn!). Klokslag 12 uur omhelst iedereen elkaar en houden de broers (oom Juan en de vader van Claudio) mooie speeches over hun geluk, familie en gezondheid. Tot onze grote verrassing krijgen we een echte van leer gevlochten lasso cadeau, hij is echt prachtig, oud, verweerd, gebruikt, maar daardoor juist geweldig, authentiek en een hartverwarmend gebaar van deze lieve mensen die ons vreemde gringo’s zo ontzettend gastvrij hebben ontvangen.

Het feest gaat de volgende dag overdag gewoon weer verder. Weliswaar in wat grotere context (er zijn zo’n 20 mensen) en lekker buiten. Op het menu deze keer het lieve varkentje en nog een lam, weer veel muziek, dans en drinkgelag (of is het gelach?) En zo begint het nieuwe jaar dus zeer gelukkig.



De hoogste tijd voor een proefrondje. We stippelen een route uit door het zuiden van ongeveer een week en spreken af dat we daarna weer naar Claudio en z’n ouders terug komen om eventuele reparaties aan te pakken en de paardenrennen te zien. De overburen die we op het feest hebben leren kennen, helpen ons met het uit de weg duwen van de motorloze auto die de weg blokkeert achter onze truck, de laatste hindernis. Eindelijk kunnen we gaan rijden! Er komen wel gelijk wat gebreken aan het licht, alles piept en kraakt, de wagen hangt scheef en we laten Villa Manihuales achter in een grote zwarte rookpluim. Maar gelukkig blijken het slechts opstartproblemen en als de motor warm is gelopen en we een paar bochten verder zijn, lijkt de wagen zich te schikken in z’n lot en er zelfs weer lol in te krijgen. De zwarte rook verdwijnt, de bladveren en banden komen weer wat in vorm en vrolijk ronkend rijden we daar ineens zelf over de Carretera Austral, wat een genot!



De eerste stop is de hoofdstad van Aysen, Coyhaique, voor ons 3 uur rijden. Hier doet iedereen uit de omliggende dorpen z’n boodschappen alsof het het winkelcentrum om de hoek is. Afstanden betekenen in PatagoniĂ« niet zoveel. Men spreekt hier ook over hoeveel uur het rijden is ergens naartoe, niet over hoeveel kilometer.

We moeten op zoek naar een nieuwe laadregelaar voor de zonnepanelen, een nieuwe accu voor de motorfiets, een paar tussenstukken voor de uitlaten van de truck en een motortje voor de ruitensproeivloeistof. Vele winkels verder, veel onhandig Spaans en een heel lang verhaal kort is dat we eind van de middag de stad verlaten met slechts een nieuwe accu voor de motor en een koelkast vol eten. Nou ja dat is in ieder geval iets.



We brengen een paar dagen door bij Cerro Castillo, daar zijn we vorige keer heel snel langs gereden in onze vlucht naar het noorden en gelukkig kunnen we er nu op ons gemak van genieten. Het is een de hoogste berg in de omgeving, bedekt met eeuwige sneeuw en ziet er uit als een hooggelegen kasteel met z’n vele zwarte gekartelde randen en pieken. We maken een paar mooie hikes en een ritje op de motor daar waar de truck niet kan komen. Er zijn best veel toeristen, vooral Chilenen, maar ook de Rotterdamse Niels die een camper heeft gehuurd en een bakkie bij ons doet en een Amerikaan uit Alaska die met z’n Chileense vrouw rond rijdt in een Duitse overlandtruck. Ons buitenlandse nummerbord trekt veel aandacht, maar gelukkig alleen maar in positieve zin.



Na Cerro Castillo houdt het asfalt op en is er alleen nog maar gravel (ripio). Hier begint voor ons de echte Carretera Austral, waar tussen ieder dorpje zo’n 100 km niemandsland ligt, echte wildernis met woeste rivieren, meters hoge bamboe, grote Nalca bladeren (een soort rabarber), los lopende paarden, af en toe een gaucho, gletsjers in de verte, wilde dieren en natuurlijk heel veel wind, maar daar over later meer.



Na twee dagen ripio, met een mooie overnachtingsplek naast een rivier, komen we aan in Rio Tranquilo. Hier stonden we in maart 2020 toen ineens het besef kwam dat we weg moesten wezen en in feite onze reis in vrijheid eindigde. Voor ons dus best een dingetje om hier zomaar weer aan te komen rijden en in feite de draad weer op te pakken. Als we het dorp binnen rijden, zien we gelijk het strand waar we stonden toen gezellig met veel andere overlanders. We draaien het straatje naar het strand in waar alle touroperators van het dorp met hun kantoortje zitten en worden tot ons grote verrassing binnen gehaald met een staande ovatie, de locals springen op, klappen, zwaaien, duimen gaan omhoog, gebaren dat we moeten toeteren, wat we dan ook flink doen en dat alles met een grote glimlach en tranen in de ogen. De angst voor buitenlanders is duidelijk (en gelukkig maar) weer verdwenen en we zijn meer dan welkom, hoe fijn!

Het is er veel drukker dan vorige keer, volle parkeerplaats, veel campers, grote groepen toeristen varen af en aan naar de marmergrotten om de hoek. Allemaal Chilenen, dat dan weer wel. Het lijkt Volendam wel in Corona tijd, ook zwart van de mensen uit eigen land. Ook hier weer veel interesse voor de truck, onze manier van reizen en het buitenlandse nummerbord. Soms laten we de luiken maar gewoon dicht, alsof we niet thuis zijn, de toeloop overweldigt ons gewoon. We zijn blij dat we de highlights hier al gezien hebben en snel verder kunnen naar Lago Leon een gletsjermeer waar we 20 km wandelen en verder niemand tegenkomen. Ik doe er een verlaatte (of is het verlaten) nieuwjaarsduik en het water is er letterlijk ijskoud. Als we na de wandeling terugrijden op de motor naar de truck, moeten we over een zeer fragiele houten brug. Michiel zakt er met z’n achterwiel doorheen, maar het lukt hem net om naar de overkant te komen. Wat ben ik blij dat ik voor de brug al was afgestapt.



De dagen daarna rijden we rond het grootste meer van Chili, het lago General Carrera met z’n prachtige diep blauwe kleurschakeringen. De weg loopt ook hier weer door niemandsland en is uitgehakt uit de steile bergen die diep in het meer eindigen. We zien mooie watervallen, ufo wolken en zonsondergangen met een gouden randje, een vos steekt over, forellen springen uit het water naar de wilde fuchsiabloemknopjes die ik ze toe gooi. Bij Valle Lunar (maanvallei) doen we ook nog een prachtige hike. Het is een soort cowboylandschap, zoiets als monument valley in de USA, in the middle of nowhere. Bizar gevormde stenen en rotsen van rood tot groen tot wit en alles er tussen in. Het is 3 uur berg op zwoegen en daarna nog een uur steil de berg weer af aan de andere kant. Het is opvallend stil die ochtend, de wind is even gaan liggen en dat gebeurt niet vaak. Halverwege de berg op horen we ineens gerommel en als we naar boven kijken, komen daar 7 prachtige grote paarden de berg af galopperen, recht op ons af! We springen snel opzij en ze stuiven ons voorbij met daar achteraan een stoere gaucho op een paard omringt door 4 honden die hem helpen de paarden bij te sturen. Boven ons cirkelen 2 condors in de lucht. Het plaatje is compleet, ik ben op de set van een wild west film! Het zeer memorabele en bijzondere moment wordt opeens lachwekkend als de stoere cowboy in het voorbijgaan met een hoog stemmetje “holahola” (hoihoi) roept, die heeft zeker iets te lang op z’n paard gezeten denk ik en Michiel vraagt waarom ik zo moet lachen.




We hebben een week geleden online tickets geboekt voor de veerboot van Chile Chico naar Puerto Ibanez. Dit maakt ons rondje compleet en scheelt ons 5 dagen terug rijden over dezelfde weg. De boot is daarom gewild en moest dus op tijd gereserveerd worden. Hierdoor kunnen we niet langer in National Park Jeinimeni blijven, waar we best nog hadden willen wandelen. Het is niet anders. Als we aankomen bij de haven zien we de witte koppen alweer op de golven staan. De wind staat weer “aan” en de weersvoorspelling is dat het de rest van week/maand/zomer zo blijft. De veerpont ligt leeg te deinen aan z’n anker en er staat Ă©Ă©n enkele vrachtauto te wachten, misschien al wel dagen. Op het kantoor van de bootmaatschappij geven ze aan dat de haven gesloten is en dat ze niet weten tot wanneer. We gaan een paar scenario’s af die we kunnen doen, zoals de tickets verzetten en blijven wachten, doorrijden naar ArgentiniĂ« dat hier 15 km vandaan ligt, of toch 5 dagen terug gaan rijden. Die grens even over is niet meer zo makkelijk, hij is wel open maar vooral het krijgen van een PCR test in zulke afgelegen gebieden valt niet mee. In het ziekenhuis krijgen we te horen dat we dan op z’n vroegst over 4 dagen naar ArgentiniĂ« kunnen. Plus dat onze import permit bij de Chileense douane ook nog steeds niet goed gekeurd is. De andere optie, terug rijden, is op zich geen straf, maar toch liever met de boot, wat maar 3 uur varen is. We besluiten Ă©Ă©n dag te wachten om te kijken of de wind gaat liggen en of we dan alsnog mee kunnen naar de overkant.




In het dorp ontmoeten we Christa, zij is een Hollandse die voor de liefde in Chili is gaan wonen 6 jaar geleden. Het klikt meteen en praten zo een uur vol. We hebben het over mijn beroep als psychiatrisch verpleegkundige en zij vertelt o.a. dat ze van Ouddorp komt. Als we gegevens uitwisselen en ik haar achternaam zie, blijkt haar vader Ă©Ă©n van de patiĂ«nten te zijn die ik 10 jaar af en aan verpleegd heb. Wat is de wereld toch klein! Er komen allerlei verhalen los en het triggert zowel bij haar als bij mij zoveel oud zeer dat we allebei een slechte nacht hebben. Via vriendin en oudcollega Mirjam hoor ik nog wat concrete info over Christa’s vader, waarvan ik vind dat ze dat moet weten. We gaan bij haar langs voor een bakkie en zitten vervolgens nog uren te praten. Alsof het zo moest zijn dat ik haar na al die jaren (haar vader is al 11 jaar overleden) vertel dat haar vader altijd veel berouw en spijt uitsprak en zich terdege bewust was van de pijn en het verdriet die zijn ziekte veroorzaakte. Dit had hij naar haar nooit uitgesproken, waarop zij het contact uiteindelijk verbrak en hem daarna nooit meer zag. Een bijzondere en emotionele ontmoeting. Ik hoop dat ze het een plek kan geven. Met tegenzin nemen we afscheid en varen we die middag alsnog met de veerpont mee, de storm is net genoeg gaan liggen om weer verder te kunnen zowel op het grote meer als in m’n hoofd.






Back on the road again! (of toch niet?)

Langzaam maar gestaag komen we waar we zijn willen, terug naar ons home away from home. De uitdagingen onderweg probeer ik te zien als een interessante puzzel en zo houd ik er de lol in om al m’n organisatieskills uit de kast te trekken en document voor document door te worstelen. Want wat een documenten rompslomp komt er op ons af! Ik heb nog nooit zoveel QR codes en gezondheidsapps op m’n telefoon gehad. Alles natuurlijk ook uitgeprint voor als de telefoon kwijt raakt of de batterij leeg gespeeld is in het vliegtuig. Gezondheidsverklaringen voor Chili maar ook voor Engeland omdat we daar een tussenstop hebben. Validatie van onze vaccinaties. Verse PCR testen, verklaringen van onze ziektekostenverzekeraars, gele boekjes op orde, verzekeringspapieren voor de truck en de motor op groen papier uitprinten enz. enz




Maar dan is daar eindelijk het afscheid van Nederland, een heel ander afscheid dan de vorige keer. Geen uitgebreide borrel in de zon op het terras van onze favoriete kroeg, geen culinaire hoogstandjes meer bij de eetclub en geen bezoekjes en knuffels meer van familie en vrienden en geen persoonlijk afscheid van collega’s en cliĂ«nten (hoewel Michiel nog wel 50 pakken speculaas en een mooie fles whisky van zijn ploeg krijgt en ik een bestekset voor in de camper, gelukkig hebben we collega’s met veel humor!), geen stukje in de krant en geen afscheidsvideo bij de Hellevoetse vuurtoren.

In plaats daarvan vertrekken we met stille trom uit het donkere koude lockdowned Nederland. Nog even een kusloze afstandsknuffel (na meerdere zelftests) bij onze ouders, een laatste pak speculaas met lief briefje op de stoep en met dan toch nog de zwaaiende buren rijden we richting Schiphol.


De reis verloopt voorspoedig. We hebben mooi uitzicht over Salar de Uyuni in Bolivia vanuit het vliegtuig. In Chili wacht ons nog 3 uren in lange rijen voor alle documentcontroles en nóg een PCR test, maar dan lopen we toch plotseling in de warme zon door een levendig Santiago met z’n prachtig paars bloeiende Jacaranda’s, krijsende papagaaien en in de verte de besneeuwde toppen van het Andesgebergte. La vida es bella! Het verbaast, overvalt en verrast me iedere keer weer hoe we door over iets te dromen met een beetje plannen en organiseren tot een plan komen en het dan gewoon ook doen. Het duurt dan ook zeker een week voordat ik daadwerkelijk “geland” ben en mezelf niet meer iedere dag afvraag of ik wel echt wakker ben.


In Santiago ondernemen we minder dan verwacht. De hitte overvalt ons, het is er iedere dag boven de 32 graden, we lopen alles want onze Pase de Movilidad is nog niet compleet. De toeristische attracties zijn veelal niet open, er zijn geen toeristen, en we hebben nog e.e.a. te regelen voor we verder kunnen vliegen, 1400 km naar het zuiden, naar Patagonië. Zo moeten we 10 dagen lang dagelijks een gezondheidsrapport invullen en ondertekenen waarin alle klachten van Covid-19 aan bod komen en je dient aan te geven waar je je bevindt. We krijgen maar niet duidelijk of je je in die 10 dagen mag verplaatsen verder het land in. Uiteindelijk besluiten we het er gewoon op te gokken, we willen zo graag terug naar de Carretera Austral. We boeken vliegtickets, regelen opnieuw een PCR test en bestellen een taxi naar het vliegveld op de dag dat de spannendste verkiezingen ooit zijn in Chili. Als we ons appartementencomplex verlaten, wordt dat net helemaal dichtgetimmerd, blijkbaar verwachten ze nogal wat. Later lijkt dit allemaal erg mee te vallen, het gezicht van de studentenrellen van twee jaar geleden is uiteindelijk tot president gekozen, dus valt er niet veel meer te rellen.


Weer voel ik me Peter Pan die naar Neverneverland vliegt, onder ons hoge vulkanen en grote meren en uiteindelijk de groene regenwouden en hangende gletsjers van het Chileense Patagonië. Er volgt een heerlijk weerzien met Claudio, zijn ouders, de beestenboel en ons fijne huisje. De trap zit vastgeroest maar WD40 laat alles weer op rolletjes lopen en binnen no time wonen we gewoon weer tussen de kippen en de volle kersenbomen naast het huis onder de overkapping van de familie Cabezas!


Het is heerlijk wakker worden met de geluiden van de paarden in de straat, de schreeuwende haviken en de trompetjes van de zwarthoofd ibissen. Het is prachtig weer, de zon schijnt dagen aan Ă©Ă©n. We wandelen veel en zwemmen in de rivier tussen de forellen met Picho de hond, die ons steeds denkt te moeten redden zodra we ons al snorkelend mee laten drijven met de stroom. Het Bob Ross landschap is haast onwerkelijk, overal bloeien de lupines en het vingerhoedskruid, de wouden op de bergen zijn lekker groen, er is geen haast, geen herrie, zwoele avonden en ik voel de tijd vertragen.


Op ons gemak maken we de camper rijklaar. Deze start al een tijdje niet meer. Uiteindelijk vinden we nieuwe passende startaccu’s 75 km verderop en de truck start daarna in 1x! Een enorme opluchting! Michiel vervangt ook de koppelingscilinder omdat de oude al een tijdje lekte, smeert alle bewegende delen door met de vetspuit, popnagelt onze achtergevel beter vast en smeert wat roestplekjes in met hammerite. Ook de accu van de motorfiets en het pompje van de ruitenwisservloeistof zijn kapot, maar dat kan wachten. Ik maak ondertussen alles schoon, geef alles opnieuw een plekje, gooi zaken over datum weg, leg een nieuwe voorraad aan, regel internet voor onze Chileense telefoon en cashgeld bij de enige pinautomaat in het dorp die in een schuurtje zonder opdruk staat en die ik pas vind nadat het meisje van de plaatselijke VVV (die nu toch niet zoveel te doen heeft) met me meeloopt naar de andere kant van het dorp.


De feestdagen komen er aan en de kerstman wordt in het dorp binnengehaald zoals sinterklaas bij ons. Het gebeurt op de langste dag en dus pas om 23.00 ‘s avonds omdat je anders de feestverlichting niet ziet. Een hard toeterende truck met daar op de kerstman komt van verre door de bergen over de Carretera en de kindjes van Villa Mañihualis wachten vol spanning op het dorpsplein waar nog tot laat en niet altijd even zuiver maar wel zeer luid kerstliederen door de toneelvereniging worden vertolkt.


Claudio (de enige Engels sprekende) viert de kerst bij z’n dochter 500 km verderop en zo komt het dat wij op kerstavond een zeer interessant maar ook vrij zwijgzaam diner hebben met Claudio z’n ouders en z’n oom en tante op het platteland. We zien een lammetje geslacht worden, hoe de ingewanden aan de honden worden gevoerd en de kip in de oude houtoven in het keukentje verder gaart. Er staat een grote schaal ponche (punch) met kersen en aardbeien uit de tuin op tafel en we worden voortdurend bijgeschonken in de hoop dat we dan wel meer zullen gaan praten of begrijpen maar het tegenovergestelde gebeurt en uiteindelijk snappen we er helemaal niets meer van, behalve dat we de dag er na, kerstmis, welkom zijn om het lammetje te komen opeten. Dat dat al ‘s ochtend om 10.00 uur begint hadden we dus niet mee gekregen en we worden uit ons bed getoeterd door vader die ons maar extranjeros locos (gekke buitenlanders) vindt.

Vervolgens zitten we om 11.00 uur aan de kip en aardappelen van gisteren met wijn, krijgen we om 12.00 uur een cocktail van melk, limoen en aquavit (soort wodka) met kerstbrood, ga ik daarna twee uur knock out onder de fruitbomen liggend in de zon en het hoge wapperende gras, om daarna verder te gaan met het ondertussen geroosterde lam, ponche en nog meer wijn. Nog steeds wil het met ons Spaans niet goed vlotten. De oom wil weten hoe je “viejo de perra” zegt in het Nederlands. Ik vergis me in het geslacht en vertaal oude teef dus met oude reu, waarna oom gierend van de lach (en met een grote mok wijn die hij zelf steeds bijvult) voortdurend “Ouwerrrrrreu” naar z’n vrouw blijft roepen. Gelukkig komen de gitaar en de accordeon te voorschijn en spreken we daarna de alles verbindende taal die van de muziek. Zelfs Claudio’s moeder die niet goed meer kan praten door een CVA, zingt een liedje mee, tot verbazing van vader en tot grote ontroering van mij. Ook ontmoeten we nog een zoon en wat neefjes en nichten, die net zo makkelijk omhelzen en zoenen alsof Corona niet bestaat en of ze ons al jaren kennen. We worden nog meegenomen naar een paardenracebaan en trots wordt letterlijk het beste paard van stal geshowd. De paarden glimmen en zijn prachtig gespierd. Natuurlijk moeten we blijven tot zeker 8 januari, dan zijn de paardenraces van Villa Mañihuales, aldus oom, en dan kunnen we een hoop dollars vergokken. Ook is er nog oud en nieuw, dan gaat het lieve varkentje er aan (de familie vindt het hilarisch dat ik foto’s van het nu nog levende schatje maak).


Hmmmm oud en nieuw, 8 januari, gaan we hier ooit nog weg komen? We hebben nog steeds geen meter gereden met de truck en zijn eigenlijk wel heel nieuwsgierig of alles nog goed werkt en hoe het is om weer echt “on the road” te zijn. Maar deze zeer bijzondere kans, dit ultieme inkijkje in het leven in PatagoniĂ« zowel in het dorp als op het platteland, de wonderschone omgeving en de superlieve en gastvrije familie Cabezas zijn moeilijk om te verlaten. Er valt nog zoveel te zien en te leren. Wat een luxe zoveel keuzes, wat voel ik me weer een bevoorrecht mens, wat ben ik dankbaar. Had ik al gezegd dat het leven mooi is? La vida es bella!!

Epiloog of proloog? Reizen tijdens een pandemie.

Precies 2 jaar geleden druppelden de eerste verhalen binnen over een mysterieuze longziekte die zich snel verspreidde in Wuhan. Het was letterlijk en figuurlijk ver van ons bed. We reisden op dat moment door het prachtige Patagonië in Argentinië aan de andere kant van de wereld. De reis van ons leven, waar we al 10 jaar naar toe hadden gewerkt door flink te sparen en een oude Mercedes vrachtwagen op onze oprit te verbouwen tot de voor ons perfecte Casa Rodante, een tiny house op wielen.

En daar reden we dan eindelijk eind 2019, door de prachtigste landschappen met bijzondere flora en fauna, verrassende ontmoetingen met de zeer gastvrije, behulpzame en enthousiaste locals, heerlijke gesprekken met likeminded overlanders, de lente ontluikend op het zuidelijk halfrond, het einde van de wereld tegemoet. Daarmee bedoel ik dat we richting Ushuaia reden, het zuidelijkste puntje van Zuid Amerika en in die zin dus the end of the world. Ongewis van het feit dat drie maanden later the end of the world een heel ander gevoel bij ons op zou roepen.

Aangekomen in Ushuaia, een toeristisch stadje van waaruit de Antarctica expedities vertrekken, zagen we ineens busladingen Chinezen met mondkapjes op. Ik werd er giechelig van, wat een overdreven gedoe, en dan bij het nemen van de vele selfies wel even het masker omlaag natuurlijk, een komisch gezicht. Er volgen nog een paar heerlijke onbekommerde weken door zuidelijk Chili tot ineens op zondagmiddag 15 maart het kwartje valt. De mysterieuze ziekte is een blijvertje en Corona has conquered the world!

De rollercoaster die daar op volgt voor ons, voor de andere reizigers, voor de mensen om ons heen, voor alle mensen eigenlijk, is bekend. Angst overheerst en is aan alle kanten voelbaar en brengt ons uiteindelijk terug met een Franse repatriëringsvlucht naar Nederland. Het is eind april 2020.

We schieten acuut in de overlevingsstand, regelen dat we weer in ons huis kunnen, zorgen dat we weer aan het werk gaan en proberen ondertussen vooral gezond te blijven. Positief is dat we vervroegd onze vrienden en familie weer kunnen zien, al is het op gepaste afstand. Ik hoor ons vertellen tegen iedereen dat onze reis nog leuker was dan verwacht, ja zelfs het leukste was wat we ooit gedaan hebben. De vrijheid, de tijdloosheid en oneindigheid was geweldig. Tot er tja toch ineens een eind aan kwam. En in plaats van verdriet, rouw en verlies te ervaren, werken we ons te pletter en op onze vrije dagen vluchten we in ons “Plan B” campertje het land in om eindeloze wandelingen door ijzige kou en regen te maken en de donkere avonden te vullen met simpele bordspelletjes. Alles om ons gevoel maar te verdoven. Iedere keer als er een beetje perspectief lijkt te komen, bijvoorbeeld als Chili het vliegveld eind 2020 weer opent voor buitenlanders, volgt er steeds weer een desillusie. Het vliegveld sluit al snel weer. De besmettingen lopen op, dan weer in Chili, dan weer hier in Europa. We leven tussen vrees en hoop, zitten in een wachtkamer, er lijkt maar geen einde aan te komen.

Dan is daar eindelijk het moment van vaccineren. Wat vooral op mijn afdeling lucht geeft na een winter met Coronabesmettingen van cliĂ«nten en collega’s. Europa opent langzaam, het weer wordt beter, de zomer komt er aan en we kunnen eindelijk weer doen wat we zo leuk vinden. Uit eten, terrasje pakken, concerten, voorstellingen en musea bezoeken, weekendjes weg met vrienden Ă©n op reis! Helaas blijft Chili gesloten, het wordt daar winter en dat vertaalt zich in een nieuwe golf van besmettingen. Het is mei 2021.

We maken een fijne rondreis door Bretagne. Even voelen we weer hoe het was. Heerlijke nieuwe indrukken, mooie wandelingen langs ruige kusten, beetje strandjutten, kanoĂ«n, de warme zon op ons huid, de lucht van gaspeldoorn in ons neus, prachtige vergezichten, samen knussen in het campertje en natuurlijk lekker eten en drinken. Er volgt een ontspannen zomer. Onze Panamericana reis verdwijnt wat naar de achtergrond, het voelt alsof het een mooie droom was. Verre reizen lijken er voorlopig nog niet in te zitten en we lijken te vervallen in ons oude leventje van work, sleep, eat and repeat. Michiel heeft het naar z’n zin op z’n werk en oppert of we niet beter een paar jaar kunnen doorwerken om dan voorgoed te kunnen stoppen. En hoewel ik m’n werk ook ok vind, zie ik het toch echt niet meer dan een (zo kort mogelijke) overbrugging tot we weer naar Chili kunnen. Van uitstel komt afstel, ben ik bang. Er zal altijd iets zijn waarom we niet kunnen gaan of waarom het beter is om nog even te wachten.

Om me heen zie ik reizigers de draad weer oppakken, vooral in Europa. Als in september het nieuws komt dat Chili het vliegveld weer opent voor toeristen per 1 oktober, ontwaakt er ineens een hevige urgentie en besef ik wat ik zo vreselijk mis. Michiel we moeten gaan, we moeten het nu doen anders komt het er niet meer van! Roep ik dagelijks, maar hij heeft allerlei twijfels. Wat als de grenzen weer sluiten? (Nou en, Chili is groot genoeg om zeker nog een half jaar in rond te rijden!) Wat als het helemaal niet gezellig is nu er zo weinig andere overlanders op pad zijn? (Die komen wel weer joh, en dan nog, er zijn ook heel veel andere leuke mensen daar!). Wat als we daar Corona krijgen? (We zijn toch ingeĂ«nt nu!). Ik krijg geen terugkeergarantie meer op m’n werk (Nou en, werk zat overal!). Laten we gaan, laten we alsjeblieft nu gaan!!

Na een paar weken is Michiel om en beginnen we ons langzaam open te stellen voor de eventuele mogelijkheid om terug te gaan naar ons huis op wielen in Zuid Amerika. Ik kijk wat filmpjes van de Carretera Austral. Het roept een hoop emoties bij me op. Er borrelt een groot gevoel van heimwee op, mooie herinneringen komen te pas en te onpas omhoog ploppen, alsof er een deksel gelicht is in m’n hoofd.

Er zijn nog wat hobbels te nemen. Zo zijn we allebei al tot het einde van het jaar ingeroosterd en voelt het lullig om collega’s op te laten draaien voor de te werken feestdagen. Echter werken we al 35 jaar met kerst en oud en nieuw dus schuiven we ons schuldgevoel hierover snel terzijde. Gelukkig valt het te regelen en ik boek begin november vliegtickets naar Santiago voor 13 december.

We krijgen bericht dat Claudio (de beheerder van onze truck) Corona heeft en erg ziek is. Gelukkig geneest hij. Dan begint Chili boosterprikken te eisen, gelukkig blijkt dit vooralsnog alleen te gelden voor 55-plussers. Het Janssenvaccin staat ineens ter discussie, maar Chili valideert na 3 weken onzekerheid toch onze vaccinaties. Dan is er ineens Omikron en is er opnieuw paniek in de wereld, grenzen sluiten weer en we zijn bang dat ook Europese vluchten straks niet meer welkom zijn in Chili. Ik krijg een mail dat onze vlucht gecanceld is. Ondertussen zijn de prijzen voor vluchten tot astronomische bedragen gestegen zo vlak voor de feestdagen en het hoogseizoen in Chili. Als ik na m’n rolberoerte de mail verder lees, blijkt er een vervangende vlucht geregeld te zijn. Wel een tussenstop van 8 uur wachten in London, maar ok.

Ondertussen lopen de besmettingen enorm op in Nederland en worden er weer allerlei lockdownmaatregelen ingesteld. Corona lijkt ons opnieuw in te sluiten, collega’s worden weer ziek, ook een cliĂ«nt wordt verdacht van Corona, ik loop weer in volle bepakking op m’n werk. Een collega van Michiel wordt opgenomen en ligt aan het zuurstof. Het komt steeds dichterbij. We doen de ene zelftest na de andere en zeggen uitjes, feestjes en bezoekjes af uit angst positief te testen vlak voor we het vliegtuig in gaan. Want dat is de laatste hobbel, een PCR test in Nederland en Ă©Ă©n bij aankomst in Chili. Het blijft spannend.

Maar wat verheugen we ons ondertussen op het mooie weer in Santiago en op het weerzien met Claudio en de familie en natuurlijk op de hereniging met onze turkooize “220 horses with no name”!


-wordt vervolgd-





Hoe is het nu?

Tja hoe is het nu? Het is een veelgehoorde vraag en daarom reden om toch nog een verhaal te schrijven. Het vorige verhaal voelde ook ergens nog zo onaf. We zijn ondertussen al weer 6 weken terug in Nederland, terug in ons eigen huis en allebei weer aan het werk. Zo snel kan het gaan.

Eind april brengt Claudio ons naar het vliegveld. We hebben vooralsnog geen berichten van geannuleerde vluchten gekregen en met mondkapjes op maar toch nog een stevige omhelzing nemen we afscheid van onze redder in nood. Claudio en z’n ouders hebben ons 6 weken opgenomen in hun gezin, hun familie en vriendenkring en hun mooie dorp en wij hebben hen opgenomen in ons hart. Wat een lieverds! We hopen dat we elkaar ooit weer in goede gezondheid en in vrijheid gaan terug zien.

Met een tussenlanding op Puerto Montt, vliegen we in een paar uurtjes naar Santiago waar we ’s avonds, net voor de avondklok in gaat, aankomen. We overnachten in een hotel vlakbij het vliegveld en staan de volgende dag met 470 andere toeristen in een lange rij om in te checken voor de repatriĂ«ringsvlucht van Air France die ons naar Parijs brengt. Medewerkers van de Nederlandse ambassade zijn ook op het vliegveld om waar nodig vragen te beantwoorden en te helpen bij alle paperassen. Ook krijgen we vlak voor boarding nog een persoonlijk appje van Vivian van de ambassade of het allemaal volgens plan loopt en om ons een goede vlucht te wensen. Wat een service! Er is ook een aansluitende vlucht van Parijs naar Amsterdam geregeld voor alle Nederlanders aan boord en zo zijn we dus ineens weer in Nederland.

We kiezen er voor om 14 dagen in zelf quarantaine te gaan na 3 vluchten opgepropt tussen heel veel mensen te hebben gezeten. Eigenlijk slaat het nergens op, maar ergens hebben we deze twee overgangsweken ook wel nodig. Nog even geen werk, nog even niet naar huis, nog heel even “vakantie” om de rollercoaster aan emoties in ons hoofd tot rust te laten komen. We hebben de reis van ons leven waar we ons 10 jaar op verheugd hebben, voortijdig moeten afbreken. Een reis die nog mooier en gaver was dan we ooit hadden durven hopen in onze “220 horses with no name” truck die helemaal voldeed en nu werkeloos in de loods van Claudio staat aan de andere kant van de wereld vanwege dat klotevirus. Om dat een plekje te kunnen geven, duurt wel even en we proberen opnieuw richting in ons leven te vinden.

Gelukkig mogen we twee weken in het appartement van Michiel z’n zus in Rotterdam verblijven. We maken lange wandelingen door de stad en verbazen ons over de vrijheden die we hier hebben. Bijna niemand draagt een mondkapje, winkels zijn gewoon open, we kunnen naar de kapper en we kunnen heerlijk eten halen bij de toko’s op de Nieuwe Binnenweg. Ik spreek met vriendinnen af in het park onder de Euromast waar we heerlijk in de zon picknicken. Michiel gaat bij vrienden langs en doet rondjes op z’n rollerskates door de stad. Samen bezoeken we Michiel z’n ouders op afstand in de tuin van hun nieuwe huis in Rotterdam en hebben we een gezellige avond bij Floor en Jorn, die toevallig ook in Rotterdam zijn gaan wonen.

Na een paar telefoontjes met onze oude werkgevers kunnen we beiden per 1 juni weer aan de slag. Michiel als procesoperator op z’n oude plek bij de AVR en ik als wakende nachtzuster op een kleine afdeling in de stad. Precies wat ik zoek, een paar nachten in de week, in m’n uppie, geen zware gesprekken, geen binding, geen agressie, geen vergaderingen, half uurtje rijden van huis, verstand op nul maar me toch nuttig kunnen maken en ons reisbudget weer een beetje aanvullen.

Als we na twee weken in Rotterdam naar Hellevoetsluis gaan en eindelijk echt thuis komen, is het heerlijk weer, de kat kruipt gelijk op schoot en we genieten van onze fijne tuin en het weerzien van familie, buren, vrienden en bekenden. Eindelijk kunnen we ons enigszins neerleggen bij onze keuze om naar huis te gaan en er zelfs blij om zijn. We hebben nog steeds contact met een aantal overlanders, die we onderweg ontmoet hebben en waar we vele gezellige avonden mee hadden. Het is heel prettig om met hen onze ervaringen te delen omdat vooral zij zo goed begrijpen wat we achter hebben gelaten en de dilemma’s waar we voor gestaan hebben. Hoe is het eigenlijk met hun?

Floor en Jorn met de mooie gele Mercedesbus die we regelmatig in zowel ArgentiniĂ« en Chili hebben ontmoet en waar we in maart mee op de vlucht naar het noorden reden. We lieten ze achter in Chaiten, waar wij terug reden naar de familie en zij twee dagen later de pont pakten naar Puerto Montt. Zij zijn volgens plan in twee dagen doorgereden naar de camping waar Inge in haar uppie stond, kwamen daar uitgeput aan en belandden de volgende dag in een “no extranjeros” (geen buitenlanders) demonstratie waarna ze besloten zo snel mogelijk naar Nederland te gaan i.v.m. de dreigende sfeer. Zij konden met de laatste lijnvlucht mee, hebben in R’dam een appartement gehuurd en zijn ook terug naar hun oude werkgevers. Hun bus staat bij een Chileense kennis van Inge en zij hopen terug te gaan zodra het kan om hun reis te vervolgen.

Ingede digital nomad, die we in Ushaia ontmoetten, is met Floor en Jorn mee terug gevlogen, haar wagen staat ook nog in Chili. Zij is met haar vriend bij haar schoonouders ingetrokken, ze hebben een camper gekocht om op te knappen en willen zolang ze nog niet terug kunnen naar Zuid Amerika, gaan rondtrekken in Europa.

Francien en Peter van de knalrode brandweerwagen, die we ook achter moesten laten in Chaiten, hebben 5 dagen na ons afscheid de pont naar Hornopirén kunnen nemen en hebben met hulp van de Nederlandse ambassade binnen een paar dagen ook één van de laatste lijnvluchten naar Nederland kunnen nemen. Hun truck staat bij een Chileens overlanders stel dat ze onderweg naar het noorden hebben ontmoet. Zij wonen nu in hun busje op de oprit van hun eigen woning in Brabant die ze verhuurd hebben aan hun dochter en hopen ook hun reis te kunnen hervatten zodra het kan.

Imke en Marcel die bij Michiel aan boord zaten naar Antarctica en die we daarna nog een paar keer zijn tegen gekomen, kwamen vast te zitten in Argentinië. Zij werden door de politie op een camping gezet en hebben daar een aantal weken in hun uppie gestaan tot ze een vrijbrief kregen om naar Buenos Aires te rijden en van daar naar Nederland te vliegen. Hun wagen staat in Argentinië in een stalling en zij zijn bij Imkes moeder ingetrokken, hebben een camper in Nederland gekocht en gaan daar na wat pimpen voorlopig in wonen. Ook zij zijn terug naar hun werk tot ze weer verder kunnen.

Ute en Ralphhet Duitse stel met de Unimog, kwamen ook vast te zitten in Argentinië. Ze probeerden nog verder naar het noorden te rijden net als ons in de hoop op beter weer, maar mochten het volgende dorp niet in. Terug naar waar ze vandaan kwamen ging ook niet meer en even zaten ze vast in de middle of nowhere. Uiteindelijk zijn ze door de politie op een camping met nog 6 overlanders gezet waar ze nu al drie maanden staan. Gisteren stuurden ze een foto van de eerste sneeuw die was gevallen. Ze wachten tot de grens naar Uruguay open gaat om daar hun truck te stallen en terug te vliegen naar Duitsland. Zij hopen dan over een jaar weer verder te kunnen reizen.

Fabio en Giuliade jonge Italianen op huwelijksreis, die we ook meerdere keren tegen kwamen onderweg en waar ik veel mee op trok in Ushuaia strandden in ArgentiniĂ« waar de dorpsbewoners in eerste instantie fel reageerden op hun Italiaanse nummerbord, ook zij werden gezien als paria’s. Zij huurden een cabana met wat andere reizigers. Giulia bleek onverwachts zwanger en zij kwamen hierdoor ook voor allerlei dilemma’s te staan. Uiteindelijk zijn ze na drie maanden verleden week gerepatrieerd naar ItaliĂ«. Hun busje hebben ze gestald in ArgentiniĂ« en als de baby geboren is hopen ze met z’n drieĂ«n weer verder te kunnen reizen.

Frances en Denis het Franse stel waar we een maand mee op de Grande Amburgo zaten en een heel gezellig oud en nieuw mee hebben gevierd in Argentinië waren net op tijd terug naar Frankrijk. Zij hadden hun truck al op de boot terug gezet. Deze is ook aangekomen in Antwerpen maar staat daar al drie maanden op een parkeerplaats in de haven omdat de grenzen gesloten zijn en ze de wagen dus niet op kunnen halen vanuit Frankrijk. We appen en videobellen nog regelmatig met ze.

Edouard de Fransman die ook bij ons aan boord zat op de heenweg, zijn we tijdens de reis niet meer tegen gekomen. We hadden nog wel app contact en uiteindelijk zat hij bij ons in het vliegtuig naar Parijs! Hij ging z’n werk als anesthesist weer oppakken, zijn camper staat nog in Chili.

Samantha en Jochen uit België waarmee we de eerste week in Uruguay bij Jan en Marieke stonden en nog altijd contact mee hadden, bleken ook in Cohaique in Chili toen wij daar strandden. Zij waren echter heel snel en besluitvaardig en hebben nog een lijnvlucht naar België kunnen regelen. Hun wagen staat bij de douane in Cohaique. Voor hun is de reis ten einde. Ze hopen ooit hun wagen te kunnen verschepen terug naar België.

Irma en Gert die we in Argentinië twee keer ontmoetten en waar we een bakkie mee deden midden op weg in the middle of nowhere zijn ook terug naar Nederland. Hun wagen staat in Argentinië en zij hopen ook t.z.t. weer terug te kunnen.

Ad en Anne-Mariedie we in El Calefate ontmoetten, zie ik in de “stuck in chile” appgroep weer opduiken en ik bel een paar keer met Anne-Marie. Zij zitten nog steeds in Chili, een stuk noordelijker dan dat wij zaten, ze hebben een appartement aan het strand gehuurd en willen niet terug naar Nederland voorlopig. Zij hebben hun huis verhuurd en zijn klaar met werken, dus eigenlijk niets om voor terug te moeten.

Arik, Berber en Atlas die we in El Chalten hebben ontmoet met hun pechbusje stonden in maart zo’n 200 km boven ons in Chili wederom met pech. Na veel wikken en wegen zijn ze eind maart toch naar Nederland terug gevlogen. Arik heeft weer een baan en Atlas is begonnen met school. De reis houdt daarom voor hun nu op.

Eva en Marco een Duits stel met een grote gele MAN truck die we een paar keer in Chili tegen kwamen, besloten in Chili te blijven. Het is hun wel gelukt om ondertussen wat meer naar het noorden te rijden.

Maarten en Gonnie die we ontmoetten voor we op reis gingen en waar we via social media nog contact mee hebben, kregen begin van het jaar pech met hun truck in Zuid Amerika en zijn terug gegaan naar Nederland. De truck werd net op tijd verscheept en hebben ze vlak voor de grenzen sloten nog uit de Antwerpse haven kunnen halen.

Laura en Nathan een Engels stel die met hun kinderen rond reed in een in Nederland gebouwde truck en die we spraken bij Torres del Paine, bleken ook in Chili op het moment dat de grenzen sloten. Ze besloten te blijven in de hoop dat ze na een paar maanden verder konden reizen. Echter nu blijkt dat het allemaal langer duurt dan verwacht, zijn ze deze week toch met een repatriëringsvlucht naar Londen gevlogen. Dit betekent voor hun einde reis. Ze proberen de truck vanuit Chili naar huis te verschepen.

Amandine en Vincent en hun twee zoontjes, waarmee we de Cuevos de los manos bezochten in Argentinië, besloten begin maart toch maar niet naar Antarctica te gaan en richting noorden te gaan rijden. Net op tijd verlieten ze Tierra del Fuego. Helaas brak één van de jongens zijn arm bij een val van zijn fiets. Angstige en boze dorpsbewoners wilden hun geen doorgang verlenen naar het ziekenhuis waarna ze door de politie ontzet en geëscorteerd werden naar de eerste hulp. Uiteindelijk verbleven ze 6 weken bij de directrice van het ziekenhuis in de tuin in hun truck in de hoop dat ze verder konden reizen. Echter besloten ook hun begin mei toch maar terug naar Frankrijk te gaan. Ook zij zijn gerepatrieerd en ze proberen hun truck vanuit Zarate terug te verschepen.

Margot en Tomdie een half jaar eerder dan ons begonnen aan hun reis door Zuid Amerika en wiens blog ik daarom volgde en af en toe info mee uitwisselde, waren in de USA aan het reizen in maart toen ze beseften dat het menens werd. Zij konden nog net hun wagen verkopen en terugvliegen naar Nederland voor de lockdown.

En zo zijn er nog veel meer verhalen van overlanders die ik volg via hun blogs/vlogs/facebook/instagram enz
..Ik zou er een boek mee kunnen vullen en wie weet is dat nog wel een idee voor later, een “hoe is het nu met
..” boek. Ik hoor in die zin ook positieve verhalen. Zo zouden Marieke en Ruud in april voor 6 maanden op reis gaan met hun camper, dit leek in het water te vallen, maar toch zijn ze verleden week vertrokken om eerst Nederland te verkennen en mogelijk later alsnog de landen in Europa die op hun lijstje stonden, aan te doen. Sjors en Monique die al jaren rondreizen met hun truck maar net in Nederland waren toen de grenzen dicht gingen, gaan het ook proberen binnenkort, gewoon maar kijken hoever ze komen in de hoop de Noordkaap te halen. En zo zullen er meer zijn die de eerste “reisstappen” weer gaan zetten. Gaat het reisvirus het Coronavirus verslaan?

Helaas is het centrum van de pandemie nu verplaatst naar Zuid Amerika. Het aantal besmettingen en doden per dag neemt nog steeds fors toe en het einde hiervan lijkt nog niet in zicht. Hoe lang gaat dit nog duren? Wanneer is het weer leuk, veilig en verstandig om daar te gaan reizen? De werkeloosheid neemt toe en daarmee ook de criminaliteit waarschijnlijk. Willen we rondreizen in landen waar we niet veilig zijn? Waar nog geen andere reizigers zijn? Waar de bevolking bang van ons is of boos op ons is?

En hier in Nederland, hoe gaan we het hier doen? Hoe ga ik invulling geven aan m’n leven in Nederland dat voorheen bestond uit concerten, festivals, theater, bioscoop, restaurant en kroegbezoek? M’n zangkoor bestaat niet meer, ik mag nog maar maximaal 2x per week 3 kwartier naar het zwembad, geen pokerclub, geen eetclub, geen stedentrips in Europa, geen weekendje met vriendinnen weg. Maar vooral geen reizen om naar toe te leven, naar uit te kijken, dagen af te tellen en dan dat heerlijke gevoel van samen weer op pad te gaan.

Ik moet er maar niet teveel over na denken, inderdaad maar even verstand op nul, m’n uurtjes werken, zoveel mogelijk in beweging blijven en afleiding zoeken en maar hopen dat er snel een einde komt aan deze virusshitzooiellende.

Hoe doen jullie dat dan? Tips en adviezen zijn meer dan welkom!

Pauze in Patagonia

We zijn stilgezet, iedereen is stil gezet en naast dat het wennen is in deze “nieuwe wereld” brengt het ook heel veel goeds. Het wij-gevoel is groot en niet alleen tussen Michiel en mij maar ook met familie, vrienden, kennissen, oud-collega’s en vooral ook met de andere overlanders die verspreid over heel de wereld zijn stil gezet en benieuwd zijn of ze ooit weer kunnen doen wat ze het liefste doen, namelijk reizen in deze nieuwe realiteit waarin reizen juist not done is en de veroorzaker is van het verspreiden van het “bijroes” zoals Claudio het meest uitgesproken woord van de laatste tijd zo mooi zegt. (Ja zeg het ook maar even hardop op z’n Spaans, hahaha, klinkt een stuk minder gevaarlijk hĂ©?).


We berusten ons er steeds meer in dat we voorlopig blijven en inwoners zullen zijn van Villa Mañihuales in het mooie maar steeds kouder wordende PatagoniĂ«. De camper voelt wel erg klein als het hard regent en koud is, en we voelen ons ook nog steeds een beetje indringers en afhankelijk zolang we bij de familie in de tuin staan, dus vragen we Claudio of het mogelijk is om een huisje te huren in het dorp voor de komende maanden. We bezoeken een paar cabanas en vinden uiteindelijk precies wat we zoeken. Een leuk houten huisje aan de rivier met een gezellige houtkachel en een hottub in de tuin! Wow zo voelt het als een vakantie i.p.v. wachten wachten wachten op wat eigenlijk? Helaas is het huisje al verhuurd aan een lerares, echter zijn de scholen hier ook dicht i.v.m het “bijroes” en is de lerares tijdelijk naar haar geboortedorp terug. Mogelijk komt ze in mei terug als de overheid besluit de scholen weer te openen, maar dat wordt pas duidelijk in mei. Als de lerares niet terugkomt, mogen wij het huren, aldus de eigenaresse.


Ondertussen vullen we de dagen toch weer met wandelen. Het was niet vol te houden om steeds binnen te moeten zitten en we hebben gelukkig een weggetje achter het dorp gevonden waar niemand komt en wij 5 km heen en 5 km terug kunnen lopen. Ondanks dat het steeds dezelfde weg is, zien we steeds nieuwe dingen en is het ook heel leuk dat Picho zo super enthousiast is. Elke ochtend zit hij voor de deur op ons te wachten en raakt iedere keer helemaal buiten zinnen als blijkt dat hij mee mag de tuin uit, we worden er zelf ook helemaal blij van. Zijn fascinatie met de rivier is ook heel grappig, hij lijkt vooral steeds even z’n buik te willen koelen want verder gaat hij er niet in tot hij op een dag (na een paar dagen flink regenen) door de sterk stromende rivier wordt meegesleurd. We schrikken ons dood en zien hem al spartelend naar de overkant zwemmen en net zo makkelijk zwemt hij ook weer terug! Grapjas. Af en toe komen we een stuurs kijkende gaucho te paard tegen, die toch altijd weer heel vriendelijk een praatje probeert aan te gaan in onverstaanbaar dialect. We zien de kleuren in het landschap langzaam veranderen van groen naar geel, oranje en rood, iedere dag een beetje meer, en vanaf de toppen van de bergen steeds meer naar beneden. Ook ligt er steeds vaker sneeuw als we ‘s ochtends naar de bergen kijken.


Op 13 april ben ik jarig, normaal vier ik dat niet en zorg ik dat ik dan lekker een weekendje weg ben met m’n moeder of zo om te vieren dat het lente wordt. Dit jaar is een hele andere verjaardag. In Chili wordt veel waarde gehecht aan familiedingen, dus ook verjaardagen. Michiel heeft Claudio buiten mijn weten ingelicht en die heeft Rita en Fito opgetrommeld. Ik word gevraagd naar de woonkamer te komen en word daar onthaald door de zingende familie begeleid door vader op de accordeon. Er zijn kadootjes, een grote limoentaart en een paar flessen appelcider en weer word ik geraakt door de warmte en hartelijkheid van deze lieve mensen. We hebben een gezellig middag, maar ook uit andere delen van de wereld komen gelukswensen, de camper hangt vol slingers met foto’s van alle vrienden en we videochatten er op los, echt superleuk!



Zo zijn er vele gezellige middagen en avonden waar we over en weer voor elkaar koken en bijzondere dingen proeven. Zo eten ze in Chili nooit gekookt fruit en wordt er met argwaan naar de gestoofde peren gekeken die toch goed samengaan met de hutspot en gehaktballen, ook de Thaise curry is hier niet bekend maar de pasta a al mama met bruscetta kennen ze wel en vindt gretig aftrek. Wij eten Chileense sopaipillas (gefrituurde broodjes), picarones (donuts van pompoen), aardappelballetjes gevuld met kaas, Rita’s zelfgemaakte schapenworst in darm, gekookte koeietong en gekookte hersenen en kalfslapjes gebakken met hele tenen knoflook boven een houtvuurtje. We drinken veel goede wijn (el Diablo, uiteraard uit Chili), bier met Calefatebessen en Terramotos (aardbevingen), wat bestaat uit grenadine, jonge witte wijn en een schep ananasroomijs, waar je er zo drie van weg klokt en als je dan probeert op te staan, val je onverwachts om, vandaar die aardbeving! Het Spaans spreken lijkt ook steeds soepeler te gaan, maar dat kan ook door de alcohol komen.


Regelmatig komt er een autootje langs met heerlijke gevulde empanadas. Ik leg ook contact met de plaatselijke bakkerij via facebook waar ze wekelijks met speekseltrekkende foto’s van allerlei baksels adverteren en er voor zorgen dat ik ‘s avonds in het donker door de regen (dan val ik minder op) een “once” haal, wat het tussendoortje is tussen de lunch en het avondeten in Chili, maar vaak zo uitgebreid dat het avondeten komt te vervallen. Zo bakken Michiel en Claudio bijvoorbeeld pannenkoeken (wat niet meevalt met een nederlandse koekepan met dikke bodem op een houtfornuis) als tussendoortje voor een heel weeshuis, dik belegd met dulce de leche en zelfgemaakte kersenjam.


We zeggen niet meer dat we vastzitten in Chili maar dat we wonen in PatagoniĂ«, dat klinkt veel leuker en geeft gelijk een positief gevoel. We raken steeds meer ingeburgerd en mensen zwaaien in het voorbij gaan en zeggen gedag in de supermarkt, ik maak praatjes met de bakker en de mevrouw van de groentewinkel en kroel met de paarden in de straat. Claudio laat Michiel mee klussen aan het bouwen van een metalen kast voor de plaatselijke vrijwillige brandweer (hij is ook brandweerman deze alleskunner!) en hij laat ons zijn auto gebruiken zodat we wat minder afhankelijk zijn en redelijk low profile de omgeving wat verderop kunnen verkennen. Dit zijn heerlijke uitjes en het voelt alsof we weer samen op reis zijn. Zo houden we het wel een tijdje vol en eigenlijk is het super leuk om een kijkje te krijgen in het leven van een gezin in PatagoniĂ«. We maken via videobellen ook kennis met Claudio’s dochter Matilda en zijn zus die ver weg in het noorden van Chili woont. Ook heb ik nog steeds dagelijks contact met Janette (Claudio’s nicht in Holland).Via facebook hebben we contact met Claudio’s vriendin die ook ver weg woont en door de coronamaatregelen niet kan langs komen. Ik maak een zakje met Nederlandse kadootjes voor Matilda die 10 wordt. We appen en videobellen veel met het thuisfront en we raken er aan gewend op deze manier te communiceren met ouders en vrienden.


En dan komt er plotseling een mail van de Nederlandse ambassade in Chili en slaat de appgroep “stuck in Chili” met bijna 200 deelnemers op hol. Er komt een repatriĂ«ringsvlucht vanuit Frankrijk en mogelijk mogen er ook andere nationaliteiten mee, het is niet gegarandeerd dat we een plek krijgen maar of we interesse hebben. We kijken elkaar aan, hebben we interesse? En zo begint de hele riedel weer van voren af aan, onrust, slapeloze nachten, heftige emoties, alle voors en tegens doorlopen en opschrijven, wat gaan we doen in Nederland, wat gaan we doen als we blijven maar we maanden niet kunnen reizen, wat willen we nu eigenlijk, wat is belangrijk, wat is leuk, wat is avontuurlijk, wat is handig. We komen er niet uit en de klok tikt door. De ambassade heeft een deadline gezet tot wanneer we ons op kunnen geven en dat doen we uiteindelijk maar, nee zeggen kan altijd nog en we piekeren weer verder. Dan komt er een mail van Air France, zij verzorgen de vlucht en er zijn twee stoelen voor ons beschikbaar, of we willen bevestigen dat we mee gaan. Hmmmm Air France daar krijgen we nog geld van i.v.m. de gecancelde vlucht in maart, misschien kunnen we het verrekenen, dat zou het een stuk aantrekkelijker maken. En weer beginnen we ons voorzichtig te verheugen op de leuke dingen van het terug naar Nederland gaan. Helaas volgens Air France is het een “computer says no” gevalletje aangezien de terugbetaalprocedure al gestart is. Dat het geld er na de beloofde 21 werkdagen nog niet is en waarschijnlijk ook nooit zal komen, daar kunnen ze niets aan veranderen want dat is door een ander kantoor van Air France geregeld. Dus we kunnen mee, maar dan moeten we wel (voor de 3e keer) 1600 euro betalen. Dit word op deze manier het duurste enkeltje ooit en we denken aan de uren die we daarvoor weer moeten werken of de drie maanden die we daarvan kunnen reizen (als je kunt reizen).


Ja als je kunt reizen en dat is nou precies het hete hangijzer, niemand weet wanneer en hoe dit nog kan en dat geeft uiteindelijk de doorslag. Want wonen in een klein dorpje in Patagonië is natuurlijk hartstikke leuk en avontuurlijk, maar eigenlijk is reizen het liefste wat we doen. De vrijheid hebben om van omgeving te veranderen, gelijkgestemden te ontmoeten, en ons te verwonderen over nieuwe input. Lang op één plek is nooit ons ding geweest. Michiel gooit een ideetje in de lucht om in Nederland een oud campertje te kopen en daar voorlopig in Nederland mee rond te reizen. Ondertussen kunnen we ons reispotje aanvullen door te werken (we kunnen allebei zo weer aan de slag) in de hoop op betere tijden. De truck rijdt al 32 jaar en zal het over een paar maanden, jaren (?) ook nog wel doen. Claudio zal er goed op passen, hij staat binnen in de garage, wordt wekelijks gestart en de Temporary Import Permit mag van de douane in Chili iedere 6 maanden weer met 6 maanden verlengd worden door Claudio. We kijken samen op marktplaats wat er zoal te koop wordt aangeboden en ondertussen horen we berichten van meerdere overlanders in Nederland die eigenlijk precies dat zelfde idee hebben opgevat en ineens worden we enthousiast, ja dit gaan we doen!


Met nog een paar dagen te gaan, wil Claudio ons nog van alles laten zien, laten proeven en laten meemaken. De familie heeft 1200 hectare grond in de bergen, 2 uur rijden vanaf het dorp. Het is weidegrond met daar omheen bossen en een groot meer, Lago Matilda vertelt Claudio trots. De weidegrond wordt verhuurd aan boeren die hun koeien er op laten grazen in de zomer. Er lopen ook een paar paarden. Claudio’s vader vertelt dat Ă©Ă©n van de paarden gewond is geraakt door het gewei van een agressief edelhert. De merrie heeft een grote diepe snee in haar voorbeen die flink aan het etteren is, daarnaast is ze ook nog zwanger. Claudio wil het hert gaan afschieten en vraagt of we mee gaan, tevens moet het paard naar het dorp om door een arts gezien te worden. En zo vertrekken we op een mooie ochtend met de familie richting de bergen dicht bij de grens met ArgentiniĂ«. De zon schijnt en de ochtendmist komt als een waterval over de bergkam heen stromen, een prachtig gezicht. Het landschap en de herfstkleuren zijn onwaarschijnlijk mooi. Met de jeep rijden we door het bos de berg op over een megablubberige 4x4 weg, het is Ă©Ă©n grote glibber en schuifpartij, maar voor Claudio is dit een makkie en fluitend rijdt hij naar boven terwijl ik de nagels in m’n handpalmen heb staan. De dag vullen we met zorgen voor de paarden, hout hakken, vliegvissen, naar het meer wandelen, naar het edelhert zoeken, met de drone vliegen en een simpele maar overheerlijke BBQ buiten naast een rustiek huisje aan de rand van het rode/gele/oranje bos met uitzicht over de weidegronden in de vallei van het meanderende kraakheldere riviertje vol forellen (Claudio vangt er vier, wij 0). De stilte is er oorverdovend en het voelt of we ons in een Bob Ross schilderij bevinden. Het is een heerlijke dag en de perfecte afsluiter van ons verblijf.


We waren 40 dagen in Villa Mañihuales en we hadden het absoluut niet willen missen! Wat een mooie, leerzame maar ook heftige tijd, met vele piekende en dalende emoties waar we soms allebei horendol van werden maar waarvan we weten dat velen dit over de hele wereld ook mee maken. En regelmatig denk ik terug aan mijn bezoek aan een museum in het Nationaal Park Patagonia zo’n 8 weken geleden (vóór het “bijroes” wereldwijd toesloeg). Dit ging vooral over de (nadelige) invloed die de mens op de natuur heeft. Ik stond daar naar een grafiek te kijken die de bevolkingsgroei weergaf sinds het bestaan van de mens. De laatste honderd jaar was bijna een rechte streep omhoog! Ik heb er zeker een kwartier met open mond naar staan kijken en dacht “dit kan zo niet doorgaan!” Laat er alsjeblieft een virus komen dat een groot deel van de bevolking steriel maakt of zo zoals in de fictieve roman Inferno van Dan Brown die ik jaren geleden las en toen al een goed idee vond. En nu is er Corona en ook ik of mijn geliefden kunnen hier aan dood gaan, maar ergens vind ik het ook haast gerechtvaardigd dat de aarde met deze maatregel komt, jammer dat het zo’n klote manier van dood gaan is, dan liever zo’n virus als Dan Brown bedacht heeft, maar ja we hebben het niet voor het zeggen. Vooralsnog blijft het doel de tijd die ons gegeven is zo plezierig en zinvol mogelijk door te brengen. Volgens Claudio (en vele met hem) is dat het krijgen van een kind, je voortplanten en je kennis en talenten doorgeven aan de volgende generatie. Die discussie hadden we afgelopen week in het Spaans/Engels en onder het genot van 3 flessen el Diablo (hoe toepasselijk). Mijn woordenschat schoot tekort om uit te leggen waarom ik daar anders over denk en ook in het Nederlands kan ik het vaak niet uitleggen waarom ik absoluut nooit kinderen heb gewild, maar eigenlijk denk ik dat er gewoon teveel van ons zijn en grijpt de natuur nu in. En naast dat ik verdrietig ben dat het onze droomreis heeft verstoord en vele levens, ja eigenlijk ieders leven op z’n kop heeft gezet, snap ik het ergens ook als ik terugdenk aan die grafiek van 8 weken geleden. De tijd zal het leren (clichĂ© clichĂ© oladijee).


Ik weet niet of er de komende tijd nog verhalen te vertellen zijn, of dat dit pas weer aan de hand is als we terug vliegen naar Chili, wat ook zeker nog steeds een plan is.


Bedankt in ieder geval voor al jullie support, reacties, meeleven en eigen verhalen. Het heeft onze reis en ons leven enorm verrijkt, en we gaan jullie “fanmail” missen! Let’s stay in touch!!

Reizen is zĂł 2019!

Reizen is zĂł 2019! Dat is een mooie maar ook trieste titel voor een boek over deze hele shit situatie waar de wereld zich nu in bevindt en ik heb er alle tijd voor denk ik al drie weken. Maar op Ă©Ă©n of andere manier heb ik nog niet de rust om er voor te gaan zitten of er ĂŒberhaupt m’n gedachten over te laten gaan. Want mijn gedachten vliegen voortdurend alle kanten op en proberen te anticiperen op de situatie die iedere dag weer verandert. Knettergek worden we er van en we zijn niet de enigen van wat ik om me heen zie en hoor en dat biedt dan wel weer enige troost.


Daarom bedankt voor al jullie reacties, berichtjes, telefoontjes en videocalls! Het helpt ons heel erg door deze compleet rare tijd heen, om de boel samen te relativeren en om gewoon af en toe eens heerlijk te lachen met en om jullie. Want wat worden mensen creatief in tijden van crisis en de ene na de andere grap, leuke foto, huiskamerconcert of hart onder de riem komt voorbij. Echt heel fijn en ik besef me des te meer hoe belangrijk menselijk contact is en merk een steeds grotere behoefte om te weten hoe het met iedereen gaat, ook mensen waar ik het contact mee verloren ben of die ik normaal weinig spreek. Gelukkig is er facebook en allerlei andere social media en hoewel er vaak negatief of lacherig over gedaan wordt, ben ik er heel blij mee! Sharing is caring blijft voor mij het motto en in plaats van de social distancing die ons opgelegd is, probeer ik juist zoveel mogelijk mensen te bereiken vanuit dit kleine dorpje ver weg in het afgelegen Patagonië.


Villa Mañihuales is Ă©Ă©n van de weinige dorpjes aan de Carretera Austral, de hoofdader die met z’n 1240 km door de provincie Aysen in zuidelijk Chili Ă©Ă©n van de mooiste roadtrips ter wereld is. Een dorp met 3000 inwoners in een provincie 2,5 keer zo groot als Nederland en met totaal maar 108.000 inwoners met tot nu toe nog maar 8 besmettingen in de hele provincie, met 0 in dit dorp. Want ook wij blijken na twee weken zelf quarantaine gelukkig niet besmet en kunnen letterlijk en figuurlijk opgelucht ademhalen.


Die twee weken van ogenschijnlijke rust omdat we niet anders kunnen dan in de camper verblijven hebben we echter ervaren als een op hol geslagen rollercoaster waarin we iedere ochtend weer veel te vroeg wakker worden, het internet op gaan, gaan piekeren en vervolgens weer in een onrustige slaap weg zakken, halverwege de ochtend wakker worden en dan via Janette het laatste nieuws over Chili horen, we met elkaar weer bespreken of we moeten blijven of naar Nederland moeten gaan, dit weer voorleggen aan vrienden, familie en andere overlanders, weer denken de juiste beslissing te hebben genomen om te blijven om vervolgens weer op zoek te gaan naar vliegtickets die we tot twee keer toe ook daadwerkelijk kopen (waar ik dan verschrikkelijk verdrietig van wordt omdat dat einde reis betekent), en waarvan de vluchten weer gecanceld worden (waar ik dan ook weer verdrietig van wordt omdat ik me ondertussen had ingesteld op een spoedige hereniging met vrienden en familie).


Ondertussen staan we met de truck onder een half afgemaakte garage bij Claudio en zijn ouders in de tuin met uitzicht op de bergen waar de eerste verse sneeuw valt. Iedere dag brengt weer verrassingen, zeker ook in positieve zin. Het geluid van vele haviken in de lucht, de briesende paarden van de buurman, het hinnikende veulen dat gewoon los door de straat loopt, gaucho’s die zwaaiend voorbij komen op hun paard en roedel honden om zich heen, de drie katten die ons dagelijks bezoeken, de vrolijke, energieke, knorrende hond Picho van de familie, de rommelende kippen om de truck. Lieve Claudio die ons iedere dag weer op een wonderbaarlijke manier weet gerust te stellen, ons welkom laat voelen daar waar wij ons bezwaard voelen en denken de familie te belasten met onze komst. Ons allerlei lekkers brengt (grote moten zelf gevangen zalm, kersen en kersenjam uit eigen tuin, vruchtentaart voor z’n verjaardag, limoentaart omdat hij hoort dat dat m’n lievelings is, blikjes bier enz... enz..), en ons ondertussen heel veel vertelt over Chili, z’n werk, z’n familie en de tradities, waarden en normen die hier in PatagoniĂ« gelden. Hij spreekt goed Engels, stuurt mij zelfs berichtjes in het Nederlands via google translate wat echt heel grappig is, maar probeert ons ook Spaans bij te brengen, wat super is. Zelfs Michiel leert deze weken meer dan in de afgelopen 6 maanden. We houden ons verder bezig met lezen, series kijken, foto’s uitzoeken, zelf brood bakken, klusjes doen, gitaar spelen en heel veel appen, bellen en nieuws lezen.


Na twee weken zijn we bewezen niet besmet en neemt Claudio ons mee naar Coyhaique. Het voelt als een schoolreisje en ik raak ontroerd door het mooie landschap onderweg waar we de eerste keer veel te snel en gehaast door heen zijn gereden in onze “vlucht” naar het noorden. Het is prachtig nazomer weer met zon en 20 graden. Het is echt genieten er weer op uit te kunnen. Claudio laat ons watervallen zien en vertelt trots over dit prachtige land. In Coyhaique lopen nog best veel mensen op straat, we zien wel meer mondkapjes en ook wij dragen die in de stad. De bedoeling was om bij een notaris een document te laten maken waarin wij toestemming geven aan Claudio om onze truck te beheren zolang we in Nederland zijn. Dit is nodig om te voorkomen dat de douane de truck in beslag kan nemen zodra de Temporary Import Permit (TIP) verloopt over twee maanden. Echter maak je hier geen afspraak bij een notaris, je gaat gewoon langs. Er staan lange rijen voor alle kantoren waar we langs rijden, daarnaast krijg ik net een email dat de vlucht naar Nederland weer gecanceld is, dus is de noodzaak ook minder groot. We slaan de notaris dus even over voor nu. Ook gaan we langs de douane om ons visum te verlengen, maar die vertellen ons dat dit pas twee weken voor het aflopen van ons visum kan, gewoon via internet. Een klusje dat we voor eind mei in de agenda zetten. We doen nog wat boodschapjes en gaan ook nog even langs Puerto Aysen een ander dorp in de buurt vlak aan de zee, hier zien we honderden gieren in een weiland zitten, een bijzonder gezicht. Eind van de middag zijn we weer terug na een heerlijk dagje uit.


De volgende dagen maken we heerlijke, urenlange wandelingen samen en verkennen de omgeving. Picho gaat steeds dolenthousiast mee, rent blaffend om ons heen, duikt in iedere rivier en zelfs Michiel, die helemaal niets met honden heeft, moet om hem lachen. We zien zalmen zwemmen van meer dan een meter, vele vogels, mooie herfstkleuren en wederom een prachtig landschap. We komen tot rust en prijzen ons gelukkig dat we zijn gebleven.


Claudio blijkt de Crocodile Dundee van PatagoniĂ« te zijn! Hij heeft zelfvoorzienend zijn hoog in het vaandel en jaagt op herten, everzwijnen, zalmen en forellen. Hij lost zoveel mogelijk problemen zelf op, bouwt en knutselt zelf, recycled van alles, kan slachten, fileren, koken en naait zelfs mondkapjes met vrijwilligers van het dorp. Hij vertelt dat Vito en Rita (een oom/tante van hem) helemaal zelfvoorzienend zijn. Zij hebben een huisje aan de rivier 15 km buiten het dorp met een grote moestuin en 25 schapen. Het enige wat ze nodig hebben om te overleven is zout, aldus Claudio, om etenswaren in te kunnen conserveren. Een poema heeft gisteren echter twee schapen doodgebeten en dan komt de voedsel en wol voorziening in het geding. Claudio is gevraagd of hij kan komen helpen met dit probleem. Hij heeft een val geplaatst en vraagt ons de volgende dag mee om te kijken of de poema gevangen is. Om bij het huisje te komen moeten we de diepe en snel stromende rivier over. Er is geen brug, geen weg maar wel een kabelbaantje met een gammele oude ijzeren kooi er aan hoog boven de rivier. Oh neeeeeee moeten we daar mee naar de overkant? Claudio stelt ons gerust met verhalen over wat er allemaal al mee naar de overkant gebracht is, waar onder koeien en zelfs een klein autootje. We laden onze hengels en Claudio z’n grote geweer in en klimmen in het bakje, Claudio trekt eerst Michiel en mij naar de overkant waar Rita staat te wachten en dan volgt Claudio. We worden hartelijk ontvangen door Vito en Rita en ze nemen ons mee het land op waar de dode schapen liggen en waar de val is. Die is leeg en daar ben ik stiekem blij om want ik geloof niet dat dat een heel fijn gezicht zou zijn! Voorzichtig lopen we er om heen om ons de rest van de dag bezig te houden met ons bekwamen in vissen op forellen. Claudio leert ons van alles onderweg lopend langs de rivier. We eten de vruchtjes van de fuchsia die hier overal in het wild groeit, hij lokt een paar meerkoetachtige vogeltjes die nieuwsgierig komen kijken als hij langdurig “WetWet” roept en vangt bij de eerste inworp al gelijk een kanjer van een forel!! Het is wederom prachtig weer, een groot gevoel van vrijheid en plezier overmant ons en we genieten van het “intothewild” landschap en fijne idee iets nieuws te leren.

Eind van de middag lopen we terug naar het huisje van Vito en Rita, daar zijn ook vriend Claudio (een andere Claudio) met z’n vrouw en zoontje van 10. We stellen ons een beetje onhandig voor, wel/geen hand, wel/geen omhelzing) en worden binnen gevraagd, aan tafel gezet en we krijgen een groot bord met gerookte schaap, aardappelen en verschillende salades voor gezet, met een glas vruchtensap! Wow allemaal van eigen land! Ik kijk om me heen, het huisje is niet veel groter dan ons tuinhuisje met een groot brandend houtfornuis in het midden met daar op allemaal pruttelende en lekker ruikende pannetjes. We zitten er met z’n achten en de kat om heen en het is er heel behaaglijk en gezellig, het eten smaakt verrukkelijk na zo’n dagje buiten. Aan het plafond hangen allemaal kruiden te drogen, zakjes vol knoflookteentjes en andere zaken uit de tuin en strengen wol waar Rita prachtige beenwarmers voor Vito van breit. We kletsen over en weer over de Coronasituatie en Claudio beantwoord vragen over hoe je het beste ontsmet en hygiĂ«nisch te werk gaat. Zijn werk is namelijk virus, schimmel en bacterie bestrijding in de zalmkwekerijen hier in zuid Chili en ook van dit onderwerp weet hij veel.

Na het eten schieten de mannen om de beurt (bij gebrek aan een poema) op een blikje in de verte, en hier heeft Michiel dus jaren op de kermis voor geoefend bij het fotoschieten, hij schiet meteen raak en oogst hiermee grote bewondering bij de anderen! We nemen afscheid en krijgen nog zakken sla, koriander en blauwe bessen mee van Rita. We doen het avontuur met het bakje over de rivier nog een keer en zo eindigt deze dag met een gouden randje, met recht een lekkerdagje!!


In het weekend worden we uitgenodigd om mee te eten met de familie, Rita, Vito en andere Claudio met z’n gezin zijn er ook. Claudio legt uit dat zij bijna wekelijks zo met elkaar eten, een soort eetclub dus. Er wordt varken, koe en chorizo gebakken en weer heerlijke salades en aardappels er bij. De wijn vloeit rijkelijk. Na het eten komt er een gitaar en een accordeon te voorschijn en wordt er de rest van de avond gespeeld en gezongen, zelfs ik doe nog een paar liedjes. Het is super gezellig en ook dit voelt weer zo authentiek, we maken PatagoniĂ« van dichtbij mee en deze ervaringen hadden we nooit willen missen ondanks alle ellende van de Coronacrisis om ons heen. Zondagmiddag eten we met z’n allen de restjes van de vorige avond en ik beloof volgende week Hollands te koken voor iedereen wat met groot enthousiasme wordt ontvangen.


Echter worden de berichten over Corona in Chili ook steeds heftiger en daarmee de maatregelen van de overheid en de angst onder de bevolking ook. Claudio vertelt dat het leger in het dorp is gearriveerd om nieuwe regels te handhaven. Er is een avondklok, tussen 22.00 en 6.00 mag niemand op straat. Je overdag onnodig op straat begeven mag van de overheid in deze provincie nog wel maar wordt door de meeste dorpsbewoners zelf als zeer ongewenst gezien. Zij willen liever nog strengere maatregelen. Het is dan ook not done om nog te gaan wandelen en zelfs boodschappen doen we nu samen met Claudio met de auto. We zitten weer opgehokt in de camper en m.n. Michiel heeft het daar binnen twee dagen helemaal mee gehad. Claudio probeert nog wat klusjes voor hem te verzinnen en kijkt zelfs voor ons om in het dorp een huisje te huren zodat we wat meer bewegingsruimte hebben. Dat is de situatie nu en we houden de vluchten naar Nederland goed in de gaten. Echter hebben we al bijna 3000 euro aan tickets uitgegeven die allemaal gecanceld werden en waar we maar van moeten afwachten of we het geld gaan terug krijgen. Er komen steeds minder vluchten en in Chili zitten te weinig Nederlanders om een repatriĂ«ringsvlucht te sturen. Wel konden we volgens de ambassade misschien mee met een Duitse repatriĂ«ringsvlucht maar dat was ook erg onzeker. We zitten 1400 km onder Santiago en om nou op de bonnefooi daar heen te gaan met het gevaar vast te komen zitten en/of besmet te raken, vinden we een te groot risico. Hopelijk gaan er over een tijdje weer vliegtuigen vliegen, maar ergens weten we ook wel dat dit nog heel lang gaat duren. Bijna alle overlanders die we ontmoet hebben, zijn ondertussen terug naar eigen land. Ook de Nederlandse stellen die we achter hebben gelaten in Chaiten. We hebben gelukkig nog steeds contact met elkaar en hopen met z’n allen dat deze nachtmerrie voor iedereen snel overgaat en dat we ooit weer de draad op kunnen pakken. De afgelopen 6 maanden waren geweldig en die hebben we maar mooi mee mogen maken. We voelen ons nog steeds ontzettende bofkonten en dankbaar dat we hier bij Claudio en zijn ouders mogen zijn. Hoe het verhaal verder gaat, weet niemand, maar vooralsnog kan ik het nog steeds zien als een avontuur en dat houdt mij op de been. Weet iemand nog een leuk bezigheidstherapietje voor Michiel? Tenslotte is iedereen nu ervaringsdeskundige. Veel sterkte en liefs voor jullie en blijf ons op de hoogte houden en contacten, dat doet ons goed!